Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[adres],
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde (poging tot doodslag);
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde (openlijke geweldpleging);
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 49 dagen met aftrek
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
De verdachte en zijn medeverdachten hebben een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Het geweldsincident moet voor het slachtoffer buitengewoon bedreigend zijn geweest en moet bij hem, naast pijn en letsel, ook gevoelens van angst en onveiligheid hebben opgeroepen. Daarnaast zijn omstanders getuige geweest van het geweld dat heeft plaatsgevonden. Bovendien vergroten feiten als deze in de samenleving levende gevoelens van angst en onveiligheid, vooral omdat het geweld op klaarlichte dag in een drukke winkelstraat heeft plaatsgevonden, waarvoor slechts een futiele aanleiding bestond. Dit neemt de rechtbank de verdachte zeer kwalijk.
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
voor de duur van 49 (negenenveertig) dagen;
€ 210,33 (zegge: tweehonderdtien euro en drieëndertig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 mei 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij] te betalen
€ 210,33(hoofdsom,
zegge: tweehonderdtien euro en drieëndertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;