ECLI:NL:RBROT:2025:1111
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering Tozo en inlichtingenplicht bij lijfrente-uitkeringen
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 29 januari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de terugvordering van de Tozo-uitkering beoordeeld. Eiser, directeur-grootaandeelhouder van een bedrijf, had een Tozo-uitkering ontvangen van € 1.503,31 netto per maand voor de periode van maart tot en met mei 2020. Het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee vorderde een bedrag van € 2.465,37 terug, wat later werd verlaagd tot € 426,41 na een bezwaar van eiser. Eiser stelde dat hij geen lijfrente-uitkeringen had ontvangen, terwijl het college op basis van gegevens uit Suwinet concludeerde dat hij deze wel had ontvangen. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende rekening had gehouden met de door eiser ingediende stukken na de hoorzitting en dat het bestreden besluit niet zorgvuldig tot stand was gekomen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om binnen zes weken opnieuw te beslissen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.