ECLI:NL:RBROT:2025:1076

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
27 januari 2025
Zaaknummer
C/10/681919 / HA ZA 24-579
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van woning na echtscheiding met betrekking tot financiering en medewerking aan verkoop

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 15 januari 2025 uitspraak gedaan over de verdeling van een gezamenlijke woning na echtscheiding. De vrouw, eiseres in conventie, vorderde dat de man, gedaagde in conventie, zou meewerken aan de verkoop van de woning. In een eerdere beschikking van 14 december 2023 was de woning aan de man toebedeeld, onder de voorwaarde dat hij deze kon financieren. De man heeft echter niet binnen de gestelde termijn van vier maanden de financiering kunnen regelen, wat leidde tot de vordering van de vrouw. De rechtbank oordeelde dat de man geen beroep kon doen op artikel 3:178 lid 3 BW, omdat hij deze vordering eerder had moeten indienen bij de rechter die de verdeling had behandeld. De rechtbank heeft de man veroordeeld om mee te werken aan de verkoop van de woning en heeft verschillende voorwaarden aan deze medewerking verbonden, waaronder het toestaan van bezichtigingen door potentiële kopers. De rechtbank heeft ook de proceskosten gecompenseerd, gezien de ex-echtgenotenstatus van de partijen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vrouw het vonnis kan afdwingen, zelfs als de man in hoger beroep gaat.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/681919 / HA ZA 24-579
Vonnis van 15 januari 2025
in de zaak van
[naam vrouw],
wonende te Dordrecht,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.P.M. Castelein te Dordrecht,
tegen
[naam man],
wonende te Dordrecht,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M.M.J. Bos te Dordrecht.
Partijen zullen hierna [naam vrouw] en [naam man] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 18 juni 2024, met producties;
  • de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met producties;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties.
1.2.
De zitting heeft plaatsgevonden op 5 december 2024. Partijen waren daarbij aanwezig, bijgestaan door hun advocaten. Tevens was de dochter van [naam vrouw] aanwezig en was voor [naam vrouw] een tolk aanwezig.

2.De beoordeling

Wat is er gebeurd?

2.1.
[naam vrouw] en [naam man] zijn gehuwd geweest. De echtscheiding is uitgesproken bij beschikking van 14 december 2023 van deze rechtbank. De beschikking is op 8 januari 2024 ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand te Den Haag.
2.2.
In de beschikking van 14 december 2023 heeft de rechtbank ook de wijze van verdeling van de gemeenschap gelast (in het dictum onder 4.3.), zoals weergegeven onder rechtsoverwegingen 3.5.22. tot en met 3.5.46. van die beschikking. In de wijze van verdeling zijn mede begrepen de afspraken die partijen op de zitting bij de rechtbank hebben gemaakt over de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap.
2.3.
In rechtsoverwegingen 3.5.22. tot en met 3.5.30. van voornoemde beschikking heeft de rechtbank met betrekking tot de gezamenlijke woning van partijen, gelegen aan de [adres] in Dordrecht (hierna: de woning), het volgende bepaald. De woning wordt aan [naam man] toegedeeld onder de voorwaarde dat hij in staat is deze toedeling te financieren. [naam man] heeft gedurende vier maanden na datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking de gelegenheid gekregen om bedoelde financiering te regelen en/of [naam vrouw] te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Na deze termijn van vier maanden moet de woning verkocht worden door Waltmann Makelaars uit Dordrecht.
2.4.
Het is [naam man] , naar hij stelt als gevolg van een BKR-registratie, niet gelukt om binnen de termijn van vier maanden de financiering van de woning te regelen of [naam vrouw] te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. [naam man] werkt niet mee aan de verkoop van de woning.
De vordering van [naam vrouw] (conventie)
2.5.
[naam vrouw] vordert tegen deze achtergrond bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te bepalen dat [naam man] zijn medewerking zal verlenen aan de verkoop van de woning door te gehengen en gedogen al hetgeen Waltmann Makelaardij te Dordrecht noodzakelijk acht voor een juiste verkoop van de woning;
II. te bepalen dat [naam man] - indien deze makelaar gegadigden heeft voor de koop van de woning - deze in de woning dient toe te laten voor een bezichtiging, op verbeurte van een dwangsom van € 500,- per keer, dat [naam man] zijn medewerking onthoudt aan een bezichtiging;
III. te bepalen dat - indien [naam man] nalaat zijn medewerking te verlenen aan de bezichtigingen door kandidaat-kopers en/of de makelaar, gedurende één maand na het eerste verzoek van de makelaar - [naam man] de woning zal dienen te verlaten en ontruimen en door overgave van de sleutels de woning ter vrije en algehele beschikking van [naam vrouw] te stellen, op verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag (of gedeelte van een dag) voor iedere dag dat [naam man] zijn medewerking onthoudt aan het verlaten en ontruimen van de woning, met machtiging aan [naam vrouw] dit vonnis in zoverre zo nodig zelf ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
IV. te bepalen dat, indien [naam man] in geval van verkoop van de woning zijn medewerking weigert aan het ondertekenen van de koopovereenkomst en/of het passeren van een akte strekkende tot juridische levering van voornoemde woning, het vonnis in plaats van die akte zal treden;
V. te bepalen dat [naam man] - indien de woning wordt verkocht - uiterlijk één maand voordat de akte zal worden gepasseerd, de woning met al het zijne en de zijnen dient te verlaten en ontruimen en door overgave van sleutels de woning ter vrije en algehele beschikking van [naam vrouw] te stellen, op verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag voor iedere dag (of gedeelte van een dag), dat [naam man] de medewerking onthoudt aan het verlaten of ontruimen van de woning, met machtiging aan [naam vrouw] dit vonnis in zoverre zo nodig zelf ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
VI. [naam man] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [naam vrouw] te
voldoen de helft van (de taxatie c.q. verkoopwaarde van de woning minus hypotheek verhoogd met de waarde van de beleggingsverzekering minus de lening bij Interbank) en met verrekening van de posten Ford Fiësta, Volvo CX40, banksaldi, servicekosten woning Turkije, zoals in de echtscheidingsbeschikking d.d. 14 december 2023 beschreven, verhoogd met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
VII. met veroordeling van [naam man] in kosten van deze procedure.
2.6.
[naam man] voert verweer en stelt belang te hebben bij uitstel van de verkoop, omdat hij anders dakloos zal worden en ook zijn eenmanszaak niet meer vanuit de woning zal kunnen drijven. Dit belang weegt zwaarder dan het belang van [naam vrouw] . Volgens [naam man] moet daarom de vordering omtrent verkoop van de woning worden afgewezen, zodat vorderingen II tot en met V die samenhangen met deze verkoop ook moeten worden afgewezen. Wat vordering VI betreft heeft [naam man] geen bezwaar tegen verrekening van deze posten op het moment dat de woning geleverd wordt aan hem.
De tegenvordering van [naam man] (reconventie)
2.7.
[naam man] stelt dat hij meer tijd nodig heeft om de financiering van de woning te regelen en dat zijn belangen onevenredig zwaar worden benadeeld door onmiddellijke verdeling van de woning, omdat hij dakloos zal worden en het voortbestaan van zijn eenmanszaak in gevaar komt. Hij vordert daarom te bepalen dat voor een periode van drie jaar de vordering tot verdeling van de woning op grond van art. 3:178 lid 3 BW wordt uitgesloten, althans een periode door de rechtbank in goede justitie te bepalen. Tevens vordert [naam man] dat [naam vrouw] wordt veroordeeld in de proceskosten en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
2.8.
[naam vrouw] stelt zich op het standpunt dat de belangen van [naam man] niet zwaarder wegen, zodat de reconventionele vordering moet worden afgewezen.
De verdeling wordt niet voor drie jaar uitgesteld
2.9.
De rechtbank zal eerst beslissen op de reconventionele vordering van [naam man] om de verdeling op grond van artikel 3:178 lid 3 BW voor drie jaar uit te stellen.
2.10.
Op grond van artikel 3:178 lid 3 BW had [naam man] deze vordering moeten indienen bij de rechter voor wie de vordering tot verdeling aanhangig was. Toen had hij kunnen aanvoeren, bijvoorbeeld bij het maken van de afspraken op zitting over de toedeling van de woning, dat een termijn voor het regelen van de financiering voor hem niet haalbaar was vanwege zijn BKR-registratie. Dit, nog daargelaten of het de uitspraak zou hebben beïnvloed. In de beschikking van 14 december 2023 is de wijze van verdeling van de gemeenschap, waaronder de woning, gelast. [naam man] heeft tegen deze beschikking geen hoger beroep ingesteld, zodat deze beschikking gezag van gewijsde heeft gekregen. Nu er dus al is beslist over de verdeling van de woning (en ook uitdrukkelijk over de daarbij geldende termijn), en de nu aangevoerde omstandigheden overigens geen aanleiding geven voor een ander oordeel, zoals hierna nader overwogen, wordt de reconventionele vordering afgewezen. [naam vrouw] gedraagt zich ook niet in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid door nakoming van de verdeling, zoals eerder gelast door de rechtbank, af te dwingen.
[naam man] moet meewerken aan de verkoop van de woning
2.11.
[naam vrouw] wil dat [naam man] de reeds eerder gegeven rechterlijke beslissing over de wijze van verdeling van de woning nakomt en dat vervangende toestemming wordt gegeven voor de verkoop van de woning als [naam man] blijft weigeren mee te werken. Het uitgangspunt is dat rechterlijke beslissingen moeten worden nagekomen. Dit betekent dat [naam man] , nu het hem niet is gelukt om de woning binnen de gestelde termijn te financieren, moet meewerken aan de verkoop van de woning.
2.12.
[naam man] beroept zich erop dat zijn belangen bij het niet verkopen van de woning zwaarder wegen dan de belangen van [naam vrouw] bij verkoop van de woning. De rechtbank heeft in de beschikking van 14 december 2023 bij vaststelling van de wijze van verdeling al een belangenafweging gemaakt. De rechtbank ziet in hetgeen [naam man] in deze procedure aanvoert geen reden waarom [naam man] niet verplicht kan worden om mee te werken aan de verkoop van de woning, zoals eerder bepaald. Er is namelijk geen zicht dat [naam man] op korte termijn de financiering van de woning rond kan krijgen. Tijdens de zitting is duidelijk geworden dat de BKR-registratie hieraan in de weg staat en het niet de verwachting is dat deze snel zal worden verwijderd. [naam man] heeft voorts onvoldoende onderbouwd dat hij niet ergens anders onderdak zal kunnen vinden en zijn eenmanszaak niet vanuit een andere woning, eventueel zijn tweede woning in Turkije, kan voorzetten. Het is voorts onvoldoende duidelijk geworden dat [naam vrouw] geen economisch nadeel zal ondervinden van de constructie van [naam man] waarin hij het economische eigendom van de woning wil overnemen en de risico’s en lasten van de woning op zich wil nemen. [naam vrouw] heeft het voorts financieel niet breed, zodat zij er belang bij heeft dat de woning verkocht wordt en de overwaarde aan haar wordt uitgekeerd.
2.13.
Tegen deze achtergrond zal de rechtbank vordering I tot en met V toewijzen. Het staat [naam man] uiteraard vrij om ook (in concurrentie met overige gegadigden) een bod op de woning uit te brengen. De wegens niet meewerken aan bezichtiging(en) gevorderde dwangsom wordt toegewezen en beperkt als in het dictum opgenomen. De gevorderde dwangsom voor de ontruiming wordt afgewezen, omdat als [naam man] niet vrijwillig tot ontruiming overgaat, [naam vrouw] met hulp van een deurwaarder kan overgaan tot een gedwongen ontruiming. Een prikkel om tot ontruiming over te gaan heeft dan geen toegevoegde waarde. De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van justitie wordt afgewezen, omdat dit op grond van artikel 556 lid 1 en artikel 557 Rv overbodig is.
2.14.
[naam man] heeft geen afzonderlijk verweer gevoerd tegen toewijzing van vordering IV als de woning verkocht moet worden, zodat deze vordering wordt toegewezen met dien verstande dat [naam man] eraan mee moet werken dat de overwaarde van de woning, na verrekening van de bedoelde posten tussen partijen, wordt verdeeld tussen partijen. Gelet hierop is er geen grond om de wettelijke rente toe te wijzen, zodat deze wordt afgewezen.
Proceskosten
2.15.
Omdat partijen ex-echtgenoten zijn, worden de proceskosten in conventie en in reconventie gecompenseerd. Dat betekent dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij heeft gemaakt.
Uitvoerbaar bij voorraad
2.16.
Dit vonnis zal, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard (artikel 233 Rv). Dit betekent dat wanneer het geschil ook nog aan een hogere rechter wordt voorgelegd, in afwachting van die uitspraak voorlopig toch al naleving van dit vonnis kan worden afgedwongen door de partij die in het gelijk is gesteld, zij het op eigen risico (de hogere rechter kan anders oordelen).

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
3.1.
bepaalt dat [naam man] zijn medewerking zal verlenen aan de verkoop van de woning door te gehengen en gedogen al hetgeen Waltmann Makelaardij te Dordrecht noodzakelijk acht voor een juiste verkoop van de woning aan de [adres] in ( [postcode] ) Dordrecht;
3.2.
bepaalt dat [naam man] , indien de hiervoor genoemde makelaar gegadigden heeft voor de koop van de woning, deze in de woning dient toe te laten voor een bezichtiging, op verbeurte van een dwangsom van € 500,- per keer dat [naam man] zijn medewerking onthoudt aan een bezichtiging, met een maximum van € 50.000,-;
3.3.
bepaalt dat, indien [naam man] nalaat zijn medewerking te verlenen aan de bezichtigingen door kandidaat-kopers en/of de makelaar, gedurende één maand na het eerste verzoek van de makelaar, [naam man] de woning zal dienen te verlaten en ontruimen en door overgave van de sleutels de woning ter vrije en algehele beschikking van [naam vrouw] te stellen;
3.4.
bepaalt dat indien [naam man] in geval van verkoop van de woning zijn medewerking weigert aan het ondertekenen van de koopovereenkomst en/of het passeren van een akte strekkende tot juridische levering van voornoemde woning, dit vonnis in plaats van die akte treedt;
3.5.
bepaalt dat [naam man] , indien de woning wordt verkocht, uiterlijk één maand voordat de akte zal worden gepasseerd, de woning met al het zijne en de zijnen dient te verlaten en ontruimen en door overgave van sleutels de woning ter vrije en algehele beschikking van [naam vrouw] te stellen;
3.6.
veroordeelt [naam man] om na verkoop van de woning mee te werken aan verdeling van de overwaarde van de woning (de verkoopwaarde van de woning minus hypotheek verhoogd met de waarde van de beleggingsverzekering minus de lening bij Interbank) en met verrekening van de posten Ford Fiësta, Volvo CX40, banksaldi, servicekosten woning Turkije, zoals in de echtscheidingsbeschikking d.d. 14 december 2023 beschreven;
3.7.
bepaalt dat de partijen de eigen proceskosten dragen;
3.8.
verklaart deze uitspraak uitvoerbaar bij voorraad;
3.9.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.P.M. Jurgens en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2025.
3120