ECLI:NL:RBROT:2025:10983
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep na overlijden eiseres en gebrek aan bevoegdheid van gemachtigde
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 12 september 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, afkomstig uit Vlaardingen, had een aanvraag ingediend bij de minister van Financiën om geldschulden over te nemen op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen. Het verzoek werd echter afgewezen door de minister op 13 juni 2023. Eiseres ging in bezwaar, maar dit bezwaar werd op 14 november 2023 niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 2 mei 2025 werd echter vastgesteld dat eiseres was overleden. De gemachtigde van eiseres heeft dit bevestigd en aangegeven niet bevoegd te zijn om namens de gezamenlijke erven op te treden, en dat er geen verklaring van erfrecht kon worden overgelegd. De rechtbank heeft vervolgens moeten beoordelen of het beroep ontvankelijk was. Gezien het overlijden van eiseres en het ontbreken van een verklaring van erfrecht, concludeerde de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk was. Dit betekent dat de rechtbank niet toekwam aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.