Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[persoon A],
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 februari 2024, met bijlagen;
- de rolbeslissing van 28 maart 2024;
- de akte van Rhiant van 11 april 2024;
- het verstekvonnis van deze rechtbank van 25 april 2024 met zaaknummer 10951578 CV EXPL 24-896;
- de verzetdagvaarding van 10 juni 2024;
- de conclusie van antwoord in verzet van Rhiant, met bijlagen;
- de brief van Rhiant van 27 augustus 2024, met bijlagen;
- het e-mailbericht dat Rhiant op de zitting van 5 september 2024 heeft overgelegd;
- het proces-verbaal van de zitting op 5 september 2024;
- de akte van Rhiant van 14 november 2024, met bijlage;
- het e-mailbericht van de bewindvoerder van 11 december 2024.
2.Het geschil
- de huurovereenkomst te ontbinden en [persoon A] te veroordelen de woning te ontruimen;
- [persoon A] te veroordelen aan haar te betalen € 4.812,60 met rente over € 4.590,38 vanaf 13 februari 2024 tot de dag van volledige voldoening;
- [persoon A] te veroordelen de nog vervallen huurpenningen te betalen vanaf maart 2024 tot aan de datum van ontbinding van de huurovereenkomst;
- [persoon A] te veroordelen een schadevergoeding te betalen wegens huurderving na ontbinding van de huurovereenkomst tot de datum van ontruiming;
- [persoon A] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.