ECLI:NL:RBROT:2025:10421

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 juli 2025
Publicatiedatum
28 augustus 2025
Zaaknummer
11181285 CV EXPL 24-16570
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar gebreken aan kunststof kozijnen in een woning

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 juli 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiseres en Renoplan Kozijnen B.V. De eiseres is ontevreden over de kunststof kozijnen die door Renoplan in haar woning zijn geplaatst en eist een vergoeding voor de kosten van vervanging van de kozijnen, alsook terugbetaling van een factuur die zij ten onrechte heeft betaald. Daarnaast vraagt zij om vergoeding van deskundigenkosten en andere buitengerechtelijke kosten. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een tussenvonnis van 31 januari 2025 waarin werd vastgesteld dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk was om de gebreken aan de kozijnen in kaart te brengen. De kantonrechter heeft een deskundige benoemd om de vragen te beantwoorden die in het vonnis zijn geformuleerd. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 5.033,60 inclusief btw, en de eiseres is verplicht dit voorschot te betalen. De kantonrechter heeft verder bepaald dat de deskundige zich moet houden aan de Leidraad deskundigen in civiele zaken en dat de partijen de gelegenheid krijgen om op- en aanmerkingen te maken op het concept rapport. Het vonnis houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11181285 CV EXPL 24-16570
datum uitspraak: 25 juli 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres] ,
Woonplaats: [plaats 1] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. A.A.S. Wiesmeier-van der Brugge,
tegen
Renoplan Kozijnen B.V.
vestigingsplaats: Enschede,
gedaagde,
gemachtigde: mr. B. Altena.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘Renoplan’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het tussenvonnis van 31 januari 2025 en de daarin genoemde stukken;
  • de akte uitlaten deskundigenbericht van [eiseres] , met een bijlage;
  • de akte uitlaten deskundigenbericht van Renoplan;
  • de rolbeslissing van 21 maart 2025;
  • de mail van 2 april 2025 van de gemachtigde van [eiseres] ;
  • de mail van 3 april 2025 van de gemachtigde van Renoplan;
  • de mail van 25 juni 2025 van het deskundigenbureau van deze rechtbank aan beide partijen;
  • de mail van 11 juli 2025 van de gemachtigde van [eiseres] .

2.De verdere beoordeling

2.1.
[eiseres] is niet tevreden over de kunststof kozijnen die Renoplan in haar woning heeft geplaatst en eist in deze procedure een vergoeding van de kosten die ze moet maken om alle kozijnen te laten vervangen door nieuwe. Ook eist [eiseres] terugbetaling van een factuur die zij volgens haar ten onrechte aan Renoplan heeft betaald en eist zij vergoeding van kosten van deskundigen en andere (buitengerechtelijke) kosten.
2.2.
In het vonnis van 31 januari 2025 is overwogen dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de mogelijke gebreken aan de kozijnen in kaart te brengen. Na overleg met de partijen wordt met dit vonnis de hierna genoemde deskundige benoemd om de vragen te beantwoorden die onder de beslissing staan (artikel 186 Rv). Naar aanleiding van opmerkingen van de partijen zijn deze vragen herformuleerd.
2.3.
De deskundige heeft de kosten voor het onderzoek begroot op € 5.033,60 inclusief btw (26 uren met een uurtarief van € 160,- exclusief btw).
2.4.
De hoogte van het voorschot wordt vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag. [eiseres] moet het voorschot betalen (artikel 187 Rv), omdat zij de bewijslast heeft van het bestaan van een of meerdere gebreken.
2.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt een deskundigenonderzoek om de volgende vragen te beantwoorden:
Constateert u een gebrek of gebreken aan het houtwerk aan de binnenkant van de raamkozijnen?
Constateert u een gebrek of gebreken aan de buitenkant van de raamkozijnen of in de gevel rondom de raamkozijnen?
Constateert u gebreken aan de spouwlatten, stelkozijnen en/of de afdichting hiervan?
Kunnen de beschadigingen aan de coating van de raamkozijnen plaatselijk worden hersteld of is het noodzakelijk de kozijnen waarvan de coating beschadigd is in hun geheel te vervangen?
Is bij de kozijnen waarvan de coating beschadigd is, ook aanpassing van de dorpel noodzakelijk?
Constateert u kleurverschil bij de coating van de raamkozijnen?
Op welke manier(en) kunnen de problemen met de loodslabben verholpen worden?
Hoe aannemelijk is het dat de schade aan de tegels en voegen in de badkamer is ontstaan door de werkzaamheden van Renoplan?
Was aanpassing van de dorpelaansluiting van het raamkozijn van de pui noodzakelijk om lekkage en andere vochtproblemen te verhelpen en voorkomen?
Had Renoplan bij de montage van het raamkozijn van de pui maatregelen moeten treffen om dergelijke vochtproblemen te voorkomen?
Constateert u tochtproblemen?
Is de oorzaak van de tochtproblemen die [eiseres] ervaart, indien u deze heeft geconstateerd, gelegen in de montage van de raamkozijnen door Renoplan dan wel in de kwaliteit van de raamkozijnen, of hebben deze een andere oorzaak? In het laatste geval, wat is die oorzaak?
In hoeverre zijn de gebreken, indien u deze heeft geconstateerd, enkel esthetisch van aard en hebben zij dus geen betrekking op de werking van de raamkozijnen?
Kunnen de tochtklachten en overige gebreken, indien u deze heeft geconstateerd, alleen verholpen worden door het vervangen van (een deel van) de kozijnen of is er ook een andere oplossing mogelijk waar minder kosten mee zijn gemoeid?
Als de tochtklachten en overige gebreken, indien u deze heeft geconstateerd, alleen verholpen kunnen worden door het vervangen van (een deel van) de kozijnen, zijn er dan materialen die hergebruikt kunnen worden om kosten te besparen?
Kunt u per geconstateerd gebrek een inschatting doen van de herstelkosten die daarmee zijn gemoeid?
3.2.
benoemt tot deskundige:
[deskundige], bouwdeskundige, werkzaam bij [bedrijf] , [adres] , [postcode] [plaats 2] , telefoonnummers [telefoonnummer 1] / [telefoonnummer 2] , [e-mailadres] ;
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op € 5.033,60 inclusief btw;
3.4.
bepaalt dat [eiseres] het voorschot moet betalen binnen twee weken na ontvangst van een nota van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR);
3.5.
bepaalt dat als [eiseres] het voorschot niet of niet op tijd betaalt de kantonrechter beslist wat er verder met de zaak gebeurt;
3.6.
draagt de griffier op aan de deskundige te melden dat het voorschot is gestort en bepaalt dat de deskundige daarna pas met het onderzoek mag beginnen;
3.7.
bepaalt dat de griffier, nadat het voorschot is gestort, de partijen in de gelegenheid zal stellen hun verhinderdagen kenbaar te maken waarna er in overleg met de deskundige een datum voor het deskundigenonderzoek wordt bepaald;
3.8.
bepaalt dat [eiseres] een kopie van de processtukken aan de deskundige stuurt;
3.9.
bepaalt dat de deskundige zich houdt aan de Leidraad deskundigen in civiele zaken (hierna: ‘leidraad’) en de gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken (zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl) en wijst in het bijzonder op de informatie over het beginsel van hoor en wederhoor ten aanzien van het communiceren met en door de partijen;
3.10.
bepaalt dat de partijen in de gelegenheid moeten worden gesteld om op- en aanmerkingen op het concept rapport te maken;
3.11.
bepaalt dat de deskundige het definitieve rapport uiterlijk vijf maanden na de start van het onderzoek inlevert en dat als deze termijn niet haalbaar blijkt de deskundige de kantonrechter en de partijen dat zo spoedig mogelijk laat weten en ook welke termijn wel haalbaar is;
3.12.
bepaalt dat de deskundige bij de inlevering van het rapport een eindnota voegt die voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de leidraad;
3.13.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek onderbreekt als dreigt dat het voorschot wordt overschreden en in dat geval een schriftelijk verzoek aan de kantonrechter doet om een aanvullend voorschot;
3.14.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
43416