ECLI:NL:RBROT:2025:11082

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 september 2025
Publicatiedatum
18 september 2025
Zaaknummer
10-376428-24 en 03-340897-23 en 99-000450-34
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van belaging en bedreiging van meerdere slachtoffers door verdachte met een ziekelijke stoornis

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 18 september 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van belaging en bedreiging van meerdere slachtoffers. De verdachte, geboren in 1997, was eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en werd tijdens de zitting vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. G.J.J.G. Stevens-Waltmans. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-partners en andere slachtoffers door hen te belagen en te bedreigen. De bewezenverklaring omvat onder andere het versturen van dreigende berichten en het maken van bedreigende telefoontjes. Deskundigen hebben de verdachte in enigszins verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht, aangezien hij ten tijde van de feiten leed aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, terbeschikkingstelling met dwangverpleging en de 38z-maatregel. Daarnaast is de vordering van de officier van justitie tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toegewezen. De rechtbank heeft ook enkele vorderingen van benadeelde partijen (deels) toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd tot schadevergoeding.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10-376428-24 en 03-340897-23
VI-nummer: 99-000450-34
Datum uitspraak: 18 september 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres 1] , [postcode] te [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting uit anderen hoofde gedetineerd in de penitentiaire inrichting (PI) [naam PI] ,
raadsvrouw mr. G.J.J.G. Stevens-Waltmans, advocaat te Roermond.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 september 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie zijn gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlasteleggingen is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. I. Barendregt heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder parketnummer 10-376428-24;
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder parketnummer 03-340897-23;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede de maatregel van terbeschikkingstelling van de verdachte met bevel tot verpleging van overheidswege;
  • oplegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (Sr);
  • herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling, in de zaak met VI-nummer 99-000450-34.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering parketnummer 10-376428-24 (m.b.t. de zaak uit 2024)
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte vrij te spreken van belaging. Op de datum zoals genoemd op de dagvaarding zonden aangeefster en verdachte elkaar 971 liefdevolle berichten. Verdachte wist niet dat zijn gedrag ongewenst en belastend was voor aangeefster en had dit ook niet hoeven weten. Dat zij de relatie verbrak kwam voor hem als een schok uit het niets. Hij wilde slechts weten wat er aan de hand was en is na twee weken zelf gestopt.
4.1.2.
Beoordeling
Verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de politie op 27 november 2024 verklaard dat hij aangeefster enkele e-mails en post heeft gestuurd alsmede een uitgebreide brief naar haar ouders. Verder bekent verdachte dat hij post en bloemen heeft verstuurd naar het werk van aangeefster. Verdachte ontkent dat hij foto’s van aangeefster en haar familie op Facebook heeft geplaatst en hij ontkent dreigende WhatsAppberichten te hebben gestuurd.
Uit de aangifte en uit meerdere processen-verbaal van bevindingen blijkt dat aangeefster meerdere WhatsAppberichten heeft ontvangen die dreigend en dwingend van toon zijn en die aangeefster als het ware wilden dwingen om contact op te nemen. Uit het dossier blijkt verder dat verdachte de gebruiker is van de twee onder hem in beslag genomen telefoons, waarmee de berichten zijn verzonden. Deze telefoons kunnen tevens worden gekoppeld aan de verzender van verschillende e-mailberichten, en aan het plaatsen van foto’s op Facebook.
De hoge frequentie van de berichten, die voor een deel ook dreigend en dwingend van aard of toon waren, in combinatie met het benaderen van aangeefsters familie en haar werk, maakt dat het door verdachte gezochte contact op zijn minst genomen indringend en intens was. Dat verdachte en aangeefster,
voorafgaandaan het bericht dat aangeefster het contact wilde verbreken, veelvuldig contact met elkaar hadden gehad, doet daar niet aan af. Aangeefster was immers klip en klaar met haar boodschap: ze wilde het contact verbreken, omdat zij bij nader inzien inzag dat een relatie niet voor hen was weggelegd.
Het op deze wijze veelvuldig zoeken van contact, is naar objectieve maatstaven aan te merken als een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. De rechtbank acht daarmee bewezen dat de verdachte zich aan de ten laste gelegde belaging schuldig heeft gemaakt.
4.1.3.
Conclusie
De rechtbank acht het onder parketnummer 10-376428-24 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewijswaardering feiten 1, 2, 3 en 4 onder parketnummer 03-340897-23 (m.b.t. de zaken uit 2021 en 2022)
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte vrij te spreken van alle vier ten laste gelegde feiten. Verdachte geeft aan dat hij dit alles deed of moest doen in opdracht van zijn ex-partner (aangeefster van feit 4), die boos was op alle aangevers van de feiten 1, 2 en 3.
4.2.2.
Beoordeling
Feit 1 (bedreiging)
Beide aangevers verklaren over en weer dat verdachte hen heeft bedreigd met SMS-berichten. De rechtbank is van oordeel dat de inhoud van voornoemde berichten bedreigend is.
Uit de zich in het dossier bevindende processen-verbaal van bevindingen blijkt dat aangevers daarnaast online zijn belasterd en dat hun werkgevers zijn gemaild. Verder blijkt dat er oproepen op Facebook pagina’s zijn geplaatst om niet in de buurt te komen van de bedrijven waar aangevers werken. Uit het dossier blijkt dat de berichten die op Facebook zijn geplaatst, verzonden zijn met het account van verdachte. Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat het de verdachte is geweest die aangevers via Facebook heeft belasterd.
De ten laste gelegde bedreigingen kunnen weliswaar niet direct aan verdachte worden gelinkt, maar zij passen in het patroon volgens welk verdachte handelt. De wijze van bedreigen in deze zaak vertoont voorts sterke gelijkenissen met die in de zaak van parketnummer 10-376428-24, namelijk het intimideren door ‘andere’ fictieve mensen en het benaderen van werkgevers en familie. Gelet op dit alles houdt de rechtbank het ervoor dat verdachte (ook) de ten laste gelegde SMS-berichten heeft verstuurd. Overigens blijkt uit het dossier niet dat verdachte in opdracht van zijn ex heeft gehandeld. Dit alles leidt ertoe dat feit 1 wettig en overtuigend is bewezen.
Feit 2 (bedreiging)
Aangever heeft verklaard dat tijdens een telefoongesprek met het nummer van [slachtoffer 1] (de aangeefster van feit 4), een mannenstem riep:
“ik maak je kapot! (…) ik weet je te vinden (…) ik snij je neus eraf (…) ik vermoord eerst je kinderen en dan jij(…)”. Vervolgens verklaarde aangever dat hij een voicemailbericht kreeg van de man die hem eerder had bedreigd. Aangever hoorde dat hij zei:
“volgens mij waren wij nog niet uitgesproken of wel maat. Maar ik bericht jouw vrouw hierover, komt goed.”Uit de aangifte blijkt dat aangever daarna een WhatsAppbericht ontving, waarin stond dat
“hij nog niet uitgepraat was met aangever en bij geen bericht naar het huis van aangever zou komen.”Voorts verklaarde aangever dat zijn assistente later werd gebeld door een persoon die zich voorstelde als de partner van [slachtoffer 1] (de aangeefster van feit 4). Aangever herkende op dat moment de stem als de stem van het eerdere telefoongesprek, waarbij de bedreigingen waren geuit. Op de zitting heeft verdachte bevestigd dat hij het voicemailbericht heeft ingesproken. Ook hier geldt weer dat uit het dossier niet volgt dat verdachte in opdracht van zijn ex handelde. Al met al kan ook feit 2 bewezen worden verklaard.
Feit 3 (bedreiging)
Uit de aangifte blijkt dat aangeefster [slachtoffer 2] een brief van verdachte had ontvangen, waarin verdachte haar waarschuwde. Verdachte zou van zijn ex-partner [slachtoffer 1] onder andere de auto van [slachtoffer 2] in brand moeten steken, remmen door moeten snijden, haar opwachten, haar fysiek iets laten doen en haar achter de ramen zetten. Uit het dossier blijkt dat de brief is ondertekend door verdachte. Op zitting heeft de verdachte bekend dat hij de brief heeft verstuurd, maar volgens verdachte moet de brief niet als een bedreiging worden gezien: hij zou aangeefster [slachtoffer 2] juist hebben willen waarschuwen.
De inhoud van de ten laste gelegde passages kan zonder meer als bedreigend worden gekwalificeerd. Dat het juist de bedoeling was om aangeefster [slachtoffer 2] te waarschuwen voor zijn, verdachtes, ex-partner [slachtoffer 1] , vindt geen enkele steun in het dossier. De enkele stelling van verdachte op de zitting dat dit de bedoeling was van de door hem verstuurde brief, is evenmin voldoende om daarvan uit te gaan. Wederom geldt dat er geen aanwijzingen zijn dat verdachte in opdracht van [slachtoffer 1] handelde. Dit alles leidt tot de conclusie dat bewezen kan worden geacht dat verdachte aangeefster heeft bedreigd. Feit 3 kan worden bewezen verklaard.
Feit 4 (belaging)
Partiële vrijspraak
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder gedachtestreepjes 3 ten aanzien van het versturen van brieven met sperma, 6, 7, 8 en 10 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Uit de aangifte, meerdere processen-verbaal van bevindingen en de verklaring van de verdachte ter zitting blijkt dat verdachte na het beëindigen van de relatie door aangeefster veelvuldig contact met haar heeft gezocht. Dit contact bestond uit veelvuldig bellen, het sturen van voicemailberichten en brieven en het langs sturen van een vriend van verdachte om persoonlijk een van verdachte afkomstige brief aan aangeefster te overhandigen. Ook heeft de verdachte op enig moment het UWV benaderd om daar te melden dat aangeefster weer beter zou zijn. Dit alles, in onderling verband en samenhang bezien, moet worden gekwalificeerd als een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster. Wat nu precies het motief was om de aangeefster op deze wijzen te benaderen (volgens de verdachte om tot afspraken te komen over verdeling van spullen), is in dit verband niet relevant. Ook feit 4 kan worden bewezen verklaard.
4.2.3.
Conclusie
De rechtbank acht het onder 1, 2, 3, en 4 onder parketnummer 03-340897-23 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In
bijlage IIheeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Parketnummer 10-376428-24
hij op
een ofmeerdere tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 12 november 2024 tot en met 26 november 2024 te
Rotterdam en/ofZwijndrecht, althans in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] , door (meermalen)
- telefonisch contact met die [slachtoffer 3] op te nemen en
/of
- post en
/ofmails en
/of(via Social Media) berichten te sturen aan die [slachtoffer 3] en
/ofhaar familieleden en
/of
- post en
/ofbloemen op de werklocatie van die [slachtoffer 3] te laten bezorgen en
/of
- een Facebookpagina aan te maken en daarop
(een
)foto
’s)van
die [slachtoffer 3] en/ofhaar familieleden te plaats
ten,
met het oogmerk die [slachtoffer 3]
,te dwingen iets te doen,
niet te doen,te dulden en
/ofvrees aan te jagen;
Parketnummer 03-340897-23
1
hij in
of omstreeksde periode van 14 juli 2021 tot en met 9 september 2021 te Venlo,
althans in Nederland
[slachtoffer 4] en [slachtoffer 5]
heeft bedreigd met
- verkrachting, en
/of
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en
/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en
/of
- gijzeling, en
/of
- zware mishandeling,
door
- die [slachtoffer 4] een (SMS-)tekstbericht te sturen met de tekst: "You think you can play
games with the underworld. Keep a good look behind your shoulder, you'll see us
sooner than you think. If you come home or receive a call and something happened
to your girlfriend, think of us! [adres 2] Venlo.", en
,
- die [slachtoffer 4] een (SMS-)tekstbericht te sturen met de tekst: "You fuck with the
underworld and then get scared and go into hiding. We know where you are and
we'll get you, better stay inside or look behind your shoulder", en
,
-
(op of omstreeks 9 september 2021)die [slachtoffer 4] een (SMS-)tekstbericht te sturen met
de tekst: "Put on something nice tomorrow, we'll keep following you without you
seeing this. Will you continue this game or will you start thinking just in time? You
decide how this ends... Only you started this game, we will finish this game! Send
this message to another person or your lawyer and they will soon find your body in
pieces just like [naam 1] .'', en
,
-
(op of omstreeks 9 september 2021)die [slachtoffer 5] een (SMS-)tekstbericht te sturen
met de tekst: "Your husband decides tomorrow how his started game is continued.
His choice in his own interest alone can turn badly for you. If we don't like it, wihtin
72 hours [naam 2] will be pulled out of your hands and you will work behind the
windows for us in Warshaw.";
2
hij op
of omstreeks9 september 2021 te Venlo, althans in Nederland,
[slachtoffer 6] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/ofmet zware mishandeling,
door die [slachtoffer 6]
(tijdens een telefoongesprek
)dreigend de woorden toe te voegen
"ik weet je te vinden", "ik snij je neus eraf', "ik vermoord eerst je kinderen en dan
jij"
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij in
of omstreeksde periode van 1 februari 2022 tot en met 3 februari 2022 te
Roermond, althans in Nederland
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met
- verkrachting, en
/of
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en
/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en
/of
- zware mishandeling, en
/of
- brandstichting,
door die [slachtoffer 2] vanuit de PI een
(12 pagina's tellende
)brief te sturen met
(onder
meer)de tekst:
- " ik moest u waarschuwen door middel van uw auto in brand te zetten, de remmen
door te snijden of er iets anders mee te doen. Op uw werk moest ik u opwachten en
laten achtervolgen. Lichamelijk en fysiek moest ik u iets laten doen, ik moest u zelfs
achter de ramen zetten want dat was beter werk voor u, dan kreeg u tenminste de
aandacht waarop u geilde", en
,
- " ik moest met een bekende arts in België regelen dat u en [naam 3] gesterilliseerd
door druk/dwang, want jullie mochten nooit kinderen krijgen"
,
althans teksten van gelijke dreigende aard en/ of strekking;
4
hij in
of omstreeksde periode van 17 januari 2022 tot en met 18 februari 2022 te
Lomm, gemeente Venlo, althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door
- die [slachtoffer 1] veelvuldig te bellen,
- die [slachtoffer 1] veelvuldig voicemailberichten te sturen,
- die [slachtoffer 1] veelvuldig brieven te sturen,
waarbij bij enkele brieven sperma was
bijgevoegd,
- een vriend van verdachte ( [naam 4] , alias [naam 4] ) bij die [slachtoffer 1] langs te
sturen om haar een brief te overhandigen,
- naar het UWV te bellen en/of het UWV een brief te sturen, waarin hij, verdachte,
namens en zonder medeweten van die [slachtoffer 1] aangaf dat die [slachtoffer 1] weer beter was,
waardoor haar uitkering werd stopgezet,
- via de telefoonprovider van die [slachtoffer 1] te proberen achter haar nieuwe telefoonnummer te komen,
- naar de voetbalvereniging van de zoon van die [slachtoffer 1] te bellen om achter het telefoonnummer van die [slachtoffer 1] en haar ex ( [slachtoffer 4] ) te komen,
- de advocaat van die [slachtoffer 1] te bellen,
- brieven naar de ouders van die [slachtoffer 1] te sturen,
- te dreigen naaktfoto's van die [slachtoffer 1] openbaar te maken,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en
/of
vrees aan te jagen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10-376428-24
belaging
Parketnummer 03-340897-23
1
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
en
bedreiging met zware mishandeling
en
bedreiging met verkrachting
en
bedreiging met feitelijke aanranding van de eerbaarheid
en
bedreiging met gijzeling
2
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
en
bedreiging met zware mishandeling
3
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
en
bedreiging met zware mishandeling
en
bedreiging met verkrachting
en
bedreiging met feitelijke aanranding van de eerbaarheid
en
bedreiging met brandstichting
4

belaging

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregelen

7.1.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt om geen terbeschikkingstelling op te leggen, omdat uit de verschillende rapportages blijkt dat onderzoekers geen gedragskundige argumenten zien om te adviseren tot deze maatregel. Voorts verzoekt de verdediging, voor zover verdachte schuldig wordt bevonden, tot het opleggen van een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest.
7.2.
Algemene overweging
De straf en maatregelen die aan verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.3.
Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
Uit het dossier blijkt dat verdachte zich over een lange periode in zijn leven veelvuldig schuldig heeft gemaakt aan een complex van feiten, waaronder de belaging en bedreiging van meerdere slachtoffers. De rechtbank neemt de lange lijst van slachtoffers die verdachte heeft gemaakt, in ogenschouw. Hoewel in het geval van de belagingen de relaties tussen verdachte en zijn slachtoffers in het begin ogenschijnlijk liefdevol waren, werd dat steeds snel anders nadat slachtoffers geen contact meer met hem wilden. Verdachte ging dan een grens over door over een langere periode veelvuldig en stelselmatig op indringende en bedreigende wijze contact met hen te zoeken.
Verdachte schuwde in het geval van de bedreigingen zelfs niet om te dreigen met misdrijven die tegen het leven waren gericht, het prostitueren van anderen, het ontvoeren en doden van kinderen of het afsnijden van ledematen. Verdachte heeft door zijn handelen op een indringende en intimiderende wijze grove inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn slachtoffers waardoor zij zich angstig, onvrij en onveilig hebben gevoeld.
Zelfs na overduidelijke signalen van de slachtoffers dat zij geen contact meer met hem wilden hebben, heeft hij op geen enkele wijze blijk gegeven daar gevolg aan te willen geven. Ook heeft hij zich meerdere malen op geraffineerde wijze als iemand anders voorgedaan waardoor het moest lijken dat een ander en niet verdachte de slachtoffers benaderde. Verdachte heeft hiermee laten zien dat híj wilde bepalen wanneer het contact genoeg was en dat alleen híj wilde beslissen wanneer dit stopte. Dit toont aan dat verdachte geen enkel respect had voor zijn slachtoffers en geen ‘nee’ wilde horen. De rechtbank rekent verdachte zijn handelen aan.
7.4.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.4.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 15 juli 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld, ook voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
Psychiater [persoon A] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 27 juni 2025. Dit rapport houdt het volgende in:
Bij verdachte is sprake van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met vooral antisociale en narcistische trekken. Deze stoornis was aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde feiten. De stoornis beïnvloedde in beperkte mate de onderzochte gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Vanuit gedragskundig oogpunt worden beperkte beïnvloedingsmogelijkheden gezien. (…) Onderzoeker ziet geen gedragskundige argumenten om te adviseren tot een maatregel tot terbeschikkingstelling, maar begrijpt dat de juridische weging anders kan zijn. Ter beïnvloeding van het als hoog ingeschatte recidiverisico zal slechts langdurige vrijheidsbeneming, monitoring en extern toezicht van meerwaarde zijn.
Psycholoog [persoon B] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 29 juni 2025. Dit rapport houdt het volgende in:
Bij verdachte is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. Ten tijde van het plegen van de tenlasteleggingen, voor zover bewezen en bekend, was de stoornis aanwezig. De stoornis beïnvloedde in zeer geringe mate de onderzochte gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Met name de antisociale trekken van de andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis hebben invloed op de kans op recidive, waarbij hij bewuste keuzes maakt en niet beperkt wordt in zijn keuzevrijheid. Hij weet dat wat hij doet, strafbaar is. Zorgwekkend is dat er aanwijzingen zijn die duiden op psychopate kenmerken. De narcistische trekken hebben slechts een heel beperkt aandeel in het aansturen van het gedrag. Langdurige monitoring en extern toezicht kunnen het recidiverisico mogelijk omlaag brengen, (…). Ter beïnvloeding van het als hoog ingeschatte recidiverisico zal slechts langdurige vrijheidsbeneming, monitoring en extern toezicht van meerwaarde zijn.
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 15 juli 2025. Dit rapport houdt het volgende in:
Het Leger des Heils acht het risico in algemene zin en als het gaat om terugval in stalking hoog. Verdachte heeft meerdere keren onder toezicht gestaan van de reclassering, maar dit heeft niet geleid tot een (duurzame) gedragsverandering en vermindering van recidive. Ook nu is te zien dat de verdachte voornamelijk gericht is op zaken die in zijn belang zijn.
Het Leger des Heils acht terbeschikkingstelling met voorwaarden niet haalbaar. Daarvoor is commitment, samenwerking en motivatie van de verdachte nodig. Door het gebrek aan probleeminzicht, zijn persoonlijkheidsproblematiek en zijn ontkenning is de verwachting dat hij moeite zal hebben zich te committeren aan de reeks van voorwaarden, die terbeschikkingstelling met voorwaarden met zich meebrengt. Verdachte neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn gedrag (hij zit opnieuw in detentie door politie, justitie en media, vindt hij) en laat vrijwel geen empathie zien naar de vermeende slachtoffers. Bij de terbeschikkingstelling met voorwaarden speelt daarnaast de behandelcomponent (gericht op de stoornis) een prominente rol in het traject en, zoals ook de psycholoog en psychiater aangeven, lijkt zijn gedrag vooral gestuurd door antisociale, criminogene factoren (niet stoornis gerelateerd) welke lastig behandelbaar zijn.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
7.5.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Toerekeningsvatbaarheid
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog wat de toerekenbaarheidsvraag betreft worden gedragen door hun bevindingen en door hetgeen op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt zij die tot de hare. Op basis hiervan wordt geoordeeld dat bij verdachte tijdens het begaan van de feiten een psychische stoornis bestond, in verband waarmee hij in enigszins verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Straf
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
TBS-maatregel
De rechtbank stelt vast dat bij verdachte ten tijde van de bewezen verklaarde feiten een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Uit de hierboven genoemde rapporten leidt de rechtbank voorts af dat sprake is van een hoog recidiverisico en dat slechts een langdurige vrijheidsbeneming, monitoring en extern toezicht van meerwaarde zal zijn. Uit de rapporten blijkt volgens de rechtbank tevens dat het opleggen van bijzondere voorwaarden niet volstaat. De rechtbank volgt op voornoemde punten de conclusies van de deskundigen; aldus komt oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling in beeld.
Aan de wettelijke vereisten voor oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling is voldaan: ten tijde van het begaan van de bewezen verklaarde feiten was er bij verdachte sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, en stalking en bedreiging betreffen allebei misdrijven als genoemd in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 2, Sr. Gelet op de combinatie van de bewezen feiten en het hoge recidiverisico kan voorts worden geconcludeerd dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de terbeschikkingstelling van verdachte vereist. Hierna zal nog worden gemotiveerd dat en waarom de rechtbank voorts van oordeel is dat de algemene veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat verdachte / de ter beschikking gestelde van overheidswege wordt verpleegd.
Vanuit gedragskundig oogpunt zien de deskundigen op dit moment geen argumenten voor het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling, maar gedragsverandering door langdurige behandeling wordt ook niet uitgesloten. De psychiater heeft expliciet vermeld te begrijpen dat een juridische weging anders kan zijn. Beide deskundigen geven aan dat ter beïnvloeding van het als hoog ingeschatte recidiverisico slechts langdurige vrijheidsbeneming, monitoring en extern toezicht van meerwaarde zijn. Verder uit de psycholoog haar zorgen over aanwijzingen die duiden op psychopate kenmerken.
Terbeschikkingstelling met voorwaarden acht de rechtbank niet passend. Alle deskundigen menen dat verdachte zich niet aan voorwaarden zal houden (ook niet in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden), en gezien de lange lijst van slachtoffers die verdachte reeds heeft gemaakt en het hoge recidiverisico resteert er dan geen andere mogelijkheid dan het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, zijnde dit de enige manier om anderen voor langere duur tegen verdachte te beveiligen. De rechtbank zal dan ook de terbeschikkingstelling van verdachte gelasten en bevelen dat hij van overheidswege wordt verpleegd.
Op grond van artikel 38e, eerste lid, Sr gaat de totale duur van de maatregel een periode van vier jaar niet te boven, tenzij deze is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen (een zogenoemd geweldsmisdrijf). Belaging en bedreiging hoeven niet, maar kunnen onder omstandigheden wel worden aangemerkt als misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Naar het oordeel van de rechtbank doet die laatste situatie zich hier voor. Dit wordt hierna toegelicht.
Uit zijn justitiële documentatie blijkt dat verdachte niet alleen eerdere veroordelingen voor belaging op zijn naam heeft staan, maar ook voor feiten als bedreiging en zelfs mishandeling. Daarnaast zijn in de onderhavige zaak de door verdachte geuite bedreigingen zeer ernstig en dusdanig vaak geuit dat uit alle omstandigheden samen een reëel risico blijkt van uitvoering. Gelet op deze omstandigheden komt de rechtbank tot de conclusie dat sprake was van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen zoals bedoeld in artikel 38e, eerste lid, Sr. Hieruit volgt dat in de onderhavige zaak sprake is van een ongemaximeerde terbeschikkingstelling en dat de totale duur van de maatregel een periode van vier jaar te boven mag gaan.
Maatregel ex artikel 38z Sr
Daarnaast is een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, Sr (hierna: maatregel langdurig toezicht) noodzakelijk. Uit de rapporten van de deskundigen blijkt dat sprake is van een groot gevaar voor herhaling van stalking en bedreiging Om de veiligheid van anderen te beschermen, dient verdachte derhalve langdurig onder toezicht te staan.
Ook aan de overige wettelijke vereisten voor de oplegging van de ‘maatregel langdurig toezicht’ is voldaan; verdachte zal namelijk ter beschikking worden gesteld.
Gelet op het voorgaande zal de maatregel langdurig toezicht worden opgelegd.
Conclusie
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregelen passend en geboden.

8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

Als benadeelde partij hebben zich in het geding gevoegd:
[slachtoffer 3] ter zake van het onder parketnummer 10-376428-24 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert vergoeding van € 276,16 aan materiële schade.
[slachtoffer 5] ter zake van het onder parketnummer 03-340897-23 ten laste gelegde feit 1. De benadeelde partij vordert vergoeding van € 875,46 aan materiële schade en vergoeding van € 2.500,00 aan immateriële schade.
[slachtoffer 4] ter zake van het onder parketnummer 03-340897-23 ten laste gelegde feit 1. De benadeelde partij vordert vergoeding van € 875,46 aan materiële schade en een vergoeding van € 2.500,00 aan immateriële schade.
8.1.
Beoordeling
De vordering van [slachtoffer 3] betreft kort gezegd door haar betaalde kosten van samen met verdachte gemaakte uitjes en kosten voor een nieuw paspoort met foto’s om naar het buitenland (België) te kunnen gaan. Er is geen rechtsgrond te bedenken op basis waarvan dergelijke kosten, gemaakt op een moment dat de relatie tussen hen beiden nog bestond en er van belaging of anderszins onrechtmatig handelen nog geen sprake was, na het verbreken van de relatie als geleden schade zouden moeten worden aangemerkt. Het gevorderde schadebedrag zal daarom worden afgewezen, met veroordeling van benadeelde partij [slachtoffer 3] in de kosten, die aan de zijde van verdachte zullen worden vastgesteld op nihil.
Vast staat dat aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] door het onder parketnummer 03-340897-23 ten laste gelegde feit 1 rechtstreeks (materiële) schade is toegebracht. De vordering is door de verdachte niet weersproken en ligt daarmee voor toewijzing gereed.
Hetzelfde geldt voor het materiële deel van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] .
[slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] hebben voorts ieder een bedrag van € 2.500,- gevorderd ter zake van immateriële schade. Ook (de hoogte van) deze bedragen is/zijn niet betwist. Het bedrag van € 2.500,- per persoon acht de rechtbank ook billijk. Ook dit bedrag zal worden toegewezen.
De benadeelde partijen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] hebben gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 9 september 2021.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] geheel zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.2.
Conclusie
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] wordt afgewezen.
De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 5] ter zake van schadevergoeding een bedrag betalen van € 3.375,46, vermeerderd met de wettelijke rente.
De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 4] ter zake van schadevergoeding een bedrag betalen van € 3.375,46, vermeerderd met de wettelijke rente.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr ter zake beide benadeelde partijen passend en geboden geacht.

9.Vordering herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling

9.1.
Beslissing waarvan herroeping wordt gevorderd
Bij vonnis van 31 maart 2021 van de rechtbank Limburg (parketnummer 03.659289/17) is de verdachte veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van voorarrest.
De verdachte is op 18 september 2024 voorwaardelijk in vrijheid gesteld, onder de algemene voorwaarde dat hij zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. De proeftijd is ingegaan op 18 september 2024 en bedraagt 1 jaar.
9.2.
Beoordeling
Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan de voorwaardelijke invrijheidstelling verbonden algemene voorwaarde niet nageleefd.
Daarom zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toewijzen en bevelen dat het gedeelte van de vrijheidsstraf dat niet ten uitvoer is gelegd, te weten 57 dagen, alsnog geheel moet worden ondergaan. De verdediging heeft nog betoogd dat geen rekening is gehouden met de dagen dat verdachte in uitleveringsdetentie heeft gezeten. Dit leidt niet tot een ander aantal dagen dan 57. Met de uitleveringsdetentie wordt rekening gehouden bij de aftrek van het voorarrest in de onderhavige zaak.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 37a, 37b, 38z, 57, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar,
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
beveelt dat de ter beschikking gestelde
van overheidswege wordt verpleegd;
verstaat dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen;
legt aan verdachte op de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;
wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] af;
veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 3] in de proceskosten, die tot op heden aan de zijde van de verdachte worden begroot op nihil;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] te betalen een bedrag van
€ 3.375,46 (zegge: drieduizend driehonderdvijfenzeventig euro en zesenveertig eurocent), bestaande uit € 875,46 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] , te betalen een bedrag van
€ 3.375,46 (zegge: drieduizend driehonderdvijfenzeventig euro en zesenveertig eurocent), bestaande uit € 875,46 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partijen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 5] te betalen
€ 3.375,46(hoofdsom,
zegge:
drieduizend driehonderdvijfenzeventig euro en zesenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 3.375,46niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
43 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 4] te betalen
€ 3.375,46(hoofdsom,
zegge:
drieduizend driehonderdvijfenzeventig euro en zesenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 3.375,46niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
43 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
wijst toe de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling;
beveelt dat het gedeelte van de vrijheidsstraf dat niet ten uitvoer is gelegd, groot 57 dagen, alsnog moet worden ondergaan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en J. Langeveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H. Tchang, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter, jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Parketnummer 10-376428-24
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 november 2024 tot en met 26 november 2024 te Rotterdam en/of Zwijndrecht, althans in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] , door (meermalen)
- telefonisch contact met die [slachtoffer 3] op te nemen en/of
- post en/of mails en/of (via Social Media) berichten te sturen aan die [slachtoffer 3] en/of haar familieleden en/of
- post en/of bloemen op de werklocatie van die [slachtoffer 3] te laten bezorgen en/of
- een Facebookpagina aan te maken en daarop (een) fotoCs) van die [slachtoffer 3] en/of haar familieleden te plaatsten,
met het oogmerk die [slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
Parketnummer 03-340897-23
1
hij in of omstreeks de periode van 14 juli 2021 tot en met 9 september 2021 te Venlo,
althans in Nederland
[slachtoffer 4] en [slachtoffer 5]
heeft bedreigd met
- verkrachting, en/of
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- gijzeling, en/of
- zware mishandeling,
door
- die [slachtoffer 4] een (SMS-)tekstbericht te sturen met de tekst: "You think you can play
games with the underworld. Keep a good look behind your shoulder, you'll see us
sooner than you think. If you come home or receive a call and something happened
to your girlfriend, think of us! Helbeek 181 Venlo.", en,
- die [slachtoffer 4] een (SMS-)tekstbericht te sturen met de tekst: "You fuck with the
underworld and then get scared and go into hiding. We know where you are and
we'll get you, better stay inside or look behind your shoulder", en,
- ( op of omstreeks 9 september 2021) die [slachtoffer 4] een (SMS-)tekstbericht te sturen met
de tekst: "Put on something nice tomorrow, we'll keep following you without you
seeing this. Will you continue this game or will you start thinking just in time? You
decide how this ends... Only you started this game, we will finish this game! Send
this message to another person or your lawyer and they will soon find your body in
pieces just like [naam 1] .'', en,
- ( op of omstreeks 9 september 2021) die [slachtoffer 5] een (SMS-)tekstbericht te sturen
met de tekst: "Your husband decides tomorrow how his started game is continued.
His choice in his own interest alone can turn badly for you. If we don't like it, wihtin
72 hours [naam 2] will be pulled out of your hands and you will work behind the
windows for us in Warshaw.";
2
hij op of omstreeks 9 september 2021 te Venlo, althans in Nederland,
[slachtoffer 6] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 6] (tijdens een telefoongesprek) dreigend de woorden toe te voegen
"ik weet je te vinden", "ik snij je neus eraf', "ik vermoord eerst je kinderen en dan
jij", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2022 tot en met 3 februari 2022 te
Roermond, althans in Nederland
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met
- verkrachting, en/of
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- zware mishandeling, en/of
- brandstichting,
door die [slachtoffer 2] vanuit de PI een (12 pagina's tellende) brief te sturen met (onder
meer) de tekst:
- " ik moest u waarschuwen door middel van uw auto in brand te zetten, de remmen
door te snijden of er iets anders mee te doen. Op uw werk moest ik u opwachten en
laten achtervolgen. Lichamelijk en fysiek moest ik u iets laten doen, ik moest u zelfs
achter de ramen zetten want dat was beter werk voor u, dan kreeg u tenminste de
aandacht waarop u geilde", en,
- " ik moest met een bekende arts in België regelen dat u en [naam 3] gesterilliseerd
door druk/dwang, want jullie mochten nooit kinderen krijgen",
althans teksten van gelijke dreigende aard en/ of strekking;
4
hij in of omstreeks de periode van 17 januari 2022 tot en met 18 februari 2022 te
Lomm, gemeente Venlo, althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door
- die [slachtoffer 1] veelvuldig te bellen,
- die [slachtoffer 1] veelvuldig voicemailberichten te sturen,
- die [slachtoffer 1] veelvuldig brieven te sturen, waarbij bij enkele brieven sperma was
bijgevoegd,
- een vriend van verdachte ( [naam 1] , alias [naam 4] ) bij die [slachtoffer 1] langs te
sturen om haar een brief te overhandigen,
- naar het UWV te bellen en/of het UWV een brief te sturen, waarin hij, verdachte,
namens en zonder medeweten van die [slachtoffer 1] aangaf dat die [slachtoffer 1] weer beter was,
waardoor haar uitkering werd stopgezet,
- via de telefoonprovider van die [slachtoffer 1] te proberen achter haar nieuwe telefoonnummer te komen,
- naar de voetbalvereniging van de zoon van die [slachtoffer 1] te bellen om achter het telefoonnummer van die [slachtoffer 1] en haar ex ( [slachtoffer 4] ) te komen,
- de advocaat van die [slachtoffer 1] te bellen,
- brieven naar de ouders van die [slachtoffer 1] te sturen,
- te dreigen naaktfoto's van die [slachtoffer 1] openbaar te maken,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of
vrees aan te jagen.