Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift (ontvangen op 30 mei 2025), met bijlagen;
- de e-mail van [verzoekster] van 17 juni 2025;
- de brief van [verweerder] van 18 juni 2025;
- de e-mail van [verzoekster] van 18 juni 2025.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de verzoekster, een werkgever, een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met de verweerder, een werknemer, te ontbinden. Dit verzoek volgde nadat het UWV een ontslagvergunning had geweigerd. De partijen hebben op 23 mei 2025 een beëindigingsovereenkomst gesloten, maar de verzoekster trok haar verzoek op 17 juni 2025 in, omdat de bedenktermijn was verstreken en de verweerder geen gebruik had gemaakt van zijn recht om de overeenkomst te ontbinden. De verweerder heeft vervolgens verzocht om een proceskostenveroordeling, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de verweerder geen proceskosten heeft gemaakt, aangezien hij geen griffierecht heeft betaald en geen processtukken heeft ingediend. De kantonrechter heeft daarom bepaald dat beide partijen hun eigen proceskosten dragen.