Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 8 augustus 2025;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
of omstreeks9 mei 2025 te [plaats 1] een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool,
namelijkeen omgebouwd gaspistool van het merk Umarex, model Walther P22, kaliber 7.65mm en
/ofmunitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 20, bij het vuurwapen behorende, kogelpatronen van het kaliber 7.65mm, voorhanden heeft gehad.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) maanden;
een gedeelte, groot 3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;