Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1.De procedure
- de akten aanvullende producties 19 en 20 van [eiser]
- het verweerschrift van [gedaagde] en de door haar ingediende ongenummerde producties
- de mondelinge behandeling van 16 september 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
primair: [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, de advocaatkosten van [eiser] van € 8.200,23 + p.m. daaronder begrepen, inclusief de nakosten en het verschuldigde griffierecht, te voldoen binnen zeven dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, en voor het geval voldoening niet binnen de bedoelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf het verval van de bedoelde termijn voor voldoening;
primair: afwijzing van de ontruimingsvordering met nevenvorderingen;
subsidiair: het gunnen van een extra ruime ontruimingstermijn (minimaal zes maanden) om vervangende woonruimte te vinden, waarbij ontruiming pas plaatsvindt zodra passende huisvesting voor [gedaagde] beschikbaar is en waarbij [gedaagde] de hypotheek op voorhand zal betalen;
4.De beoordeling
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)