5.1.2.Beoordeling
Naar aanleiding van een melding door de Amerikaanse opsporingsautoriteiten is een opsporingsonderzoek gestart naar de verdachte in verband met handel in verdovende middelen. Gedurende het onderzoek is naast deze verdenking ook de verdenking van witwassen van crimineel vermogen ontstaan. Daarop is een witwasonderzoek gestart naar de verdachte en zijn partner [persoon A] .
Beoordelingskader witwassen
Voor een veroordeling voor opzetwitwassen dient te worden bewezen dat het ten laste gelegde voorwerp uit enig misdrijf (gronddelict) afkomstig is. Naar vaste jurisprudentie kan witwassen bewezen worden geacht als niet uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid uit welk nauwkeurig aangeduid misdrijf het ten laste gelegde voorwerp afkomstig is, maar het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat de goederen en geldbedragen afkomstig zijn uit enig misdrijf. Daarbij zal eerst moeten worden vastgesteld of de door het openbaar ministerie aangedragen feiten en omstandigheden een vermoeden van een criminele herkomst van de goederen en geldbedragen kunnen rechtvaardigen. Indien dat het geval is, mag van de verdachte worden verlangd dat deze een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring voor de herkomst geeft. Bij de beoordeling van die verklaring spelen de omstandigheden waaronder en het moment en de wijze waarop deze tot stand is gekomen mede een rol. Zo kan het van belang zijn of de verdachte van meet af aan een tegenwicht tegen de verdenking heeft geboden of dat hij eerst in een laat stadium van het onderzoek is gaan verklaren op een wijze die aan de hiervoor genoemde vereisten voldoet. Indien de verdachte zo’n verklaring heeft gegeven, ligt het op de weg van het openbaar ministerie nader onderzoek te doen naar die verklaring. Mede op basis van de resultaten van dat onderzoek zal moeten worden beoordeeld of ondanks de verklaring van de verdachte het witwassen bewezen kan worden op de grond dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Indien een dergelijke verklaring is uitgebleven, mag de rechter die omstandigheid betrekken in zijn bewijsoverwegingen.
Vermoeden van witwassen
Uit de bewijsmiddelen valt geen rechtstreeks verband te leggen tussen de geldbedragen die in de tenlastelegging staan en een nauwkeurig aangeduid misdrijf. De vraag is vervolgens of er ten aanzien van de geldbedragen een gerechtvaardigd vermoeden is dat deze uit misdrijf afkomstig zijn.
In de periode van de tenlastelegging is € 119.700 aan contanten op bankrekeningen van de verdachte gestort, en € 108.850 op bankrekeningen van zijn vriendin. De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij € 3.500 per maand in contanten kreeg, maar heeft verder niet over de achtergrond van die betalingen verklaard. Een van de witwasindicatoren van het
Anti Money Laundering Centreis dat er geen, of onvolledige verklaringen voor de herkomst van contant geld worden gegeven.
Tijdens een huiszoeking bij de verdachte is een contant bedrag van € 5.100, in coupures van € 50, aangetroffen.
De verdachte en zijn vriendin hebben € 8.617 via
money transfersnaar het buitenland verzonden. Het gebruik van
money transfersis eveneens een indicator voor witwassen, omdat het aanmerkelijk duurder is om via deze methode geld naar het buitenland over te maken dan via girale transacties.
Verder is gebleken dat de verdachte in de ten laste gelegde periode op grote voet leefde, terwijl hij geen of nauwelijks inkomsten had. Hij had onroerend goed in Aruba, maakte met regelmaat vliegreizen daarheen, en reed in een auto met een cataloguswaarde van bijna € 62.000.
Al deze omstandigheden rechtvaardigen het vermoeden dat de geldbedragen afkomstig zijn uit enig misdrijf.
Gelet hierop mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare, en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft over de herkomst van de geldbedragen.
Verklaring verdachte
Ter terechtzitting heeft de verdachte – nadat hij bij de politieverhoren geen verklaring had gegeven over de herkomst van de geldbedragen – verklaard dat hij voorafgaand aan de ten laste gelegde periode een stuk grond in Turkije, een coffeeshop en een zonnestudio in Amsterdam heeft verkocht. Verder heeft hij contante geldbedragen van verschillende personen ontvangen. De verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij geen verklaring heeft voor de herkomst van een geldbedrag van ruim € 150.000 in de ten laste gelegde periode.
Beoordeling verklaring verdachte
De verdachte heeft geen stukken overgelegd om zijn verklaring voor de herkomst van een groot deel van de ten laste gelegde bedragen te onderbouwen. Zijn verklaringen zijn in zoverre niet concreet en niet verifieerbaar, en bieden geen afdoende verklaring voor de herkomst van de gelden.
Ten laste gelegde bedragen
Ten laste is gelegd dat de verdachte een bedrag heeft witgewassen van € 465.621. Dat bedrag is als volgt berekend:
Ontvangsten van verdachte contant
€ 44.442
+
Aangetroffen bij huiszoeking
€ 5.100
-/-
Resteert om contant uit te geven
€ 39.342
Feitelijke contante uitgaven
€ 504.963
-/-
Onverklaarbaar vermogen
€ 465.621
=
Ter terechtzitting is door de officier van justitie een aanvullend proces-verbaal overhandigd waaruit blijkt dat de aankoop van een vrachtwagen en de inbeslaggenomen horloges niet contant, maar giraal zijn betaald door de verdachte. De bedragen die hiermee gemoeid zijn (in totaal € 125.000 en € 8.700) dienen in mindering te worden gebracht op het ten laste gelegde bedrag.
De rechtbank is van oordeel dat ook een aantal andere bedragen in mindering moeten worden gebracht op de feitelijke contante uitgaven in deze berekening. Dat betreft de uitgaven aan de aannemer, die volgens het openbaar ministerie contant zijn gedaan. Omdat ter zitting is gebleken dat de betaling voor de vrachtwagen voor de aannemer giraal via een bank in Turkije is gelopen, acht de rechtbank de verklaring van de verdachte dat ook de betaling van € 40.000 bancair via Turkije is gegaan, niet ongeloofwaardig. Dit bedrag wordt daarom niet meegenomen in de berekening van het bedrag. Datzelfde geldt voor het bedrag van € 7.000 voor de aankoop van stenen voor de bouw van het huis op Aruba. Voor wat betreft de aankoop van de Chanel tas heeft de verdachte verklaard dat dat een verjaardagscadeau voor zijn vriendin was, waarvoor vrienden en familie geld bijeen hadden gelegd (€ 3.100). Die verklaring acht de rechtbank niet onaannemelijk. Dat geldt ook voor de uitgaven voor de Media Markt en de babyspullen.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot een bedrag van € 327.900 aan contante feitelijke uitgaven. Daarmee komt het onverklaarbaar vermogen uit op een bedrag van
€ 288.558 (€ 327.900 – € 39.342).
De rechtbank komt tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat deze geldbedragen (on)middellijk afkomstig zijn uit enig misdrijf en dat de verdachte dat wist. Gelet op de duur van de periode, de frequentie van de witwashandelingen en de omvang van de witgewassen geldbedragen, is er sprake geweest van gewoontewitwassen.
Anders dan de verdediging is de rechtbank verder van oordeel dat er sprake was van medeplegen, nu er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. Uit het dossier blijkt dat de verdachte en zijn partner een economische eenheid vormden; zij woonden destijds al 16 jaar samen en voerden een gezamenlijke huishouding.