ECLI:NL:RBROT:2024:9848

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 september 2024
Publicatiedatum
9 oktober 2024
Zaaknummer
C/10/670695 / JE RK 23-2911
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken voor minderjarigen

Op 11 september 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die betrokken is bij de ondertoezichtstelling van de kinderen. De ouders, de moeder en de vader, zijn belast met het ouderlijk gezag en de kinderen wonen bij de moeder. De kinderrechter heeft de procedure voortgezet met een mondelinge behandeling, waarbij beide ouders en hun advocaten aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de GI.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er behoefte is aan een duidelijke zorgregeling, gezien de complexe situatie van de ouders en de kinderen. De GI heeft een voorstel gedaan voor de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, waarbij de kinderen om de week bij de vader en de pleegmoeder verblijven. De vader heeft echter aangegeven dat hij door persoonlijke omstandigheden niet in staat is om de voorgestelde zorgregeling volledig na te komen. De moeder heeft geen verweer gevoerd tegen de voorgestelde regeling, maar heeft wel aanvullende verzoeken gedaan.

De kinderrechter heeft de voorgestelde regeling grotendeels overgenomen, met als uitgangspunt dat de ouders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de zorg en opvoeding van hun kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ouders zijn verplicht om de zorgregeling na te leven. De kinderrechter heeft benadrukt dat het in het belang van de kinderen is dat zij contact hebben met beide ouders en dat er rust en duidelijkheid moet komen in hun zorgregeling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team jeugd
Zaaknummer: C/10/670695 / JE RK 23-2911
Datum uitspraak: 11 september 2024
Beschikking over de vaststelling van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, gevestigd te Dordrecht,
hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2018 in [geboorteplaats],
hierna te noemen: [minderjarige 1],
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2018 in [geboorteplaats],
hierna te noemen: [minderjarige 2].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam 1],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [plaatsnaam 1],
advocaat mr. A.J. de Graaf te Papendrecht,
[naam 2],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [plaatsnaam 2],
advocaat mr. J.P.M. Castelein te Dordrecht.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 2 mei 2024 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de rectificatiebeschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 22 juli 2024;
  • de briefrapportage van de GI van 25 juli 2024;
  • de aantekeningen van de advocaat van de moeder van 9 september 2024;
  • de aantekeningen van de advocaat van de vader van 10 september 2024.
1.2.
Op 11 september 2024 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
- de vader met zijn advocaat;
- de moeder met haar advocaat;
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam 3] en [naam 4].
2.
De feiten
2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2].
2.2.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij hun moeder.
2.3.
Bij beschikking van 2 mei 2024 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd tot 9 mei 2025.

3.Het aangehouden verzoek

3.1.
De GI verzoekt een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast te stellen, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
Bij beschikking van 2 mei 2024 is de beslissing op het verzoek (opnieuw) aangehouden, tot 1 juli 2024 pro forma.
3.3.
De GI handhaaft bij briefrapportage van 25 juli 2024 het aangehouden verzoek en verzoekt de hierna volgende verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast te stellen:
Wekelijkse omgang:
- Zondag 18:00 uur tot en met vrijdagmiddag 17:00 uur bij moeder.
- Twee weekenden in de maand van vrijdag 17:00 uur tot en met zondag 18:00 uur bij pleegmoeder.
- Twee weekenden in de maand van vrijdag 17:00 uur tot en met zondag 18:00 uur bij vader. Vader is hierbij verantwoordelijk voor het halen en brengen van de kinderen.
Vakanties:
Zomervakantie vanaf 2025:
-Eerste drie weken bij moeder.
-Tweede drie weken bij vader.
Wissel dag: om 18.00 uur. Ouder waar de kinderen zijn zorgt dat de kinderen gegeten zijn en gebracht worden naar de andere ouder.
In de even jaren zijn de eerste 3 weken bij vader.
In de oneven jaren zijn de eerste 3 weken bij moeder.
Belmomenten in de zomervakantie zullen in de 2de, 3de, 5de en 6de week plaatsvinden.
Herfstvakantie vanaf 2024:
- Moeder pakt de herfstvakantie in de even en oneven jaren op zich.
- De weekenden lopen in deze vakantie regulier door.
Kerstvakantie vanaf 2024:
- Eerste week bij moeder. In de even jaren is de eerste week bij moeder.
- Tweede week bij vader. In de oneven jaren is de eerste week bij vader.
Wissel dag: om 18.00 uur. Ouder waar de kinderen zijn zorgt dat de kinderen gegeten zijn en gebracht worden naar de andere ouder.
Belmomenten in de kerstvakantie zullen plaatsvinden op 25 of 26 december en 31 december of 1 januari.
Voorjaarsvakantie vanaf 2025:
- Moeder pakt de voorjaarsvakantie in de even en oneven jaren op zich.
- De weekenden lopen in deze vakantie regulier door.
Meivakantie vanaf 2025:
- Eerste week bij vader. In de even jaren is de eerste week bij moeder.
- Tweede week bij moeder. In de oneven jaren is de eerste week bij vader.
- De weekenden lopen in deze vakantie regulier door.
Hemelvaart vanaf 2025:
- Moeder pakt hemelvaart in de oneven jaren op zich.
- Vader pakt hemelvaart in de even jaren op zich.
Wissel dag: woensdag om 19.00 uur. Ouder waar de kinderen zijn zorgt dat de kinderen gegeten zijn en gebracht worden naar de andere ouder.
Pasen vanaf 2025:
-De weekenden lopen in deze vakantie regulier door.
Indien Pasen in de meivakantie valt:
- De ouder bij wie de kinderen in de eerste week zijn pakken de tweede Paasdag op zich. Indien Pasen buiten de meivakantie valt:
-De ouder bij wie de kinderen zijn in het weekend pakken de tweede Paasdag op zich. Indien de kinderen bij de vader zijn met Pasen, zullen de kinderen naar moeder gebracht worden op de maandag om 18:00u.
Pinksteren vanaf 2025:
- De weekenden lopen in deze vakantie regulier door.
Indien de kinderen bij de vader zijn met Pinksteren, zullen de kinderen naar moeder gebracht worden op de maandag om 18:00u.
Bijzondere dagen/studiedagen vanaf 2024:
- Moeder pakt alle bijzondere/studie dagen op.
- De weekenden lopen in deze dagen regulier door.
Ziekte vanaf 2024:
- De ouder waarbij de kinderen zijn is verantwoordelijk.
- De wekelijkse omgang blijft doorlopen.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft ter zitting het aangehouden verzoek en licht dit als volgt toe. Het is van belang dat de zorgregeling wordt vastgesteld zodat er duidelijkheid komt. De GI acht de voorgestelde zorgregeling passend, waarin de wensen van de ouders zoveel als mogelijk zijn meegenomen. In de weekenden verblijven de kinderen afwisselend bij de vader of de pleegmoeder. Het contact met de vader is belangrijk en de kinderen willen dit ook graag. Door een officiële norm van weekendpleegzorg is het niet meer mogelijk dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] twee nachten achter elkaar bij de pleegmoeder verblijven. Momenteel verblijven [minderjarige 1] en [minderjarige 2] daar om het weekend na de voetbal van [minderjarige 2] tot en met zondag 18:00 uur. De GI wil dit formaliseren in de voorgestelde zorgregeling. Het is in het belang van de kinderen dat beide ouders verantwoordelijkheid nemen, want de kinderen hebben beide ouders nodig. Ook is het in hun belang dat naast de pleegmoeder niet nog een vierde verblijfsplek nodig zal zijn. De GI blijft aandacht houden voor het stuk pleegzorg en zal onderzoeken welke mogelijkheden er nog zijn om de ouders te ontlasten, zoals opvang in de (mei)vakantie.
4.2.
Door en namens de vader wordt ter zitting verzocht de voorgestelde zorgregeling te beperken, in die zin dat de kinderen één weekend per maand, drie weken in de zomervakantie en één week in de kerstvakantie bij de vader verblijven. Al in december 2023 heeft de vader aangegeven dat hij zwaar overbelast is. De GI heeft toen de opdracht gekregen om naar een oplossing te zoeken. Hoewel er een nieuw voorstel voor een zorgregeling ligt, kan de vader hier niet aan voldoen. Er wordt door de GI niet geluisterd naar de vader. Door het werk, de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de vader, de financiële situatie en een huis met achterstallig onderhoud is het voor de vader niet mogelijk om twee weekenden per maand omgang te hebben met de kinderen. De vader is hierdoor genoodzaakt de omgang te beperken tot één weekend per maand, tenzij de moeder de kinderen op vrijdag naar de vader kan brengen. De vader kan nauwelijks privé rijden met zijn auto van de zaak en door de reistijd met het openbaar vervoer is het voor de vader ook niet mogelijk om [minderjarige 2] in de omgangsweekenden naar de voetbal te brengen. Daarnaast heeft de vader niet genoeg vakantiedagen om, naast de zomer- en kerstvakantie, ook in de meivakantie vrij te nemen voor de kinderen. De vader wil meewerken aan het Parallel Solo Ouderschap (PSO) traject, maar dit is voor hem alleen mogelijk in de avonduren.
4.3.
Door en namens de moeder wordt ter zitting geen verweer (meer) gevoerd tegen de voorgestelde zorgregeling. Wel verzoekt de moeder om een aanvulling, in die zin dat de ouder waar de kinderen op dat moment verblijven zorgdraagt voor het bijwonen van de kinderen aan sportwedstrijden en andere sociale verplichtingen. De moeder verlangt naar het vaststellen van een zorgregeling en is bereid concessies te doen zodat er rust komt. De moeder heeft in samenspraak met haar werk en hulpverleners geregeld dat zij de kinderen meer kan opvangen. De moeder en de kinderen zullen de komende periode hulpverlening ontvangen voor traumaverwerking en de moeder is gestart met PSO. De moeder is ontstemd over de handelswijze van de GI met betrekking tot het in haar ogen onterechte (en weer ingetrokken) verzoek tot uithuisplaatsing van de kinderen. De GI geeft hierover niet alle informatie vrij aan de moeder en er wordt onvoldoende gekeken naar de oplossingen die de moeder en haar advocaat voorstellen. Het vertrouwen in de GI moet bij de moeder weer groeien. Dat kan alleen door met elkaar te werken aan de doelen die zijn opgesteld in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2], maar ook in samenwerking met beide ouders. De moeder vindt het belangrijk dat de vader contact heeft met [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. Zij is bereid om met haar werkgever om de tafel te gaan zodat zij de kinderen om de week op vrijdag naar de vader kan brengen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter kan op grond van artikel 1:265g lid 1 van het Burgerlijk Wetboek voor de duur van de ondertoezichtstelling een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vaststellen voor zover dit in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] noodzakelijk is.
5.2.
Op 18 december 2023 heeft de GI een verzoek ingediend voor het vaststellen van een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. Bij beschikking van 29 december 2023 is dit verzoek aangehouden tot 1 maart 2024 pro forma, zodat gezocht kon worden naar een andere zorgregeling. Bij briefrapportage van 8 maart 2024 heeft de GI de rechtbank om meer tijd gevraagd en bij beschikking van 2 mei 2024 is de beslissing op het verzoek in afwachting van een passende en haalbare zorgregeling opnieuw aangehouden tot 1 juli 2024 pro forma. Het lukt de ouders niet om samen met de GI een zorgregeling op te stellen waar zij beiden volledig achter staan. Hoewel met name de vader kanttekeningen heeft geplaatst bij de door de GI voorgestelde zorgregeling, is het van groot belang dat er rust en duidelijkheid ontstaat voor zowel de kinderen als de ouders over bij wie de kinderen op welk moment zullen verblijven. De kinderrechter acht het dan ook noodzakelijk dat een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt vastgesteld.
5.3.
De kinderrechter houdt zich bij het vaststellen van de verdeling van de zorg- en opvoedtaken grotendeels vast aan de regeling zoals door de GI is voorgesteld en oordeelt hierover als volgt.
5.4.
Het uitgangspunt is dat de ouders gezamenlijk de verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen. De kinderrechter benadrukt hierbij dat op grond van de wet en vaste rechtspraak zowel sprake is van een recht op het hebben van een band en contact met de minderjarige kinderen als een plicht om voor de minderjarige kinderen te zorgen. Hoewel de kinderrechter begrip heeft voor het gegeven dat de vader deels aan zijn werk gebonden is, zal hij vanuit dit gezichtspunt meer zijn best moeten doen om ruimte te maken voor de kinderen die hij samen met de moeder heeft. Van de vader mag worden verwacht dat hij gezien de op hem rustende verplichting meer invulling geeft aan zijn vaderschap. De kinderen willen ook graag contact met de vader. Het is in hun belang dat de vader een betekenisvolle rol in hun leven speelt. De vader heeft eerder samen met de moeder de zorg voor de kinderen gedeeld.
5.5.
De vader geeft nu aan de kinderen (naast vakanties) een weekend per maand te kunnen opvangen. De kinderrechter acht dit met het oog op het belang van de kinderen te weinig. De door de GI voorgestelde regeling is op dit punt passend. Zoals ter zitting is besproken zullen de kinderen twee weekenden per maand naar de vader gaan, in die zin dat de kinderen dan om het weekend bij de vader zijn. Op die manier kan er geen onrust ontstaan als in een maand meer dan vier weekenden voorkomen. Ook is afgesproken dat de moeder de kinderen op vrijdag naar de vader brengt. Het uitgangspunt, zowel in de praktijk als in de voorgestelde regeling, is dat de kinderen vanaf 17.00 uur bij de vader zijn. Een later tijdstip als uitgangspunt, zoals om 19.00 uur dat door de vader is voorgesteld, acht de kinderrechter gelet op de leeftijd van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] niet wenselijk. Van de vader wordt verwacht dat hij dit afstemt op zijn werkrooster, mogelijk met inzet van verlof zoals de vader ter zitting aangaf. Zo nodig zou de vader zijn werkgever kunnen informeren dat hij op grond van een rechterlijke uitspraak beschikbaar moet zijn voor de kinderen.
5.6.
De ouder waar de kinderen op dat moment zijn, draagt de verantwoordelijkheid voor het laten bijwonen door de kinderen van sportactiviteiten en sociale verplichtingen, zoals kinderfeestjes. Dat de moeder [minderjarige 2] naar de voetbal zou brengen in de weekenden dat [minderjarige 2] bij de vader is, acht de kinderrechter gelet op de huidige verstandhouding tussen de ouders en de omstandigheid dat de kinderen dan met en bij de vader zijn, voor de kinderen onrustig en daarmee onwenselijk.
5.7.
In de weekenden dat de kinderen niet bij de vader verblijven, verblijven de kinderen van zaterdag na de voetbal van [minderjarige 2] tot en met zondag 18:00 uur bij de pleegmoeder. Momenteel verloopt dit goed. Al is dit in frequentie wel minder dan voorheen en de reden waarom dit zou zijn, namelijk ofwel vanwege de ‘regels’ van pleegzorg ofwel door de persoonlijke omstandigheden van de pleegmoeder, is ter zitting niet geheel duidelijk geworden. De kinderrechter gaat ervan uit dat de GI hierover nog in overleg gaat met pleegzorg en dat, indien nodig ter ontlasting van de ouders en in overleg met hen, daar een andere passende oplossing voor komt. Het belang van de kinderen is hierin leidend en voorkomen moet worden dat de kinderen op veel verschillende plekken verblijven. Ook dienen de mogelijkheden voor vakantieopvang de komende periode nog nader te worden bekeken.
5.8.
Over de vakanties hebben de ouders, met uitzondering van de meivakantie, overeenstemming bereikt. De kinderrechter acht het redelijk dat de ouders ook de meivakantie gelijkelijk verdelen, zoals voorgesteld door de GI.
5.9.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de regeling zoals voorgesteld door de GI en zoals nader overeengekomen en aangevuld tijdens de mondelinge behandeling, op onderstaande wijze vaststellen. Zij is van oordeel dat, na een afweging van alle belangen, de onderstaande verdeling van de zorg- en opvoedingstaken het meest aangewezen is. De kinderrechter verwacht dat vanuit de GI er aandacht blijft voor pleegzorg/opvang om te bezien of de ouders daarmee verder ontlast kunnen worden. De kinderrechter verwacht van de ouders dat zij de belangen van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voorop stellen en beseffen dat een in hun ogen ‘perfecte’ zorgregeling moeilijk haalbaar zal zijn. Het oog hebben voor de belangen en de (on)mogelijkheden van de ander en allebei soms water bij de wijn doen, zal de ouders en daarmee de kinderen uiteindelijk het meest vooruit helpen.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt vast dat ten aanzien van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] de navolgende verdeling van de zorg- en opvoedingstaken geldt:
Wekelijkse omgang:
- Bij de moeder vanaf zondag 18:00 uur tot en met de overdracht van de kinderen naar de vader op vrijdag om 17.00 uur of naar de pleegmoeder op zaterdag na de voetbal van [minderjarige 2].
- Om de week in het weekend van zaterdag na de voetbal tot en met zondag 18:00 uur bij pleegmoeder. De moeder is verantwoordelijk voor het halen en brengen van de kinderen.
- Om de week in het weekend van vrijdag 17:00 uur tot en met zondag 18:00 uur bij de vader. De moeder is verantwoordelijk voor het brengen van de kinderen naar de vader op vrijdag. De vader is verantwoordelijk voor het brengen van de kinderen naar de moeder op zondag.
- De ouder waar de kinderen op dat moment verblijven, draagt zorg voor het bijwonen door de kinderen van sportactiviteiten en sociale verplichtingen van de kinderen.
Vakanties:
Zomervakantie vanaf 2025:
-Eerste drie weken bij de moeder.
-Tweede drie weken bij de vader.
Wisseldag: om 18.00 uur. De ouder waar de kinderen zijn, zorgt dat de kinderen hebben gegeten en gebracht worden naar de andere ouder.
In de even jaren zijn de eerste 3 weken bij de vader.
In de oneven jaren zijn de eerste 3 weken bij de moeder.
Belmomenten in de zomervakantie zullen in de 2de, 3de, 5de en 6de week plaatsvinden.
Herfstvakantie vanaf 2024:
- De moeder pakt de herfstvakantie in de even en oneven jaren op zich.
- De weekenden lopen in deze vakantie regulier door.
Kerstvakantie vanaf 2024:
- Eerste week bij de moeder. In de even jaren is de eerste week bij de moeder.
- Tweede week bij de vader. In de oneven jaren is de eerste week bij de vader.
Wisseldag: om 18.00 uur. De ouder waar de kinderen zijn, zorgt dat de kinderen hebben gegeten en gebracht worden naar de andere ouder.
Belmomenten in de kerstvakantie zullen plaatsvinden op 25 of 26 december en 31 december of 1 januari.
Voorjaarsvakantie vanaf 2025:
- De moeder pakt de voorjaarsvakantie in de even en oneven jaren op zich.
- De weekenden lopen in deze vakantie regulier door.
Meivakantie vanaf 2025:
- Eerste week bij de vader. In de even jaren is de eerste week bij de moeder.
- Tweede week bij de moeder. In de oneven jaren is de eerste week bij de vader.
- De weekenden lopen in deze vakantie regulier door.
Hemelvaart vanaf 2025:
- De moeder pakt hemelvaart in de oneven jaren op zich.
- De vader pakt hemelvaart in de even jaren op zich.
Wisseldag: woensdag om 19.00 uur. De ouder waar de kinderen zijn, zorgt dat de kinderen hebben gegeten en gebracht worden naar de andere ouder.
Pasen vanaf 2025:
-De weekenden lopen in deze vakantie regulier door.
Indien Pasen in de meivakantie valt:
- De ouder bij wie de kinderen in de eerste week zijn, pakt de tweede Paasdag op zich.
Indien Pasen buiten de meivakantie valt:
- De ouder bij wie de kinderen in het weekend zijn, pakt de tweede Paasdag op zich. Indien de kinderen met Pasen bij de vader zijn, zullen de kinderen naar de moeder gebracht worden op de maandag om 18:00 uur.
Pinksteren vanaf 2025:
- De weekenden lopen in deze vakantie regulier door.
Indien de kinderen met Pinksteren bij de vader zijn, zullen de kinderen naar de moeder gebracht worden op de maandag om 18:00 uur.
Bijzondere dagen/studiedagen vanaf 2024:
- De moeder pakt alle bijzondere/studie dagen op zich.
- De weekenden lopen op deze dagen regulier door.
Ziekte vanaf 2024:
- De ouder waarbij de kinderen zijn, is verantwoordelijk.
- De wekelijkse omgang blijft doorlopen.
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2024 door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.N. van Geest als griffier, en op schrift gesteld op 26 september 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.