ECLI:NL:RBROT:2025:10937

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
15 september 2025
Zaaknummer
11535754 CV EXPL 25-2862
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van verstekvonnis en afwijzing van eis tot ontbinding huurovereenkomst wegens onvoldoende bewijs van illegale prostitutie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder en een huurder. De verhuurder, aangeduid als [eiseres], had de huurovereenkomst willen ontbinden op basis van de beschuldiging dat er illegale prostitutie plaatsvond in de woning van de huurder, aangeduid als [gedaagde]. In een eerder verstekvonnis was de eis van [eiseres] toegewezen, maar [gedaagde] ging hiertegen in verzet.

Tijdens de zitting op 29 juli 2025 heeft de kantonrechter de zaak besproken met beide partijen en hun gemachtigden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de enige onderbouwing voor de beschuldiging van illegale prostitutie een politierapportage was, waarin meldingen van overlast en aanwezigheid van prostituees in de woning werden genoemd. Echter, de verklaringen in het rapport waren anoniem en niet ondertekend, en de huurder heeft met eigen verklaringen van drie vrouwen en andere getuigen de beschuldigingen weerlegd.

De kantonrechter oordeelde dat de bewijsvoering van [eiseres] onvoldoende was om de beschuldiging van illegale prostitutie te onderbouwen. De kantonrechter vernietigde het eerdere verstekvonnis en wees de eis van [eiseres] af, waardoor [gedaagde] in de woning mocht blijven wonen. Tevens werd [eiseres] veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan [gedaagde]. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de proceskostenveroordeling onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11535754 CV EXPL 25-2862
datum uitspraak: 29 augustus 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
vestigingsplaats: [plaats] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.E. Roeters van Lennep,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [plaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.A. Bhagwandin.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van [eiseres] , met bijlagen;
  • het verstekvonnis van deze rechtbank van 9 januari 2025 met zaaknummer 11452760;
  • de verzetdagvaarding van [gedaagde] ;
  • de mails van de gemachtigde van [gedaagde] van 24 en 25 juli 2025, met bijlagen;
  • de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [gedaagde] .
1.2.
Op 29 juli 2025 heeft de kantonrechter de zaak tijdens een zitting met de partijen en hun gemachtigden besproken.

2.De feiten

Wat is de kern van de zaak?
2.1.
[gedaagde] huurt een woning van [eiseres] . Volgens [eiseres] vond er illegale prostitutie plaats in die woning. Ze eist daarom dat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbindt en [gedaagde] veroordeelt om de woning te ontruimen. In het verstekvonnis is die eis toegewezen. [gedaagde] is het niet eens met de eis en het verstekvonnis. Volgens hem vond er geen illegale prostitutie plaats in de woning.
2.2.
De kantonrechter vernietigt het verstekvonnis en wijst de eis van [eiseres] af. [gedaagde] mag dus in de woning blijven wonen. In dit vonnis legt de rechter uit waarom.
De verklaringen uit de politierapportage zijn onvoldoende
2.3.
[eiseres] stelt dus dat er illegale prostitutie plaatsvond in de woning. De enige onderbouwing die zij voor deze stelling heeft gegeven is een politierapportage.
2.4.
In de politierapportage staat dat de politie meldingen heeft gehad dat een persoon of meerdere personen in de woning seksuele handelingen met een ander tegen betaling aanbieden. De politie is op 20 augustus 2024 langsgegaan. Er waren toen drie prostituees in de woning aanwezig. Volgens de politierapportage heeft de eerste verklaard dat zij drie klanten heeft ontvangen in de woning. De tweede zou hebben verklaard dat er wel gewerkt wordt in de woning, maar niet door haar. De derde zou hebben verklaard dat zij op dit moment niet werkzaam is als sekswerker. Er zijn geen namen genoteerd van de vrouwen en de verklaringen zijn niet ondertekend.
2.5.
Volgens [gedaagde] kloppen de verklaringen in het rapport niet. Hij stelt dat het gaat om zijn ex-vriendin [naam 1] , de zus van [naam 1] en een vriendin van die zus, die allemaal sinds een paar dagen in zijn woning waren. Volgens hem klopt het niet dat de vrouwen vanuit de woning gewerkt hebben als prostituee. Hij heeft drie verklaringen aangeleverd. Volgens hem zijn dit verklaringen van de drie dames. Dat is door [eiseres] niet betwist. In die verklaringen staat dat het politierapport onjuist is en dat zij niet vanuit de woning hebben gewerkt.
2.6.
[gedaagde] heeft hiermee de verklaringen uit het rapport voor een groot deel ontkracht. Wat overblijft is één anonieme verklaring van een buurtbewoner die overlast zou hebben gehad van aanloop in de woning en de melding in het rapport dat er diverse overlastmeldingen zijn geweest. Om hoeveel overlastmeldingen het gaat, wanneer die meldingen zijn gedaan en wat er precies is gemeld, staat niet in het rapport. Dit is onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van illegale prostitutie.
Uit de dildo, bodylotion en het toiletpapier blijkt niets
2.7.
Verder staat in het rapport dat de politie in een slaapkamer een voorbinddildo, bodylotion en een rol toiletpapier heeft gevonden. Volgens [gedaagde] is dat voor eigen gebruik, zodat daaruit ook niets kan worden afgeleid. In de prullenbak heeft de politie diverse vuilniszakjes met daarin condoomverpakkingen gevonden. Volgens [gedaagde] had hij deze condooms gebruikt. Vervolgens heeft [eiseres] niet verder onderbouwd waaruit blijkt dat al deze spullen voor prostitutie (moeten) zijn gebruikt. De kantonrechter oordeelt daarom dat de artikelen geen indicatie vormen voor prostitutie. Ditzelfde geldt voor de constatering dat de kamerthermostaat op 24 graden stond. Waarom dit op prostitutie zou duiden, wordt verder niet toegelicht. Bovendien is het goed mogelijk dat het in augustus in een woning 24 graden is.
[gedaagde] heeft ook nog ontlastende verklaringen aangeleverd
2.8.
[gedaagde] heeft daarnaast nog een aantal verklaringen aangeleverd. Deze verklaringen zijn door [eiseres] niet betwist.
2.9.
[gedaagde] heeft een verklaring aangeleverd van de heer [naam 2] , zijn ambulant begeleider vanuit Humane Zorg. [naam 2] verklaart dat hij wekelijks op bezoek komt, op onregelmatige tijdstippen en dat hij nooit tekenen van prostitutie heeft waargenomen. Hij verklaart dat als hij dat wel zou hebben gezien hij direct melding had moeten doen bij relevante instanties, maar dat hier geen sprake van is geweest.
2.10.
[gedaagde] heeft verder een verklaring van zijn zus aangeleverd. Die verklaart dat haar zoon regelmatig bij [gedaagde] verblijft en dat zij dat nooit zou doen bij twijfels over zijn veiligheid. Ze verklaart dat ze nooit iets verdachts heeft gezien.
2.11.
Ook de moeder van een dochter van [gedaagde] heeft verklaard dat zij regelmatig op bezoek gaat bij [gedaagde] , met hun dochter, en dat zij nooit iets ongepasts of ongunstigs heeft gezien en nooit andere mensen heeft aangetroffen.
2.12.
Ten slotte heeft [gedaagde] ook een verklaring van zijn directe buurvrouw aangeleverd. Zij verklaart dat [gedaagde] niet voor overlast zorgt en een goede buurman is.
2.13.
Door deze verklaringen van familie, maar vooral ook van de hulpverlener en de buurvrouw heeft [gedaagde] zijn verweer dat er geen prostitutie in de woning plaatsvindt goed onderbouwd.
Conclusie: [eiseres] heeft haar stellingen onvoldoende onderbouwd
2.14.
De kantonrechter concludeert dat de politierapportage een magere onderbouwing is van de stelling dat er in de woning illegale prostitutie plaatsvond. Daar tegenover staan vier concrete verklaringen, waaruit volgt dat er niets aan de hand kan zijn in de woning. Van [eiseres] mag worden verwacht dat zij haar stelling dat sprake is van illegale prostitutie verder had onderbouwd. Het is namelijk een ernstige beschuldiging, die vergaande gevolgen kan hebben. [eiseres] heeft dat niet gedaan. Dat betekent dat niet vaststaat dat er sprake was van illegale prostitutie.
De eis van [eiseres] wordt afgewezen
2.15.
Het voorgaande betekent dat de kantonrechter de huurovereenkomst niet ontbindt en [gedaagde] ook niet veroordeelt om de woning te ontruimen. Het verstekvonnis wordt dus vernietigd en de eis van [eiseres] wordt afgewezen.
[eiseres] moet de proceskosten betalen
2.16.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] , omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [eiseres] aan [gedaagde] moet betalen op € 408,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 204,-) en € 102,- aan nakosten. Dat is in totaal € 510,-. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.17.
De proceskostenveroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [gedaagde] dat eist en [eiseres] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat die veroordeling meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
vernietigt het op 9 januari 2025 tussen de partijen gewezen verstekvonnis met zaaknummer 11452760;
3.2.
wijst de eis van [eiseres] af;
3.3.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 510,-;
3.4.
verklaart 3.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
33394