ECLI:NL:RBROT:2024:9994

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
11256982 CV EXPL 24-19893
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde zorgpremie en kosten met afwijzing van betalingsregeling

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die zelf procedeert, met betrekking tot onbetaalde zorgpremies en zorgkosten. De vordering betreft een totaalbedrag van € 679,93, bestaande uit een hoofdsom van € 497,41, buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40 en wettelijke rente van € 134,12. De gedaagde heeft betwist dat hij de premie over februari 2024 niet heeft betaald en heeft verzocht om een nieuwe betalingsregeling, omdat de eerdere regeling is komen te vervallen door het niet nakomen van de voorwaarden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de premie voor februari 2024 niet heeft betaald en dat hij de verschuldigdheid van de zorgkosten niet heeft betwist. De persoonlijke omstandigheden van de gedaagde ontslaan hem niet van zijn betalingsverplichting. De kantonrechter heeft de vordering van Zilveren Kruis toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag. Tevens is de gedaagde in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 669,21. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Zilveren Kruis het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren zonder dat de gedaagde daar bezwaar tegen heeft gemaakt.

De beslissing van de kantonrechter is gebaseerd op de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarbij de gedaagde in verzuim is geraakt door het niet tijdig betalen van de verschuldigde bedragen. De kantonrechter heeft de gedaagde ook verwezen naar Zilveren Kruis voor het treffen van een eventuele nieuwe betalingsregeling, maar heeft zelf geen nieuwe regeling kunnen vaststellen zonder toestemming van Zilveren Kruis.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11256982 CV EXPL 24-19893
datum uitspraak: 18 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
vestigingsplaats: Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 10 juli 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen.
1.2.
Zilveren Kruis is in de gelegenheid gesteld om te reageren op het antwoord, maar van die mogelijkheid heeft zij geen gebruik gemaakt.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
Zilveren Kruis heeft met [gedaagde] een zorgverzekeringsovereenkomst gesloten. Op grond van deze overeenkomst moet [gedaagde] elke maand premie aan Zilveren Kruis betalen. [gedaagde] moet ook eigen risico en eigen bijdrage betalen wanneer hij zorgkosten maakt en Zilveren Kruis die kosten voorschiet. Volgens Zilveren Kruis heeft [gedaagde] de premie over februari 2024 en meerdere zorgkosten niet betaald. Het gaat om een bedrag van € 497,41 en Zilveren Kruis eist dat [gedaagde] dat betaalt. Omdat hij niet op tijd heeft betaald, worden ook buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40 en wettelijke rente van € 134,12 gevorderd. Zilveren Kruis vordert in totaal € 679,93 met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
[gedaagde] betwist dat hij de premie over februari 2024 moet betalen. Hij stelt namelijk dat hij deze al heeft betaald. Verder is hij het niet eens met de bijkomende kosten en vindt hij het onterecht dat de betalingsregeling is komen te vervallen. Hij wil graag een nieuwe betalingsregeling.
2.3.
De vorderingen van Zilveren Kruis worden toegewezen. Dit betekent dat [gedaagde] € 679,93 aan Zilveren Kruis moet betalen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Premie en zorgkosten
2.4.
[gedaagde] heeft de premie voor februari 2024 nog niet betaald. Hij heeft weliswaar een betaaloverzicht overgelegd waaruit blijkt dat er betalingen zijn gedaan, maar uit het betaaloverzicht volgt niet dat ook de premie voor februari 2024 is betaald. Daarom moet [gedaagde] die nog betalen. Dit geldt ook voor de andere zorgkosten omdat [gedaagde] de verschuldigdheid daarvan niet heeft weersproken. Zijn persoonlijke en financiële omstandigheden, hoe moeilijk die ook zijn (geweest), ontslaan hem niet van zijn betalingsverplichting. Het bedrag van € 497,41 aan hoofdsom zal dus worden toegewezen.
Geen betalingsregeling
2.5.
Uit de door [gedaagde] overgelegde stukken blijkt dat de betalingsregeling die hij had met Zilveren Kruis (voor dossiernummer [dossiernummer 1] ) is komen te vervallen, omdat hij zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden van de betalingsregeling. Dat [gedaagde] geen betalingsregeling meer heeft komt voor zijn rekening en risico. Het is namelijk zijn eigen verantwoordelijkheid dat de termijnen op tijd worden betaald en dat heeft hij niet gedaan. De kantonrechter kan geen betalingsregeling vaststellen in dit vonnis. Daarvoor moet Zilveren Kruis namelijk toestemming geven en dat heeft Zilveren Kruis niet gedaan (artikel 6:29 BW). De kantonrechter verwijst [gedaagde] naar (de gemachtigde van) Zilveren Kruis om eventueel alsnog een betalingsregeling te treffen.
2.6.
Uit de door [gedaagde] bijgevoegde correspondentie volgt verder dat hij nog meer schulden heeft lopen bij Zilveren Kruis en dat daarvoor al meerdere aparte dossiers in behandeling zijn bij Syncasso (onder dossiernummers [dossiernummer 2] en [dossiernummer 3] ).
Incassokosten
2.7.
De incassokosten van € 48,40 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
Rente
2.8.
De verschenen wettelijke rente van € 134,12 wordt toegewezen, omdat [gedaagde] de verschuldigde premie en zorgkosten niet op tijd heeft betaald. [gedaagde] is dus in verzuim geraakt. Hij is daarom op grond van artikel 6:119 BW wettelijke rente verschuldigd over de tijd dat hij met de betaling in verzuim is geweest. Zilveren Kruis heeft gesteld dat de wettelijke rente tot 10 juli 2024 € 134,12 is en [gedaagde] heeft dat niet betwist.
Proceskosten
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Zilveren Kruis moet betalen op € 138,71 aan dagvaardingskosten, € 328,- aan griffierecht, € 135,- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 135,-) en € 67,50 aan nakosten. Dat is in totaal € 669,21. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaar bij voorraad
2.10.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Zilveren Kruis dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen € 679,93 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 497,41 vanaf 10 juli 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Zilveren Kruis worden begroot op € 669,21;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Lablans en in het openbaar uitgesproken.
53954