ECLI:NL:RBROT:2025:1110
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering AIO-aanvulling en beoordeling van kenbaar evidente fout door de SVB
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 29 januari 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de terugvordering van een te veel betaalde aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) beoordeeld. Eiseres had in april 2024 recht op een AIO-aanvulling van € 90,- per maand, maar de Sociale Verzekeringsbank (SVB) had eerder een bedrag van € 2.531,52 teruggevorderd over de periode van november 2023 tot en met maart 2024. De SVB had het bezwaar van eiseres tegen deze terugvordering in een eerder besluit niet gegrond verklaard, maar trok dit besluit later in en verlaagde het terugvorderingsbedrag tot € 1.187,85.
De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de SVB een 'kenbaar evidente fout' heeft gemaakt. De SVB had in de toekenning van de AIO-aanvulling op 2 november 2023 abusievelijk het ABP-pensioen van eiseres niet meegenomen in de berekening. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat er een fout was gemaakt, gezien de complexiteit van de communicatie van de SVB. De rechtbank concludeert dat de terugvordering niet terecht is en herroept het primaire besluit van de SVB, waardoor de terugvordering komt te vervallen. Eiseres krijgt het griffierecht terug, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie van de SVB en de noodzaak voor de SVB om fouten zonder terugwerkende kracht te herstellen, tenzij er sprake is van een 'kenbaar evidente fout'.