ECLI:NL:RBROT:2024:9920
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag WIA leefvervoersvoorziening door UWV
In deze zaak heeft eiseres, die een WAO-uitkering ontvangt, een aanvraag ingediend voor een vervoersvoorziening in de vorm van een overdekte brommobiel (canta) in verband met haar werkzaamheden. Eiseres had eerder al twee aanvragen gedaan die waren afgewezen. Het UWV concludeerde dat de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 van toepassing was, waardoor zij onbevoegd was om de voorziening te verstrekken. Na bezwaar van eiseres handhaafde het UWV het eerdere besluit. Eiseres ging in beroep en voerde diverse gronden aan tegen het bestreden besluit.
De rechtbank oordeelde dat het UWV het bestreden besluit niet langer kon handhaven en dat er alsnog een volledige inhoudelijke beoordeling moest plaatsvinden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het UWV op om opnieuw op het bezwaar van eiseres te beslissen. Tevens werd vastgesteld dat de redelijke termijn van artikel 6 EVRM was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van €500,- ten laste van de Staat. Eiseres kreeg ook het griffierecht van €50,- vergoed en het UWV werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van €1.750,- aan eiseres.
De uitspraak werd gedaan door mr. H. Bedee op 15 oktober 2024, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.