Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- mr. D.W.E. Urbanus, werkzaam bij Urbanus Advocatuur, advocaat van verzoeker;
- C. van Zwienen, Zonder Zorgen Advies en Bewindvoering B.V., beschermingsbewindvoerder.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 september 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een schuldenaar, die op 12 augustus 2025 een verzoek indiende om een voorlopige voorziening ex artikel 287b, eerste lid, van de Faillissementswet (Fw). De verzoeker, die onder beschermingsbewind staat, vroeg de rechtbank om een moratorium van zes maanden, zodat hij de tijd zou krijgen om zijn schuldenproblematiek op te lossen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huur van mei tot en met september 2025 is voldaan en dat de verzoeker voldoende inkomen heeft om de huur te blijven betalen. De verweerster, Stichting QuaWonen, heeft zich geconformeerd aan het oordeel van de rechtbank en is niet ter zitting verschenen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien er een vonnis tot ontruiming van de woning van de verzoeker was uitgesproken. De rechtbank heeft de voorlopige voorziening toegewezen, met de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan hij in de toekomst een nieuw verzoek indienen. De uitspraak is gedaan door rechter B.J. Tideman en griffier C. Hulsegge.