ECLI:NL:RBROT:2025:10256

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 juli 2025
Publicatiedatum
25 augustus 2025
Zaaknummer
11543468 CV EXPL 25-3267
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betalingsachterstand drinkwaterlevering door gedaagde aan Evides N.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Evides N.V. en een gedaagde uit Capelle aan den IJssel. Evides, de drinkwaterleverancier, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde wegens een betalingsachterstand voor geleverde drinkwater. De gedaagde heeft erkend dat hij een betalingsregeling had getroffen met Flanderijn, maar betwistte de vordering van Evides. Hij stelde dat hij elke maand € 90,- betaalde en dat de betalingsregeling nog steeds van kracht was. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat de gedaagde niet heeft gereageerd op de repliek van Evides en dat de vordering van Evides betrekking heeft op een andere achterstand dan waarvoor de gedaagde een regeling had getroffen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde € 473,57 aan Evides moet betalen, wat betrekking heeft op onbetaalde facturen. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 460,78. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig betalen van rekeningen en de gevolgen van het niet nakomen van betalingsverplichtingen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11543468 CV EXPL 25-3267
datum uitspraak: 25 juli 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Evides N.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Capelle aan den IJssel,
gedaagde,
die zelf procedeert.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 30 januari 2025, met bijlagen;
  • de aantekeningen van de mondelinge reactie van [gedaagde] van 25 februari 2025;
  • de repliek met een vermindering van eis, met bijlagen.
1.2.
De kantonrechter heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld te reageren op de repliek van Evides. [gedaagde] heeft echter niet meer gereageerd.

2.De beoordeling

Wat is de kern van de zaak?
2.1.
Evides levert drinkwater aan [gedaagde]. [gedaagde] moet hiervoor betalen, maar hij heeft een betalingsachterstand. Evides eist (nadat zij haar eis heeft verminderd) dat [gedaagde] wordt veroordeeld om die achterstand te betalen.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met de eis van Evides. Volgens [gedaagde] heeft hij voor deze schuld een betalingsregeling met Flanderijn afgesproken vanaf december 2024. [gedaagde] stelt dat hij elke maand op tijd € 90,- betaalt en dat Flanderijn ook aan hem heeft bevestigd dat de betalingsregeling nog steeds loopt. [gedaagde] begrijpt daarom niet waarom Syncasso bij deze schuld betrokken is.
2.3.
De kantonrechter wijst de eis van [gedaagde] toe. Hierna wordt uitgelegd waarom.
[gedaagde] moet nog € 473,57 betalen
2.4.
[gedaagde] moet het bedrag van € 473,57 dat Evides in deze procedure eist aan Evides betalen. Uit de dagvaarding volgt dat dit bedrag betrekking heeft op de jaarafrekening van 7 juni 2023 en de voorschotfacturen van 7 juni 2023, 31 augustus 2023, 30 november 2023 en 29 juli 2024. [gedaagde] heeft niet betwist dat hij deze facturen niet (volledig) heeft betaald. Het staat vast dat Evides Syncasso heeft ingeschakeld om deze vordering te incasseren.
2.5.
Evides heeft in haar repliek uitgelegd dat [gedaagde], naast de hiervoor genoemde facturen, ook de voorschotfacturen van 27 september 2024, 28 oktober 2024 en 27 november 2024 niet heeft betaald en dat zij de achterstand in de laatstgenoemde drie voorschotfacturen ter incasso uit handen heeft gegeven aan Flanderijn. Verder heeft Evides uitgelegd dat [gedaagde] voor de laatstgenoemde achterstand op 10 februari 2025 (en dus niet in december 2024) een betalingsregeling met Flanderijn heeft afgesproken, die hij echter niet is nagekomen.
2.6.
Volgens de uitleg van Evides gaat het in deze procedure dus om een andere vordering dan de vordering waarvoor [gedaagde] een betalingsregeling met Flanderijn heeft getroffen. [gedaagde] heeft niet meer gereageerd op de repliek en heeft de nadere uitleg van Evides niet meer betwist. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat het juist is wat Evides heeft gesteld.
2.7.
Het verweer van [gedaagde] heeft dus geen betrekking heeft op de achterstand, waar het in deze procedure om gaat. Dat geldt ook voor zijn stelling dat hij elke maand € 90,- betaalt. Evides heeft bovendien betwist dat [gedaagde] dat bedrag elke maand betaalt en [gedaagde] heeft dat vervolgens niet meer onderbouwd. [gedaagde] heeft verder ook geen bewijzen in het geding gebracht waaruit blijkt dat hij het geëiste bedrag van € 473,57 al heeft betaald. Daarom wordt hij veroordeeld dat bedrag aan Evides te betalen.
2.8.
Evides heeft haar eis om het water af te sluiten (onderdeel van B van het petitum in de dagvaarding) bij repliek ingetrokken. Zij heeft daarbij niet expliciet aangegeven ook haar eis om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de toekomstige facturen in te trekken. Die eisen houden echter direct verband met elkaar, zodat de kantonrechter er van uit gaat dat Evides ook haar eis tot betaling van de toekomstige facturen niet langer handhaaft. Dat Evides ook die eis niet meer handhaaft, leidt de kantonrechter bovendien af uit de verdere inhoud van de repliek.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Evides moet betalen op € 120,78 aan dagvaardingskosten, € 135,- aan griffierecht, € 164,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 82,-) en € 41,- aan nakosten. Dat is in totaal € 460,78. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.10.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Evides dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Evides te betalen € 473,57;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Evides worden begroot op € 460,78;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
44487