Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte voor de overige ten laste gelegde feiten tot een taakstraf voor de duur van 80 uren geheel voorwaardelijk met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling.
4.Waardering van het bewijs
Feit 1
of omstreeks19 januari 2021 te Spijkenisse , gemeente Nissewaard
(met een aanzienlijke snelheid)op die voorgenoemde [slachtoffer] is ingereden, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] op de motorkap van die personenauto is geklapt
/geknalden
/of (vervolgens
)ten val is gekomen,
of omstreeks19 januari 2021
(voornoemde
)plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist
of redelijkerwijs moest vermoeden,aan
een ander (te weten[slachtoffer]
)
of omstreeks19 januari 2021
(voornoemde
)plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan
een ander (te weten[slachtoffer]
)
en/of schadewas toegebracht;
of omstreeks19 januari 2021 te Spijkenisse , gemeente Nissewaard als
rijdendeheeft geredenop
de weg,de snelweg A15
(ter hoogte van Spijkenisse )
(en
)van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en
/ofhet verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd,
(s), (vlak
)voor een andere personenauto is gaan rijden, en
/of (vervolgens
)zonder noodzaak en/of reden in het verkeer,
(plotseling
en/of sterk)heeft geremd
en/of anderszins snelheid heeft geminderd, tengevolge waarvan de bestuurder van de achter hem rijdende personenauto
(hard)moest remmen
en/of uitwijken,teneinde een aanrijding met de personenauto van hem, verdachte, te voorkomen en
/of
met een hoge snelheid slingerendheeft gereden en
/of -gezien zijn verdachtes rijrichting- naar links heeft gestuurd
of is gezwenkten
/ofin botsing of aanrijding is gekomen met de
devoorkant van de rechterzijde van een voor hem links rijdende personenauto (merk: Peugeot, [kenteken 2] ).
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
‘window of tolerance’raken. Op de dag van de ten laste gelegde feiten had de verdachte aanvankelijk een gespannen en geïrriteerde houding en deze lijkt te zijn veroorzaakt door zijn rigide denkpatronen, die ervoor zorgen dat hij moeilijk kan omgaan met situaties of gedragsuitingen die afwijken van hetgeen voor hem begrijpelijk is. Hij is hierdoor gefrustreerd en corrigerend op andere weggebruikers gaan reageren. De verdachte heeft een stuurbeweging naar links gemaakt en de auto links van hem geraakt, waarna hij nieuwe bijkomende prikkels niet meer goed leek te kunnen verwerken. Hij raakte uit zijn
‘window of tolerance’,voelde zich bedreigd en angstig en was bang voor confrontatie. De situatie leek hem te overspoelen en zijn normale manier van denken werd overgenomen door het ‘snelle’ denken, wat een emotionele coping tot gevolg heeft gehad. Gelet op het voorgaande was de verdachte niet meer in staat rationele en weloverwogen keuzes te maken waardoor hij enkel nog op emotie en angst gebaseerde gedragsuitingen liet zien. Zijn verstoorde waarneming maakte dat hij vanuit een ‘overlevingsinstinct’ handelde, terwijl een levensbedreigende situatie zich niet voordeed. Met het aanwezig geachte verband tussen de beschreven problematiek van de verdachte en de ten laste gelegde feiten is het advies om de feiten in een verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feitentot een
taakstraf voor de duur van 80 (tachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
78 (achtenzeventig) urente verrichten taakstraf resteren;
39 (negenendertig) dagen;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
onder 4 bewezenverklaarde feitgeen straf of maatregel wordt opgelegd;
[slachtoffer]te betalen een bedrag van
€ 1.000,- (zegge: duizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 1.000,-(
hoofdsom, zegge: duizend euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal