4.1.Met het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard onder verwijzing naar het advies van 10 juni 2024 en het advies van de arts op de hoorzitting. Daarbij heeft het college zich op het standpunt gesteld dat eiseres niet continu afhankelijk is van hulp van de bestuurder. Eiseres kan worden afgezet waarna zij, gebruikmakend van haar rolstoel, kan wachten tot de bestuurder geparkeerd heeft. Daarmee is niet voldaan aan artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart 2013 (de Regeling).
5. De vereisten om in aanmerking te komen voor een gehandicaptenparkeerkaart passagier staan in de Regeling.In artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling staat dat een gehandicaptenparkeerkaart passagier toegekend kan worden aan passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij – met de gebruikelijke loophulpmiddelen – in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen en die voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van de bestuurder.
5.1. In paragraaf 2.4 van de Richtlijn Gehandicaptenparkeerkaart 2022 van de Vereniging Artsen Volksgezondheid (de Richtlijn) is toegelicht welke uitgangspunten worden gehanteerd bij de voorwaarde dat de passagier voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk dient te zijn van de hulp van de bestuurder:
Onder vervoer wordt verstaan: verplaatsing via een transporthulpmiddel en/of verplaatsing onder begeleiding. Onder continue hulp wordt verstaan de medische noodzaak tot het non-stop aanwezig zijn van fysieke en/of mentale begeleiding, toezicht en oppassing buitenshuis. Met andere woorden: de aanvragende passagier kan niet (even) alleen gelaten worden, omdat zich dan een ernstig probleem kan voordoen als gevolg van een kwetsbaarheid op somatisch, psychiatrisch of verstandelijk gebied.
In het algemeen wordt ervan uitgegaan dat het mogelijk is om, na het afzetten van een passagier, de auto te parkeren en weer terug te lopen naar de plek waar de passagier is afgezet. Hieruit volgt dat onder noodzakelijke continue begeleiding wordt verstaan dat de aanvrager op medische gronden (in een onbekende omgeving) niet alleen gelaten kan worden.
Het gebruikmaken van een rolstoel of rollator leidt niet automatisch tot een toekenning van een gehandicapten parkeerkaart passagier. Het enkele feit dat de gehandicapte niet of slecht in staat is zelfstandig deze rolstoel voort te bewegen en daarbij een beroep moet doen op een begeleider, is geen reden voor continue begeleiding. Ook het feit dat de gehandicapte niet staande kan wachten (met of zonder adequaat loophulpmiddel) is op zich geen reden voor toekenning van een gehandicaptenparkeerkaart. De gehandicapte kan in dat geval worden gewezen op het gebruik van bijvoorbeeld een rollator, waardoor hij/zij zittend kan wachten. Ook indien de gehandicapte passagier een ernstige loopstoornis heeft met verhoogd risico op vallen door zelfs kleine oneffenheden, kan hij/zij gewezen worden op gebruik van een rollator of rolstoel.
Heeft het college de aanvraag terecht afgewezen?
6. Eiseres voert aan dat de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart ten onrechte is afgewezen. Het college stelt zich zonder fysieke onderbouwing of onderzoek op het standpunt dat eiseres een loopafstand van 100 tot 125 meter te voet kan overbruggen. Volgens eiseres kan zij dit niet en kan zij zelfs minder dan 15 meter te voet overbruggen. Eiseres stelt zich verder op het standpunt dat zij wel van deur tot deur continu afhankelijk is van hulp van de bestuurder. Zij kan met haar rolstoel niet over haar deurdrempel komen, zij kan de rolstoel niet zelf inklappen en in de auto plaatsen en eiseres kan bij aankomst op de locatie niet zelf haar rolstoel uitklappen en daarvan gebruik maken. Ook kan eiseres op de locatie niet zelf over de deurdrempel komen. Het is onduidelijk wat precies verstaan moet worden onder de in de voorwaarden genoemde afhankelijkheid. Eiseres voert verder aan dat bij het bestreden besluit het medisch advies uit de primaire fase is gevoegd, zodat het medisch advies in bezwaar niet inzichtelijk tot stand is gekomen. De verklaring van de huisarts wordt niet weerlegd. Volgens eiseres had er in bezwaar een nieuwe medische keuring moeten plaatsvinden. Ter zitting voert eiseres nog aan (zo begrijpt de rechtbank) dat het toetsingskader onduidelijk is en dat in bezwaar de lat ineens hoger wordt gelegd door in het kader van de vraag of eiseres continu afhankelijk is van de bestuurder de eis te stellen dat sprake is van continue rolstoelgebondenheid. Volgens eiseres kunnen er ook andere redenen zijn om afhankelijkheid aan te nemen.