ECLI:NL:RBROT:2024:9969

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
C/10/686297 / KG ZA 24-901
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning na beëindiging van een relatie met spoedeisend belang voor de vrouw

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 10 oktober 2024, vordert de vrouw, die de woning huurt, dat de man, met wie zij een relatie heeft gehad, de woning verlaat. Het huurcontract staat alleen op naam van de vrouw, wat haar het recht geeft om in de woning te wonen. De man heeft geen huurrecht en heeft meerdere verzoeken om de woning te verlaten genegeerd. De vrouw woont momenteel met haar drie kinderen bij haar ouders, wat een onhoudbare situatie is. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vrouw een spoedeisend belang heeft bij een voorlopige voorziening en stelt de ontruimingstermijn vast op één week na de uitspraak. De man heeft erkend dat hij geen recht heeft om in de woning te blijven, en de voorzieningenrechter concludeert dat het aannemelijk is dat de man ook in een bodemprocedure tot ontruiming zal worden veroordeeld. Er wordt geen dwangsom opgelegd en de vrouw kan de politie inschakelen indien nodig. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, zodat de man snel moet vertrekken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/686297 / KG ZA 24-901
Vonnis in kort geding van 10 oktober 2024
in de zaak van
[naam vrouw],
woonplaats: [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. E.M.F. Prickartz te Schiedam,
tegen
[naam man],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘de vrouw’ en ‘de man’ genoemd.

1.Waar gaat de zaak over?

1.1.
De vrouw huurt de woning aan het adres [adres] ( [postcode] ) in [plaats] . Toen de vrouw en de man een relatie kregen, is de man op enig moment bij de vrouw in de woning gaan wonen. De relatie tussen de partijen is inmiddels geëindigd. De vrouw heeft de man meerdere keren verzocht om de woning te verlaten, maar de man heeft niet aan dat verzoek voldaan. De vrouw woont inmiddels met haar drie kinderen bij haar ouders en deelt daar één kamer met haar kinderen. Omdat dit onhoudbaar is en omdat de man geen enkel recht heeft om in de woning te blijven wonen, wil de vrouw dat de man de woning zo snel mogelijk verlaat. In deze zaak vordert de vrouw dan ook – kort gezegd – dat de man wordt veroordeeld om de woning vandaag nog te ontruimen. De man wil de woning wel verlaten, maar hij verzoekt om hem een redelijke termijn te gunnen om vervangende woonruimte te vinden. De voorzieningenrechter veroordeelt de man om de woning binnen één week na vandaag te ontruimen. Dit wordt hierna uitgelegd.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 september 2024, met bijlagen 1 tot en met 3;
  • de brief van 30 september 2024 van de vrouw, met bijlagen 4 en 5;
  • de mondelinge behandeling op 3 oktober 2024.
3. De beoordeling
De man moet de woning ontruimen
3.1.
Het huurcontract voor de woning staat (alleen) op naam van de vrouw. Dit betekent dat de vrouw het recht heeft om in de woning te wonen en dat de man, hoe vervelend dat ook voor hem is, geen enkel huurrecht met betrekking tot de woning heeft. De man heeft dit ook erkend. In zo’n situatie is er geen ruimte om op grond van een belangenafweging te oordelen dat de man in de woning mag blijven wonen. Een belangenafweging kan er namelijk niet toe leiden dat de man, die op dit moment geen recht heeft om in de woning te wonen, een recht krijgt om in de woning te wonen. Het is dan ook voldoende aannemelijk dat de rechter in een bodemprocedure de man ook tot ontruiming van de woning zal veroordelen. Gelet op de onwenselijke woonsituatie van de vrouw op dit moment, heeft de vrouw een spoedeisend belang bij een voorlopige voorziening in deze zaak. Omdat de man geen enkel huurrecht met betrekking tot de woning heeft, hoeft niet te worden bepaald dat het gebruiksrecht van de woning slechts voorlopig (namelijk totdat in een bodemprocedure een beslissing is genomen) aan de vrouw toekomt.
De ontruimingstermijn wordt gesteld op één week na vandaag
3.2.
De voorzieningenrechter stelt de ontruimingstermijn vast op één week na vandaag. Het belang van de vrouw om de woning vandaag al te kunnen ontruimen, weegt minder zwaar dan het belang van de man om nog iets langer de gelegenheid te hebben om vervangende woonruimte te vinden. Omdat de man niet heeft weersproken dat de vrouw hem na het verbreken van de relatie in maart/april 2024 meerdere keren heeft verzocht om de woning te verlaten, is de voorzieningenrechter van oordeel dat met een ontruimingstermijn van één week na vandaag, naast de week die is verlopen tussen de mondelinge behandeling en dit vonnis, voldoende tijd aan de man is en wordt gegund om vervangende woonruimte voor zichzelf te vinden.
Er wordt niets bepaald over inschakeling van de politie en ook geen dwangsom opgelegd
3.3.
De voorzieningenrechter gaat niet bepalen dat de vrouw de politie kan inschakelen om de ontruiming van de woning door de man af te dwingen. De deurwaarder kan – zonder dat daar een machtiging van de rechter voor nodig is – eventueel bijstand van de politie inroepen. Verder ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om aan de veroordeling van de man om de woning te ontruimen een dwangsom te verbinden. Zo’n dwangsom heeft in deze zaak namelijk geen toegevoegde waarde. De vrouw heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder in te schakelen als de man de woning niet vrijwillig verlaat.
De proceskosten
3.4.
Deze zaak hangt samen met de afwikkeling van de relatie die partijen met elkaar hebben gehad. De voorzieningenrechter sluit daarom aan bij het uitgangspunt in familierechtelijke zaken dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd. Er is geen aanleiding om daarvan af te wijken. Dit betekent dat beide partijen hun eigen proceskosten moeten betalen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat de man hier geen verweer tegen heeft gevoerd en omdat de veroordeling van de man om de woning te verlaten alleen zin heeft als die snel effect heeft.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
veroordeelt de man om de woning aan het adres [adres] ( [postcode] ) in [plaats] binnen één week na vandaag te verlaten met alle personen en zaken die zich daar vanwege hem bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van de vrouw te stellen en de woning daarna niet meer te betreden;
4.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt;
4.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2024.
3349 / 1582