ECLI:NL:RBROT:2025:11301

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 augustus 2025
Publicatiedatum
25 september 2025
Zaaknummer
10-027799-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een persoon met psychische stoornissen en recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 augustus 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een persoon, geboren in 1999, die lijdt aan schizofrenie en andere psychische stoornissen. De terbeschikkingstelling was eerder bevolen op 4 augustus 2023, na een veroordeling voor poging tot zware mishandeling en bedreiging. De rechtbank ontving op 26 juni 2025 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting werd behandeld. De psychiater en reclassering adviseerden beide om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de psychische kwetsbaarheid van de ter beschikking gestelde en het risico op recidive. De rechtbank oordeelde echter dat, ondanks de adviezen, er nog onduidelijkheid bestond over de diagnose en het behandeltraject. Daarom werd de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, met de mogelijkheid om over een jaar opnieuw te beoordelen of verlenging noodzakelijk is. De rechtbank benadrukte dat behandeling en begeleiding nog steeds vereist zijn en dat er gezocht wordt naar een beschermde woonvorm voor de ter beschikking gestelde.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-027799-23
Datum uitspraak: 18 augustus 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde] (hierna: de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1999,
ingeschreven op het adres [adres] , [postcode] te [woonplaats] , verblijvende in [naam instelling] te [plaats] ,
raadsvrouw mr. S.E.M. Hooijman, advocaat te Rotterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 4 augustus 2023 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] bevolen met voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot zware mishandeling, wederspannigheid, terwijl het misdrijf of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden
enig lichamelijk letsel ten gevolge hebben en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 4 augustus 2023.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 26 juni 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden. De vordering is op de openbare terechtzitting van 18 augustus 2025 behandeld. De officier van justitie mr. J.B. Wooldrik, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door de raadsvrouw en als getuige-deskundige mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies psychiater
Psychiater [persoon B] adviseert in het rapport, gedateerd 12 mei 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. De psychiater stelt vast dat de ter beschikking gestelde lijdt aan schizofrenie (met als differentiaaldiagnose een schizoaffectieve stoornis) en aan een stoornis in het gebruik van cannabis (in vroege remissie) en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van zwakbegaafdheid.
Er kan differentiaal diagnostisch eveneens worden gesproken van psychotische kwetsbaarheid in de zin van het opnieuw psychotisch kunnen worden onder invloed van cannabis en/of stress.
Indien de tbs-maatregel met voorwaarden nu zou worden opgeheven en de ter beschikking gestelde zou niet kunnen terugvallen op professionele behandeling/
begeleiding, wordt de kans op een nieuw geweldsdelict op de korte termijn (binnen
zes maanden) als matig tot hoog ingeschat en op de (middel)lange termijn (tussen zes
maanden tot twee jaar en langer dan twee jaar) als hoog, en hoger naarmate de tijd
vordert. Het is de verwachting dat de ter beschikking gestelde dan niet in staat is om zich zelfstandig te handhaven in de maatschappij, terug zal vallen in het gebruik van cannabis – met ondermijning van de impulscontrole, agressieregulatie en realiteitstoetsing - en zijn
antipsychoticum zal staken. De verwachting is dat de ter beschikking gestelde in een nieuwe psychose opnieuw verbaal en fysiek agressief zal worden.
Continuering van de huidige tbs-maatregel met voorwaarden is noodzakelijk om zowel
het therapieproces als het resocialisatietraject goed vorm te geven en te blijven
monitoren. De ter beschikking gestelde moet zowel in de behandeling als in het resocialisatietraject nog diverse essentiële stappen zetten. Hiervoor is zonder twijfel langer dan een jaar nodig. Beëindiging van de tbs-maatregel met voorwaarden is daarom absoluut niet aan de orde. Op grond van voorgaande adviseert de psychiater om de tbs-maatregel met voorwaarden met twee jaar te verlengen.
Advies reclassering
De reclassering adviseert (ook) in het rapport, gedateerd 5 juni 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. De ter beschikking gestelde heeft zich gedurende de klinische opname met regelmaat onbetrouwbaar heeft getoond. Hij gebruikte middelen, hield zich met grote regelmaat niet aan gemaakte afspraken en mede daardoor was zijn psychiatrische toestand niet stabiel. Hij kampt met een psychotische kwetsbaarheid en beschikt over een zeer beperkt ziekte-inzicht. Hij wil in de toekomst graag hasj blijven gebruiken en is amper intrinsiek gemotiveerd om zijn leven op zo een manier in te richten dat de kans op decompensatie laag is. Zo is hij niet blijvend gemotiveerd om medicatie te blijven gebruiken en is de kans groot dat hij in de toekomst het gebruik van medicatie helemaal zal staken. Dit maakt het recidive risico gemiddeld tot hoog.
Sinds eind maart 2025 laat de ter beschikking gestelde een wezenlijk ander beeld van zichzelf zien, hij is meer opgewekt, oogt verzorgder, is mondiger en lijkt zelfverzekerder. Hij geeft te kennen dat hij zich realiseert dat hij echt aan de slag moet als hij vooruit wil gaan en vrijheden op wil bouwen. De verloven worden langzaam opgebouwd, met duidelijke doelen, waardoor de ter beschikking gestelde oefent met drukke plekken, mensen die naar hem kijken en het zich bewegen in de maatschappij. Door DIZ wordt momenteel naar een 24-uurs beschermde woonvorm gezocht. Vanwege de lange wachtlijsten is de ter beschikking gestelde daarvoor alvast aangemeld, maar er is nog onvoldoende stabiliteit in het traject om echt over te gaan tot uitplaatsing. De verlenging van twee jaar is zeker nodig om een plek voor de ter beschikking gestelde te vinden en over te gaan tot daadwerkelijke plaatsing. Dit kan alleen wanneer hij voldoende stabiel functioneert en zich aan de voorwaarden weet te houden.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [persoon A] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, heeft het verlengingsadvies op de zitting toegelicht. Zij heeft onder meer verklaard – zakelijk weergegeven – dat de medicatie sinds anderhalve maand volledig is afgebouwd, omdat de psychiater van de instelling en de instelling, in tegenstelling tot de reclassering en psychiater [persoon B] , het niet eens zijn met de diagnose schizoaffectieve stoornis. Momenteel is de reclassering in afwachting van het advies van de instelling over een nieuwe diagnose, het behandelplan en het risicomanagement. Er moeten ook nieuwe tests worden afgenomen, zoals een intelligentietest. Aan de hand daarvan kan bekeken worden of het verlof uitgebreid kan worden naar onbegeleid verlof. Ondertussen gaat de zoektocht naar een beschermde woonvorm ook gewoon door, al is het ingewikkeld om een plek te vinden voor iemand met een schizofrene stoornis die geen medicatie krijgt. Een beschermde woonvorm is echt een vereiste, omdat de ter beschikking gestelde de sturing en nabijheid van personeel nodig heeft. Begeleid wonen is niet toereikend. Sinds februari 2025 zijn er geen signalen meer van drugsgebruik. Het advies blijft om te verlengen met twee jaren.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar. Hoewel er onduidelijkheid bestaat over de diagnose en het toekomstige behandelplan, staat wel vast dat er nog een lange weg te gaan is en dat niet verwacht wordt dat de maatregel binnen een jaar kan worden beëindigd.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben primair afwijzing van de vordering bepleit en (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel verzocht. Subsidiair verzoekt de verdediging de maatregel met een jaar te verlengen in plaats van met twee jaren, omdat er momenteel te veel onduidelijk is en ook nog niet bekend is wat de vervolgstappen gaan zijn. Het is daarom van belang over een jaar opnieuw te bekijken of de maatregel nog verlengd dient te worden.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
De rechtbank stelt de duur van de verlenging op één jaar. Hoewel er op dit moment enige onduidelijkheid bestaat over de diagnose en het niet helemaal duidelijk is hoe het behandeltraject er uit gaat komen te zien, is wel duidelijk dat een beëindiging van de maatregel nog niet aan de orde is. Binnenkort gaan de betrokken partijen samen een behandelplan bespreken en er zullen waarschijnlijk nieuwe tests worden afgenomen. Uit de adviezen blijkt in ieder geval dat behandeling en begeleiding nog steeds vereist is en dat er gezocht wordt naar een beschermde woonvorm voor de ter beschikking gestelde. De rechtbank acht het, gezien de onduidelijkheid in deze casus, wel van belang om over een jaar opnieuw te kijken of aan de wettelijke eisen wordt voldaan en of verlenging noodzakelijk is.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één)jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mrs. M.M. van Beckhoven en D.M. Douwes, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Hoebe, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.