ECLI:NL:RBROT:2025:10296
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit UWV over arbeidsongeschiktheid en benutbare mogelijkheden
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV, waarbij haar arbeidsongeschiktheid werd vastgesteld op 52,25%. Eiseres had eerder een WIA-uitkering aangevraagd en was ziek gemeld op 22 januari 2020. Het UWV had haar in eerste instantie een uitkering toegekend per 18 januari 2023, met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 49,74%. Na bezwaar werd dit percentage verhoogd. Eiseres betwistte de vaststelling van haar benutbare mogelijkheden en voerde aan dat haar beperkingen niet goed waren ingeschat. De rechtbank heeft de zaak op 5 augustus 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, maar de werkgever niet. De rechtbank oordeelde dat de door eiseres ingebrachte gronden niet ontvankelijk waren, omdat deze niet tijdig waren ingediend. De rechtbank concludeerde dat het UWV de functionele mogelijkheden van eiseres correct had vastgesteld en dat er geen reden was om te twijfelen aan de medische grondslag van het bestreden besluit. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en zij kreeg geen griffierecht of proceskosten vergoed.