Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 30 juli 2025;
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 28 augustus 2025;
- de brief met bijlagen van de GI van 4 september 2025;
- de pleitnota van de GI die tijdens de zitting is overgelegd.
- de minderjarige [voornaam minderjarige 1] en haar advocaat, uitsluitend tijdens de behandeling van het verzoek over de machtiging gesloten jeugdhulp, waarbij [voornaam minderjarige 1] de zaal voortijdig heeft verlaten;
- de moeder;
- de stiefvader, die de zaal voortijdig heeft verlaten;
- de advocaat van de moeder en de stiefvader, mr. A. Kaynak die heeft waargenomen voor mr. T. Erdal;
[persoon C] en [persoon D] .
2.De feiten
29 september 2025.
29 september 2025.
3.De verzoeken
4.De standpunten
De moeder en de stiefvader leggen de oorzaak van de gebeurtenissen buiten zichzelf of bagatelliseren de zorgen. De moeder stimuleert [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onvoldoende, zoals voor behandeling, en werkt de hulpverlening tegen. Ook wordt betwist dat [voornaam minderjarige 1] naar de stiefvader zou vragen. Niet is onderbouwd waaruit blijkt dat [voornaam minderjarige 1] het contact met de stiefvader als veilig ervaart. De gedragswetenschapper van de GI heeft op de gang en in de rechtszaal waargenomen dat [voornaam minderjarige 1] in aanwezigheid van de stiefvader dissocieert.
[voornaam minderjarige 1] maakt positieve stappen in haar leven. Zij gaat naar school, volgt stage, heeft contact met andere kinderen en mensen en leert omgaan met verantwoordelijkheden. Het is dan ook de vraag waarom een plaatsing op een open groep bij Schakenbosch niet passend kan zijn. Als [voornaam minderjarige 1] wordt geplaatst op een plek waar zij traumabehandeling kan krijgen, kan zij opnieuw een terugval in haar wegloopgedrag laten zien. Het is van belang dat een passende plek voor [voornaam minderjarige 1] wordt gevonden. [voornaam minderjarige 1] heeft inmiddels meer verantwoordelijkheden door haar dagbesteding en zij wordt nu meer gecontroleerd. Wat de moeder betreft kan [voornaam minderjarige 1] nu op een open groep worden geplaatst, omdat Schakenbosch deze mogelijkheid nu al biedt. In de tussentijd kan naar een andere plek voor [voornaam minderjarige 1] worden gezocht. De moeder bestrijdt dat zij niet zou meewerken aan de zoektocht naar een passende plek voor [voornaam minderjarige 1] . Zo heeft zij aan de zoveelste jeugdbeschermer de optie van de plek iHub bij het Bergse Bos gedaan. Met dat voorstel is echter niets gedaan. De GI en Schakenbosch zitten niet op één lijn. Daar is [voornaam minderjarige 1] de dupe van. Schakenbosch vindt de door de GI voorgestelde plekken niet passend voor [voornaam minderjarige 1] . In de zoektocht naar een passende plek is de motivatie van [voornaam minderjarige 1] voor de moeder doorslaggevend.
5.De beoordeling
6.De beslissing
29 september 2026;
1 november 2025 pro forma.
mr. D.I. Hendriks-van Wel, mr. S. Riege en mr. K.T.F. Chocolaad-de Bos, kinderrechters, in aanwezigheid van D. van der Aa als griffier, en op schrift gesteld op 22 september 2025.
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.