ECLI:NL:RBROT:2025:1078

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 januari 2025
Publicatiedatum
27 januari 2025
Zaaknummer
11452114 VV EXPL 24-619
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming en betaling van huurachterstand in kort geding

In deze zaak heeft PICO Groep, eiseres, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die zelf procedeert, met als doel de ontruiming van een bedrijfsruimte en betaling van huurachterstand. PICO Groep verhuurt sinds 1 april 2021 een bedrijfsruimte aan gedaagde, maar sinds augustus 2024 heeft gedaagde de huur niet meer betaald. De totale huurachterstand bedraagt € 3.330,88, en daarnaast zijn er waterverbruikskosten van € 1.891,57 die gedaagde ook niet heeft voldaan. Tijdens de zitting op 16 januari 2025 heeft gedaagde weliswaar gesteld dat hij vier achterstallige huurtermijnen heeft betaald, maar dit niet onderbouwd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van PICO Groep toewijsbaar zijn, omdat gedaagde zijn betalingsverplichtingen niet is nagekomen. De kantonrechter heeft de ontruiming van de bedrijfsruimte toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat PICO Groep het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren zonder te wachten op een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11452114 VV EXPL 24-619
datum uitspraak: 30 januari 2025
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. C.A. Gobbens,
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. [handelsnaam A],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘PICO Groep’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 20 december 2024, met bijlagen;
  • de aanvullende producties van PICO Groep van 14 januari 2025.
1.2.
Op 16 januari 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig [persoon A] namens PICO Groep met mr. L. Muller namens haar gemachtigde en [gedaagde] .

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
PICO Groep verhuurt sinds 1 april 2021 een bedrijfsruimte aan de [adres] in [vestigingsplaats] aan [gedaagde] . PICO Groep wil dat [gedaagde] het gehuurde ontruimt, omdat hij sinds augustus 2024 de afgesproken huurprijs niet meer betaalt. Tot en met december 2024 bedraagt de huurachterstand € 3.330,88. Daarnaast heeft [gedaagde] volgens PICO Groep de kosten van het waterverbruik sinds hij de bedrijfsruimte huurt niet betaald. Die kosten zijn € 1.891,57, berekend tot en met december 2024. Omdat [gedaagde] al vijf maanden de huur niet meer heeft betaald en de waterverbruikskosten nooit heeft betaald, loopt de achterstand alleen maar op. PICO Groep wil daarom zo snel mogelijk weer over het gehuurde beschikken.
2.2.
Naast ontruiming en betaling van de achterstand vordert PICO Groep van [gedaagde] buitengerechtelijke incassokosten van € 636,12. Zij vordert van hem ook de rente die over de achterstallige huurpenningen € 184,53 bedraagt, berekend tot 17 december 2024 met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.3.
De kantonrechter wijst de vorderingen van PICO Groep toe. Dit betekent dat [gedaagde] het gehuurde moet verlaten en de achterstand moet betalen met bijkomende kosten. Hierna wordt uitgelegd waarom.

3.De beoordeling

Het beoordelingskader
3.1.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat die partij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de eis in een gewone procedure wordt toegewezen. Verder moet worden meegewogen het belang dat PICO Groep heeft bij toewijzing van de eis en de gevolgen hiervan voor [gedaagde] als deze uitspraak later wordt teruggedraaid.
3.2.
PICO Groep heeft voldoende toegelicht dat zij een spoedeisend belang heeft om het gehuurde zo snel mogelijk beschikbaar te hebben. [gedaagde] heeft namelijk niet voldaan aan zijn betalingsverplichtingen.
De betalingsachterstand en ontruiming worden toegewezen
3.3.
[gedaagde] heeft ter zitting gesteld dat hij inmiddels vier achterstallige huurtermijnen heeft betaald, maar hij heeft dit niet onderbouwd met bijvoorbeeld betaalbewijzen. Omdat hij verder de hoogte van de gevorderde huurachterstand niet heeft betwist gaat de kantonrechter er van uit dat deze klopt. [gedaagde] moet de huurachterstand ter hoogte van € 3.330,88 dus nog betalen. Datzelfde geldt voor de gevorderde waterverbruikskosten van € 1.891,57. Die moet hij ook betalen. [gedaagde] heeft weliswaar ter zitting verklaard dat de kosten voor het waterverbruik € 39,- per kwartaal zijn, maar hij heeft ook dit niet onderbouwd. PICO Groep heeft daartegenover voldoende onderbouwd dat de waterverbruikskosten per maand en niet per kwartaal in rekening worden gebracht en dat de maandelijkse kosten € 43,99 bedragen. Zij heeft daarbij ook uitgelegd dat die kosten op grond van artikel 15 van de huurovereenkomst voor rekening van [gedaagde] komen. De kantonrechter gaat er dan ook van uit dat de gestelde hoogte van de waterverbruikskosten juist is en dat betekent dat [gedaagde] ook die kosten moet betalen.
3.4.
Gelet op de hoogte van de betalingsachterstand is het aannemelijk dat een rechter in een gewone procedure zal oordelen dat er voldoende grond is om de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter zal daarom vooruitlopen op een gewone procedure en de gevorderde ontruiming toewijzen.
3.5.
Omdat [gedaagde] op grond van de huurovereenkomst verplicht is maandelijks de huur en waterverbruikskosten aan PICO Groep te betalen, zal hij ook worden veroordeeld om vanaf januari 2025 tot aan de datum van ontruiming van het gehuurde per maand een bedrag van € 692,57 aan huur en een bedrag van € 43,99 voor gebruik van water aan PICO Groep te betalen.
Incassokosten
3.6.
De incassokosten van € 636,12 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
Rente
3.7.
De gevorderde (contractuele) rente wordt ook toegewezen, omdat PICO Groep genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist. Daarom zit in het totale bedrag dat [gedaagde] aan PICO Groep moet betalen de rente van € 184,53 die PICO Groep heeft berekend tot 17 december 2024 over de achterstallige huurtermijnen.
Proceskosten
3.8.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan PICO Groep moet betalen op € 116,39 aan dagvaardingskosten, € 496,- aan griffierecht, € 543,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.290,39. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.
Uitvoerbaar bij voorraad
3.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat PICO Groep dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen zeven dagen nadat dit vonnis is betekend de bedrijfsruimte aan de [adres] in Rotterdam te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van PICO Groep te stellen;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan PICO Groep te betalen:
- € 3.330,88 aan achterstallige huurpenningen, te vermeerderen met de contractuele rente van 2% per maand zoals bedoeld in artikel 17 van de huurovereenkomst over dat bedrag vanaf 17 december 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
- € 1.891,57 aan waterverbruikskosten met de contractuele rente van 2% per maand zoals bedoeld in artikel 17 van de huurovereenkomst over dat bedrag, te berekenen vanaf de vervaldata van de facturen tot de dag dat volledig is betaald;
- € 636,12 aan buitengerechtelijke incassokosten met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
- de verschenen contractuele rente over de achterstallige huurpenningen ter hoogte van € 184,53, berekend tot 17 december 2024.
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan PICO Groep vanaf januari 2025 tot aan de datum van ontruiming te betalen € 692,57 aan huur en € 43,99 voor gebruik van water;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van PICO Groep worden begroot op € 1.290,39 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag dat volledig is betaald;
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom en in het openbaar uitgesproken.
53954