In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een ex-partner voor huurschuld en bijkomende kosten na een echtscheiding. De eiseres, woonachtig in Meteren, heeft een huurovereenkomst opgezegd na het verbreken van de relatie met de gedaagde, die in Schiedam woont. De eiseres heeft een huurachterstand van € 6.208,25 betaald en vordert dit bedrag van de gedaagde, die stelt dat er een voorwaardelijke afspraak was over de betaling van de kosten van de woning. De kantonrechter oordeelt dat er geen voorwaardelijke afspraak is gemaakt en dat de gedaagde verplicht is om de huurschuld te vergoeden. De kantonrechter wijst de eis van de eiseres grotendeels toe, maar wijst de buitengerechtelijke incassokosten af en compenseert de proceskosten. Het verstekvonnis van 17 december 2024 wordt vernietigd, en de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag met rente vanaf 10 juli 2024. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.