Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 april 2025, met bijlagen;
- het antwoord, met een bijlage;
- de repliek, met bijlagen en een usb-stick;
- de dupliek, met bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die op 22 oktober 2024 de parkeergarage in [plaats] heeft verlaten zonder te betalen. Q-Park eist een bedrag van € 4,50 voor een verloren parkeerkaart en € 373,81 aan schadevergoeding, gebaseerd op haar algemene voorwaarden. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat hij geen schade heeft veroorzaakt omdat hij zijn motor niet in een parkeervak heeft geparkeerd. De kantonrechter oordeelt echter dat er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen Q-Park en de gedaagde door het gebruik van de parkeergarage. De kantonrechter stelt vast dat de algemene voorwaarden van Q-Park van toepassing zijn en dat de bepaling waarop de vordering is gebaseerd niet oneerlijk is. De gevorderde bedragen worden toegewezen, evenals de wettelijke rente en incassokosten. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die op € 460,78 worden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.