Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 mei 2024, met bijlagen;
- het antwoord.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder en een huurder over huurachterstand en de ontbinding van de huurovereenkomst. De eiser, vertegenwoordigd door Van Leeuwen Legal B.V., vorderde betaling van een huurachterstand van € 11.906,96, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte door de gedaagde. De gedaagde, die zelf procedeerde, had een huurachterstand opgebouwd van acht maanden en voerde aan dat er gebreken aan de bedrijfsruimte waren, maar kon dit niet onderbouwen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand ernstig genoeg was om de huurovereenkomst te ontbinden, en heeft de vordering tot ontbinding en ontruiming toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, een gebruiksvergoeding van € 1.488,37 per maand tot de ontruiming, en een schadevergoeding op te maken bij staat. Daarnaast werden de gevorderde contractuele boetes voor de helft toegewezen, omdat er geen reden was voor cumulatie van boetebedragen. De kantonrechter heeft ook de incassokosten toegewezen en de proceskosten voor rekening van de gedaagde gesteld.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. Dit vonnis benadrukt de verplichtingen van huurders om tijdig te betalen en de gevolgen van huurachterstand, evenals de voorwaarden waaronder contractuele boetes kunnen worden opgelegd.