Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 februari 2025, met bijlagen;
- het antwoord;
- de e-mail van Woonstad van 2 juli 2025, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonstad Rotterdam en een gedaagde huurder. De eiseres, Woonstad, heeft de kantonrechter verzocht om ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand. De gedaagde huurder, die sinds 14 juni 2016 de woning huurt, heeft een huurachterstand van € 5.813,22 opgebouwd. De huurder heeft aangevoerd dat zij inmiddels een stabiel inkomen heeft en dat zij hulp heeft gezocht voor haar financiële problemen, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder niet voldoende heeft aangetoond dat zij in staat is om de huurachterstand binnen afzienbare tijd af te lossen. De huurovereenkomst is ontbonden en de huurder is veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen. Daarnaast is de huurder veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.