Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de primair ten laste gelegde poging doodslag;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
primairten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
of omstreeks2 juli 2022 te [plaats 2] ,
[gemeente]
, althans een scherp/puntig voorwerp, (met kracht
) (diep
)in de arm
gestoken en/ofgesneden,
althans stekende bewegingen heeft
/op/tegen
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
De rechter-commissaris heeft op 14 juli 2023 het dossier afgesloten en aan de officier van justitie verzocht de zaak wederom aan te brengen bij de meervoudige kamer van de rechtbank. Vanaf die datum zijn er meer dan 2 jaren verstreken. Omdat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden, ook niet vanwege het voldoen aan de onderzoekswensen van de verdediging, is de redelijke termijn in deze zaak geschonden. Dit gegeven wordt in strafmatigende zin meegewogen.
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 28 (achtentwintig) maanden;
€ 20.655,= (zegge: twintigduizend zeshonderdvijfenvijftig euro), bestaande uit € 655,= aan materiële schade en € 20.000,= aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 20.655,=(hoofdsom, zegge: twintigduizend zeshonderdvijfenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
2 juli 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 20.655,= niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
138 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.