ECLI:NL:RBROT:2025:11378

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 juli 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
C/10/701016 / HA RK 25-552
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een onbeheerde nalatenschap

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 31 juli 2025, is een verzoek tot benoeming van een vereffenaar behandeld. De verzoekster, de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het Rijksvastgoedbedrijf, heeft op 4 juni 2025 een verzoekschrift ingediend om een vereffenaar te benoemen voor de nalatenschap van de heer [overledene], die op [overlijdensdatum] 2021 is overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard door enige erfgenaam en dat er geen erfgenamen zijn die de nalatenschap beheren. De rechtbank heeft de belanghebbenden, die de (achter)neven en (achter)nichten van de overledene zijn, aangeschreven, maar zij hebben geen verweer gevoerd. Hierdoor heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen. De rechtbank heeft het verzoek van de Staat der Nederlanden toegewezen en benoemt [persoon A] van notariskantoor [notaris] tot vereffenaar. De benoeming is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vereffenaar moet de benoeming bekendmaken in de Staatscourant. Tevens is de griffier opgedragen de benoeming in te schrijven in het boedelregister.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/701016 / HA RK 25-552
Beschikking van 31 juli 2025
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN (ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Rijksvastgoedbedrijf),
zetelend te Den Haag,
verzoekster,
advocaat mr. S.J. van Baasbank te Den Haag,
Belanghebbenden:
1.
[belanghebbende 1],
woonplaats: [plaats 1] ,
2.
[belanghebbende 2],
woonplaats: [plaats 2] ,
3.
[belanghebbende 3],
woonplaats: [plaats 3] ,
4.
[belanghebbende 4],
woonplaats: [plaats 4] ,
5.
[belanghebbende 5],
woonplaats: [plaats 5] ,
6.
[belanghebbende 6],
woonplaats: [plaats 6] .

1.Het procesverloop

1.1.
Op 4 juni 2025 is bij de rechtbank ingekomen het verzoekschrift van verzoekster om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:204 lid 1 onder a BW, met producties.
1.2.
De griffier heeft bij aangetekende brieven van 20 juni 2025 aan belanghebbenden gevraagd of zij verweer willen voeren tegen het ingekomen verzoekschrift. Belanghebbenden heeft niet gereageerd.
1.3.
Omdat belanghebbenden niet hebben aangegeven verweer te willen voeren en verzoekster heeft afgezien van het recht op een mondelinge behandeling, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoeker vraagt om [persoon A] van [notaris] tot vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van de heer [overledene] (hierna: de overledene), die op [overlijdensdatum] 2021 is overleden in [overlijdensplaats] . De rechtbank wijst het verzoek toe. Hierna wordt toegelicht hoe tot dit oordeel is gekomen.
2.2.
De rechtbank kan, als een nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard door een erfgenaam, op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie een vereffenaar benoemen, wanneer er geen erfgenamen zijn, wanneer het niet bekend is of er erfgenamen zijn, of wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen die bekend zijn haar geheel of ten dele onbeheerd laten (artikel 4:204 lid 1 onder a BW).
2.3.
Volgens het boedelregister is de nalatenschap van de overledene niet onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaard. Ook aan de andere voorwaarden om een vereffenaar te benoemen is voldaan, want verzoekster is belanghebbende en er zijn geen erfgenamen/het is niet bekend of er erfgenamen zijn of/de nalatenschap wordt niet door een executeur beheerd en de erfgenamen die bekend zijn laten haar geheel of ten dele onbeheerd. Dit wordt hierna toegelicht.
2.4.
Verzoekster is belanghebbende bij het verzoek, omdat artikel 4:226 lid 1 BW bepaalt dat wanneer de vereffening is voltooid en met een overschot is geëindigd, de vereffenaar de goederen aan de Staat dient af te geven indien er geen erfgenamen zijn, niet bekend is of er erfgenamen zijn of wanneer erfgenamen niet bereid zijn de goederen in ontvangst te nemen. Daarnaast heeft de Staat, in het bijzonder het Rijksvastgoedbedrijf, sinds 8 februari 2022 krachtens zaakwaarneming (artikel 6:198 BW) het beheer gevoerd over de nalatenschap, zodat zij daarvan nog rekening en verantwoording moet afleggen aan de rechthebbenden.
2.5.
Aan de andere voorwaarde om een vereffenaar te benoemen is ook voldaan, want de nalatenschap wordt niet door een executeur beheerd en de erfgenamen die bekend zijn laten haar geheel of ten dele onbeheerd. De overledene had geen testament, zodat de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd. Belanghebbenden zijn de op dit moment bekenden erfgenamen. De overledene was namelijk toen hij overleed niet gehuwd en niet geregistreerd als partner. Evenmin heeft hij afstammelingen achtergelaten. Dit betekent dat op grond van de wet zijn ouders, broers en zussen zijn erfgenamen zijn. De ouders van de overledene zijn vooroverleden. De broers en zussen van de overledenen zijn ook overleden ( [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] ) of hebben de nalatenschap verworpen ( [naam 5] ). Belanghebbenden zijn de (achter)neven en (achter)nichten van de overledene. Zij hebben de nalatenschap niet in beheer genomen, want de nalatenschap is aangemeld bij het Rijksvastgoedbedrijf als onbeheerde nalatenschap. Ook op brieven van de rechtbank met de vraag of belanghebbenden verweer willen voeren hebben zij niet gereageerd.
2.6.
Verzoekster heeft ook voldoende toegelicht dat zij er een belang bij heeft als een vereffenaar wordt benoemd, omdat de nalatenschap van de overledene onbeheerd is en het is niet de verwachting dat iemand snel het beheer op zich zal nemen. Een vereffenaar heeft juist tot taak om de nalatenschap te beheren en voor zover mogelijk de schulden van een nalatenschap te voldoen.
2.7.
Het verzoek is gelet op het voorgaande voor toewijzing vatbaar. Op grond van artikel 4:206 lid 1 BW moet de rechtbank echter, voor zover zij bestaan en bekend zijn, de erfgenamen van de overledene, de executeur en de boedelnotaris horen voordat zij beslist op het verzoek om een vereffenaar te benoemen. De rechtbank heeft daarom bij aangetekende brieven van 20 juni 2025 aan belanghebbenden gevraagd of zij verweer willen voeren en in deze brieven vermeld dat de zaak schriftelijk zal worden afgedaan als zij niet reageren. Belanghebbenden hebben niet gereageerd, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat zij geen verweer wil voeren. Gelet hierop en omdat verzoekster afziet van een mondelinge behandeling, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.
2.8.
Het verzoek wordt gelet op het voorgaande toegewezen. De rechtbank benoemt de door verzoekster voorgestelde vereffenaar, [persoon A] van notariskantoor [notaris] , tot vereffenaar, die zich daartoe ook bereid heeft verklaard. De vereffenaar moet de benoeming zelf bekend maken in de Staatscourant.
2.9.
De benoeming van de vereffenaar wordt, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt
[persoon A], notaris te [plaats 7] , [gemeente] , (kantoorhoudende aan [adres] , [postcode] te [plaats 7] ) tot vereffenaar in de nalatenschap van:
[overledene],
geboren in [plaats 2] op [geboortedatum] 1939,
laatstelijk wonende in [plaats 2] ,
overleden op [overlijdensdatum] 2021 in [plaats 2] ,
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant;
3.4.
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
3.5.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam, op de hoogte te stellen van deze benoeming.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2025.
3120