In deze zaak heeft eiseres, een B.V., een vordering ingesteld tegen meerdere gedaagden na een frauduleuze telefonische oplichting. De eiseres werd gebeld door een fraudeur die zich voordeed als bankmedewerker en haar overhaalde om toegang te geven tot haar computer en bankcodes te delen. Hierdoor kon de fraudeur grote bedragen van de bankrekening van eiseres overboeken naar de rekeningen van de gedaagden. De eiseres vorderde terugbetaling van deze bedragen op basis van onverschuldigde betaling, nadat zij haar oorspronkelijke vordering op onrechtmatige daad had ingetrokken. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van eiseres tegen gedaagde 1, die stelde dat hij slachtoffer was van de fraude, werd toegewezen. De rechter oordeelde dat gedaagde 1 € 4.876,12 moest terugbetalen, omdat er zonder rechtsgrond een bedrag van eiseres naar hem was overgemaakt. De kantonrechter verwierp het beroep van gedaagde 1 op redelijkheid en billijkheid, omdat hij had nagelaten zijn pinpas zorgvuldig te bewaren. Gedaagden 2 tot en met 5, die niet verschenen waren, werden ook veroordeeld tot terugbetaling van de door eiseres gevorderde bedragen. De rechter kende rente en proceskosten toe aan eiseres, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.