Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1] ,
1.De procedure
- de door [eiser 1] c.s. overgelegde (nadere) producties;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [gedaagde] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding waarin eiser 1 en eiser 2, beiden huurders, vorderen dat gedaagde, die een kamer in hun appartement huurt, de kamer ontruimt. Eiser 1 had een hoofdhuurovereenkomst met eiser 2 en had op 31 juli 2025 deze overeenkomst beëindigd. Gedaagde bleef echter de kamer gebruiken zonder huur te betalen. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de kamer moet ontruimen, omdat het gaat om onzelfstandige woonruimte waarvoor geen huurbescherming geldt tegenover de hoofdverhuurder. Gedaagde hoeft niet te ontruimen jegens eiser 1, omdat de onderhuurovereenkomst formeel nog loopt. Wel moet gedaagde de huur van € 850 per maand betalen aan eiser 1 vanaf 1 juli 2025 tot aan de ontruiming. De gevorderde dwangsommen worden afgewezen, omdat de kantonrechter van mening is dat eiser 2 al voldoende middelen heeft om de ontruiming te effectueren. De proceskosten worden aan gedaagde opgelegd, omdat zij in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.