11.Beslissing
verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging voor zover het betreft het onder feit 1 subsidiair, tweede gedeelte, ten laste gelegde met betrekking tot artikel 225, tweede lid Sr;
verklaart de officier van justitie voor het overige ontvankelijk in de vervolging;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 80 (tachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen;
bepaalt dat deze taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. Riemens, voorzitter,
en mrs. M.J.C. Spoormaker en E.M. Rocha, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.E. Kroon, griffier,
en uitgesproken op 22 januari 2025.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1 primair
Hij in of omstreeks de periode van 25 april 2017 tot en met 22 maart 2020 in Overveen en/of Haarlem en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen,
(telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een (of meer) (digitale) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over:
- het aangiftetijdvak 2015 ten name van [medeverdachte 1] (DOC-0081) en/of
- het aangiftetijdvak 2016 ten name van [medeverdachte 1] (DOC-0081) en/of
- het aangiftetijdvak 2017 te name van [medeverdachte 1] (DOC-0622) en/of
- het aangiftetijdvak 2015 (het M-biljet bij emigratie) ten name van [medeverdachte 1] (DOC-0674) en/of
- het aangiftetijdvak 2015 ten name van [medeverdachte 2] (DOC-0079) en/of
- het aangiftetijdvak 2016 ten name van [medeverdachte 2] (DOC-0079) en/of
- het aangiftetijdvak 2017 ten name van [medeverdachte 2] (DOC-0621) en/of
- het aangiftetijdvak 2015 (het M-biljet bij emigratie) (DOC-0673) ten name van [medeverdachte 2] (DOC-0673),
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan en/of heeft/hebben doen/laten doen, door
(telkens) op/in het/de ingeleverde/ingediende aangifte(n) op te geven/en/of te doen/laten opgeven:
- een onjuist bedrag aan belastbaar inkomen en/of een onjuist bedrag aan te conserveren inkomen, te weten (telkens) een bedrag ter hoogte van 0 (‘nihil’) euro, terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven;
1 subsidiair
Hij in of omstreeks de periode van 25 april 2017 tot en met 22 maart 2020 in Overveen
en/of Haarlem en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) één of meerdere (digitale) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over:
- het aangiftetijdvak 2015 ten name van [medeverdachte 1] (DOC-0081) en/of
- het aangiftetijdvak 2016 ten name van [medeverdachte 1] (DOC-0081) en/of
- het aangiftetijdvak 2017 te name van [medeverdachte 1] (DOC-0622) en/of
- het aangiftetijdvak 2015 ten name van [medeverdachte 1] (het M-biljet bij emigratie) over (DOC-0674) en/of
- het aangiftetijdvak 2015 ten name van [medeverdachte 2] (DOC-0079) en/of
- het aangiftetijdvak 2016 ten name van [medeverdachte 2] (DOC-0079) en/of
- het aangiftetijdvak 2017 ten name van [medeverdachte 2] (DOC-0621) en/of
- het aangiftetijdvak 2015 (het M-biljet bij emigratie) ten name van [medeverdachte 2] (DOC-0673),
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt of vervalst, en/althans valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - op/in dat/die geschrift(en) opgenomen:
een onjuist bedrag aan belastbaar inkomen en/of een onjuist bedrag aan te conserveren inkomen, te weten (telkens) een bedrag ter hoogte van 0 (‘ nihil’) euro;
zulks (telkens) met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 25 april 2017 tot en met 22 maart 2020 in Haarlem en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt of heeft doen maken van (één of meerdere) voornoemde valse of vervalste (digitale) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, ten name van [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en bestaande dat gebruikmaken of gebruik doen maken (telkens) hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) dit/deze geschrift(en) heeft/hebben verzonden, althans doen toekomen aan (een) medewerker(s) van) de Belastingdienst;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 januari 2017 in Overveen en/of Naarden en/of Haarlem en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen, meermalen, althans eenmaal,
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
- een brief aan de Belastingdienst d.d. 31 januari 2017 (DOC-0010),
valselijk heeft opgemaakt of vervalst, en/althans valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen (laten) vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - op/in dat geschrift opgenomen dat:
a. [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] over 2015 en volgende jaren niet meer belastingplichtig zijn in Nederland (terwijl in werkelijkheid [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] over de jaren 2015-2016 binnenlands belastingplichtig zijn, omdat zij (beiden) een duurzame band met Nederland hebben –in de zin van art. 4 AWR gedurende de jaren 2015-2016); en/of
b. [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in 2014 100 dagen en/of in 2015 55 dagen en/of in 2016 108 in Nederland was/waren en dan logeerde(n) in het ouderlijk huis van [medeverdachte 2] of in een vakantie bungalowpark (terwijl zij in werkelijkheid een (substantieel) hoger aantal dagen in voornoemde jaren in Nederland verbleven en daarbij beperkt tot een enkele week in een vakantiebungalow (park) verbleven); en/of
c. [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] een Engels telefoonabonnement heeft/hebben (terwijl in werkelijkheid zij de (telefoon)facturen ontvangen van een Nederlandse onderneming en de (telefoon)overeenkomst uitsluitend valt onder Nederlands recht); en/of
d. [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] een Ierse ziektekostenverzekering heeft/hebben (terwijl deze in werkelijkheid eerst wordt aangevraagd per 24 januari 2017 en daadwerkelijk ingaat per 9 februari 2017); en/of
e. [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] behalve een beleggingsrekening bij de ING Bank NV geen bezittingen in Nederland heeft/hebben (terwijl zij in werkelijkheid beschikken over meerdere bankrekeningen bij meerdere Nederlandse banken reeds voor 2015 en/of welke bankrekening(en) tevens waren opgenomen in hun aangiften inkomstenbelasting 2014),
zulks (telkens) met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 31 januari 2017 tot en met 7 februari 2017 in Overveen en/of Naarden en/of Haarlem en/of Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt of heeft doen maken van voornoemd vals en/of vervalst geschrift en bestaande dat gebruikmaken of gebruik doen maken (telkens) hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) dit geschrift heeft verzonden, althans doen toekomen aan ((een) medewerker(s) van) de Belastingdienst.