ECLI:NL:RBROT:2025:10294
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering wegens niet duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiser om een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Eiser, geboren in 2006, heeft op 2 april 2024 een aanvraag ingediend vanwege mentale klachten. Het UWV heeft deze aanvraag op 18 juni 2024 afgewezen, met de conclusie dat er geen sprake is van duurzaam arbeidsvermogen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij het UWV een verweerschrift heeft ingediend. De rechtbank heeft de zaak op 5 augustus 2025 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn ouders en de gemachtigde van het UWV.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige hebben geconcludeerd dat eiser op zijn achttiende verjaardag beperkingen heeft, maar dat deze beperkingen niet duurzaam zijn. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld, waarbij eiser betwist dat hij in de toekomst arbeidsvermogen kan ontwikkelen. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is, en dat er nog behandelmogelijkheden zijn voor eiser om zijn werknemersvaardigheden te verbeteren.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om griffierecht en proceskostenvergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. D. Haan, rechter, en is openbaar uitgesproken op 28 augustus 2025.