4.3.Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder feit 2 primair en feit 3 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
2 primair
[medeverdachte rechtspersoon] . in de periode van 6 januari 2015 tot en met 23 december 2016, te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen,
geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
(elektronische) correctieaangiften voor de loonbelasting over januari 2014 en februari 2014 en maart 2014 en april 2014 en mei 2014 en juni 2014 en juli 2014 en augustus 2014 en september 2014 en oktober 2014 en november 2014 ten name van [naam bedrijf 1] .,
valselijk hebben opgemaakt,
immers hebben [medeverdachte rechtspersoon] . en haar mededader telkens valselijk en in strijd met de waarheid in genoemde aangiften loonheffing onjuiste bruto lonen en/of gefingeerde toeslagen en/of overuren en/of reiskosten en/of kilometervergoedingen en/of
WKR-vergoedingen en/of onkosten van werknemers vermeld
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte telkens opdracht heeft gegeven en aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijke leiding heeft gegeven.
3 primair
[medeverdachte rechtspersoon] . op 10 mei 2017, te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander, meermalen,
geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
salarisspecificaties van verschillende medewerkers van [naam bedrijf 1] . over de jaren 2014 en 2015 en 2016 te weten de loonstroken van:
- [persoon 1] over periode 3 van 2014, opgemaakt 10 mei 2017 en
- [persoon 2] over periode 2 van 2016, opgemaakt 10 mei 2017 en
- [persoon 3] over periode 2 van 2014, opgemaakt 10 mei 2017 en
- [persoon 4] over periode 2 van 2014, opgemaakt 10 mei 2017 en
- [persoon 5] over periode 2 van 2014, opgemaakt 10 mei 2017 ) en
- [persoon 6] over periode 2 van 2014, opgemaakt 10 mei 2017 en
- [persoon 7] over periode 2 van 2014, opgemaakt 10 mei 2017 en
- [persoon 8] over periode 2 van 2014, opgemaakt 10 mei 2017 en
over periode 12 van 2015 opgemaakt 10 mei 2017 en over periode 1 van 2016 opgemaakt 10 mei 2017 valselijk hebben opgemaakt
immers hebben verdachte en zijn mededader telkens valselijk en in strijd met de waarheid op genoemde salarisspecificaties bedragen en/of gegevens
vermeld met betrekking tot een reiskostenvergoeding en/of zakelijk gereden kilometers en/of een onkostenvergoeding en/of het gebruik van een lease-auto/auto van de zaak en/of uurloon en/of loonheffing en/of totaal brutoloon
zulks telkens met het oogmerk om voormelde geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door een anderen te doen gebruiken
tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte telkens opdracht heeft gegeven en aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijke leiding heeft gegeven.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.