ECLI:NL:RBROT:2024:9991

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
C/10/681134 / HA ZA 24-543
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van incident tot voeging van drie zaken in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan in een incident tot voeging van drie zaken, waarbij de Gemeente Schiedam als eiseres optreedt tegen drie verschillende besloten vennootschappen: Willem Rooij Holding B.V., Dorwal Beheer B.V. en Drukkerij Romer Holding B.V. De Gemeente Schiedam vordert in alle drie de zaken ontruiming en oplevering van percelen die door de gedaagden onrechtmatig in gebruik zijn genomen na het beëindigen van hun erfpachtrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen en de feiten in de drie zaken grotendeels identiek zijn, wat aanleiding geeft tot voeging op basis van artikel 222 Rv. De rechtbank heeft de incidentele vorderingen tot voeging toegewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaken zullen op 20 november 2024 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord aan de zijde van de gedaagden in zowel de incidenten als de hoofdzaken. De rechtbank heeft verder geen beslissing genomen over de hoofdzaken zelf, maar houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
Vonnis in incident van 9 oktober 2024
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/10/681134 / HA ZA 24-543 (zaak I):
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE SCHIEDAM,
zetelend te Schiedam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.R. Vermeulen te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WILLEM ROOIJ HOLDING B.V.,
gevestigd te Berkel en Rodenrijs,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. Th.F. Roest te Haarlem,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/10/681136 / HA ZA 24-544 (zaak II):
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE SCHIEDAM,
zetelend te Schiedam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.R. Vermeulen te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DORWAL BEHEER B.V.,
gevestigd te Berkel en Rodenrijs,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. Th.F. Roest te Haarlem,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/10/681139 / HA ZA 24-545 (zaak III):
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE SCHIEDAM,
zetelend te Schiedam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.R. Vermeulen te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DRUKKERIJ ROMER HOLDING B.V.,
gevestigd te Hagestein,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. Th.F. Roest te Haarlem.
Eiseres in de hoofdzaak in de zaken I, II en III wordt hierna Gemeente Schiedam genoemd. Gedaagden in de hoofdzaak in de zaken I, II en III worden hierna ieder afzonderlijk respectievelijk Willem Rooij Holding, Dorwal Beheer en Drukkerij Romer Holding genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure in zaak I blijkt uit:
  • de dagvaarding, tevens houdende incidentele vordering van 20 september 2024 met producties 1 t/m 33;
  • de incidentele conclusie tot voeging zaken ex. art. 222 Rv;
  • de conclusie van antwoord in voegingsincident.
1.2.
Het verloop van de procedure in zaak II blijkt uit:
  • de dagvaarding van 20 september 2024 met producties 1 t/m 34;
  • de incidentele conclusie tot voeging zaken ex. art. 222 Rv;
  • de conclusie van antwoord in voegingsincident.
1.3.
Het verloop van de procedure in zaak III blijkt uit:
  • de dagvaarding van 20 september 2024 met producties 1 t/m 37;
  • de incidentele conclusie tot voeging zaken ex. art. 222 Rv;
  • de conclusie van antwoord in voegingsincident.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald in deze incidenten.

2.De vorderingen in de hoofdzaken

2.1.
Gemeente Schiedam vordert in de zaken I, II en III bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
in incident
I. de gedaagde in de desbetreffende zaak te veroordelen om op grond van artikel 843a Rv de Gemeente Schiedam afschriften te verstrekken van de huurovereenkomsten die golden in de periode dat de gedaagde de percelen kadastraal bekend als gemeente Schiedam, sectie [sectienummer] , nummer [perceelnummer 1] , plaatselijk bekend te Schiedam als [straatnaam] 70, 72, 80 en 82 (zaak I) nummers [perceelnummer 2] en [perceelnummer 3] , plaatselijk bekend te Schiedam als [straatnaam] 88 en 90 en [adres] (zaak II), nummers [perceelnummer 4] , [perceelnummer 5] en [perceelnummer 6] , plaatselijk bekend te Schiedam als [straatnaam] 46, 48, 50, 52, 54, 56 en 64 (zaak III) zonder recht of titel in gebruik had en de huurfacturen die in die periode zijn verzonden voor de adressen op de [straatnaam] , op straffe van een dwangsom;
in de hoofdzaken
II. de gedaagde in de desbetreffende zaak te veroordelen tot oplevering en terbeschikkingstelling van de percelen kadastraal bekend als gemeente Schiedam, sectie [sectienummer] , nummer [perceelnummer 1] , plaatselijk bekend te Schiedam als [straatnaam] 70, 72, 80 en 82 (zaak I) nummers [perceelnummer 2] en [perceelnummer 3] , plaatselijk bekend te Schiedam als [straatnaam] 88 en 90 en Nijverheidstraat 9 (zaak II), nummers [perceelnummer 4] , [perceelnummer 5] en [perceelnummer 6] , plaatselijk bekend te Schiedam als [straatnaam] 46, 48, 50, 52, 54, 56 en 64 (zaak III) aan de Gemeente Schiedam vrij en onbezwaard, ontdaan van de zich daarop bevindende opstallen inclusief fundering en vrij van verontreiniging van bodem en grondwater die een belemmering vormt voor bedrijfsmatig gebruik, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag indien de gedaagde niet, niet tijdig of niet geheel aan de veroordeling heeft voldaan, tot een maximum van € 300.000,00, een en ander met bepaling dat indien de gedaagde de maximale dwangsom heeft verbeurd zonder geheel aan deze veroordeling te hebben voldaan, de Gemeente Schiedam wordt gemachtigd om de ontruiming en oplevering van de percelen en de zich daarop bevindende opstallen zelf te doen uitvoeren, zo nodig met behulp van 'de sterke arm', zodat de Gemeente Schiedam de opstallen daarna zelf kan slopen en de bodem en het grondwater vrij kan maken van verontreiniging en de kosten die daarmee gemoeid gaan, kan verhalen op de gedaagde;
III. de gedaagde in de desbetreffende zaak te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding vanwege het onrechtmatig voortgezet gebruik van de percelen, te vermeerderen met de wettelijke rente over die maandelijkse bedragen;
IV. gedaagde in de desbetreffende zaak te veroordelen tot betaling van een door de rechtbank vast te stellen schadevergoeding, op grond van artikel 6:104 BW te begroten op de winst die de gedaagde door het zonder recht of titel verhuren van de percelen heeft genoten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
V. voor zover de rechtbank de vordering onder IV niet toewijst: te verklaren voor recht dat de gedaagde in de desbetreffende zaak onrechtmatig heeft gehandeld jegens de Gemeente Schiedam door het zonder recht of titel in gebruik hebben van de percelen en gedaagden te veroordelen tot betaling van schadevergoeding, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
VI.
in zaak II: Dorwal te veroordelen tot vergoeding van de door de Gemeente Schiedam gemaakte kosten ter hoogte van € 400,13 voor het treffen van veiligheidsmaatregelen vanwege het tekortschietend toezicht op en beheer van de panden van Dorwal, te vermeerderen met de wettelijke rente;
VII. de gedaagde in de desbetreffende zaak te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.2.
Gemeente Schiedam legt het volgende aan haar vorderingen in zaak I, II en II ten grondslag. Gemeente Schiedam is eigenaar van de desbetreffende - naast elkaar gelegen - percelen op het bedrijventerrein ‘Spaanse Polder’ in Schiedam. Gedaagden waren tot enig moment erfpachter van deze percelen. Nadat het erfpachtrecht van gedaagden was geëindigd, hadden zij op grond van de van toepassing zijnde erfpachtvoorwaarden de percelen ontdaan van opstallen, ontruimd en met gesaneerde grond aan de Gemeente Schiedam moeten opleveren. Gedaagden hebben ondanks aanmaningen daartoe niet aan deze verplichting voldaan en zijn daardoor in de nakoming van hun verplichtingen tekortgeschoten. Gemeente Schiedam vordert daarom ontruiming en oplevering van de voormalige erfpachtpercelen die gedaagden onrechtmatig in gebruik hebben en verhuurd hebben aan derden. Ook vordert zij schadevergoeding wegens het onrechtmatig voortgezet gebruik van de percelen en de winst die gedaagden hebben behaald met het zonder recht of titel verhuren van de betreffende erfpachtpercelen tijdens en na einde erfpacht. Gemeente Schiedam baseert haar vorderingen, in alle zaken, op wanprestatie, onrechtmatige daad en onverschuldigde betaling.

3.Het geschil in de incidenten

3.1.
Willem Rooij Holding, Dorwal Beheer en Drukkerij Romer Holding hebben in respectievelijk zaak I, II en III een incident tot voeging opgeworpen. Zij vorderen de drie zaken te voegen in de zin van artikel 222 Rv. Zij stellen daartoe dat de inhoud van de dagvaardingen in alle drie de zaken grotendeels gelijk zijn, de verweren in de drie zaken ook grotendeels gelijk zullen zijn en de gedaagden ook allemaal worden bijgestaan door dezelfde advocaat. Daarnaast stellen ze ook dat de feiten en juridische geschilpunten nagenoeg identiek aan elkaar zijn.
3.2.
Gemeente Schiedam onderkent dat sprake is van verknochtheid van de zaken I, II en III. Gemeente Schiedam verzet zich dan ook niet tegen de voeging van deze drie zaken.

4.De beoordeling in de incidenten

4.1.
Uit artikel 222 lid 1 Rv volgt dat, indien er bij eenzelfde rechter verknochte zaken aanhangig zijn met verschillende partijen, hiervan voeging kan worden gevorderd. Van verknochtheid is sprake wanneer feitelijke of juridische geschilpunten in de ene zaak identiek zijn aan die in de andere zaak, dan wel daarmee een zodanige samenhang vertonen dat een zo groot mogelijke consistentie van de uitspraken wenselijk is.
4.2.
Onderhavige drie zaken zijn bij dezelfde rechter aanhangig. In deze zaken zijn de vorderingen en de feiten die hieraan ten grondslag zijn gelegd voor een aanzienlijk deel identiek en wordt ook hetzelfde verweer gevoerd. Hiermee is de voor artikel 222 Rv vereiste verknochtheid tussen de drie zaken aanwezig. Om het procesverloop in alle zaken beter op elkaar af te kunnen stemmen en uiteenlopende beslissingen te voorkomen, zullen de incidentele vorderingen tot voeging worden toegewezen.
4.3.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in de incidenten geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verder verloop procedures
4.4.
In de hoofdzaken zullen de zaken naar dezelfde roldatum worden verwezen voor antwoord in de incidenten ex artikel 843a Rv alsook voor antwoord in de hoofdzaken zelf. Het is niet nodig noch wenselijk dat eerst in de incidenten wordt beslist voordat in de hoofdzaken verder wordt geprocedeerd. De Gemeente Schiedam heeft hierom ook niet verzocht en de rechtbank ziet daarvoor ambtshalve ook geen aanleiding.

5.De beslissing

De rechtbank
in de incidenten
5.1.
voegt de bij deze rechtbank aanhangige zaken met zaaknummer / rolnummer:
  • C/10/681134 / HA ZA 24-543;
  • C/10/681136 / HA ZA 24-544;
  • C/10/681139 / HA ZA 24-545.
5.2.
compenseert de kosten van de incidenten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaken
5.3.
bepaalt dat de zaken weer op de rol zullen komen van
20 november 2024voor conclusie van antwoord aan de zijde van gedaagden (i) in de incidenten ex artikel 843a Rv en (ii) in de hoofdzaken;
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Arts. Het is ondertekend door de rolrechter en in het openbaar uitgesproken op9 oktober 2024.
[3871,3070,3455]