ECLI:NL:RBROT:2024:982

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 januari 2024
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
10531441 CV EXPL 23-15444
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur voor verrichte chauffeursdiensten en bijkomende kosten

In deze zaak heeft eiser, handelend onder de naam [handelsnaam01], een vordering ingesteld tegen FL Reizen B.V. wegens onbetaalde facturen voor verrichte chauffeursdiensten. Eiser heeft van 1 tot en met 3 november 2022 in opdracht van FL Reizen chauffeursdiensten verleend en een factuur van € 733,70 op 11 november 2022 ingediend. Daarnaast heeft eiser een bedrag van € 55,00 in rekening gebracht voor een mediabox. FL Reizen heeft de facturen niet betaald en is niet verschenen op de mondelinge behandeling op 5 december 2023, waardoor de stellingen van eiser niet zijn weersproken.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat FL Reizen tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen. Eiser heeft een ingebrekestelling en aanmaningen verstuurd, maar FL Reizen heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de hoofdsom van € 788,70 aan eiser moet worden betaald, evenals de buitengerechtelijke incassokosten van € 107,99 en de wettelijke rente. De proceskosten zijn vastgesteld op € 528,54, die ook door FL Reizen moeten worden vergoed. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10531441 CV EXPL 23-15444
datum uitspraak: 12 januari 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser01], die handelt onder de naam [handelsnaam01] ,
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: P. de Ruijter,
tegen
FL Reizen B.V.,
vestigingsplaats: Middelharnis, gemeente Goeree-Overflakkee,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [naam01] .
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘FL Reizen’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 22 mei 2023, met bijlagen;
  • de aantekeningen van de mondelinge reactie van 12 juli 2023, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord van 9 augustus 2023, met bijlagen;
  • de stukken die [eiser01] op de zitting van 5 december 2023 heeft overgelegd.
1.2.
Op 5 december 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij was [eiser01] aanwezig, met zijn moeder. Hoewel FL Reizen behoorlijk is opgeroepen voor de mondelinge behandeling, is namens FL Reizen, zonder bericht van verhindering, niemand op de zitting verschenen.

2.De feiten

2.1.
[eiser01] heeft een bedrijf in ongeregeld personenvervoer over de weg. FL Reizen is een bedrijf in ongeregeld personenvervoer over de weg.
2.2.
[eiser01] heeft vanaf 1 november 2022 tot en met 3 november 2022 in opdracht van FL Reizen chauffeursdiensten verricht. Hiervoor heeft [eiser01] een bedrag van € 733,70 bij FL Reizen in rekening gebracht door middel van een factuur van 11 november 2022.
2.3.
[eiser01] heeft in overleg met FL Reizen een mediabox voor FL Reizen besteld en daarvoor de prijs van de mediabox van € 55,00 bij FL Reizen in rekening gebracht.

3.Het geschil

3.1.
[eiser01] eist samengevat:
  • FL reizen te veroordelen aan hem te betalen € 896,69 met rente;
  • FL Reizen te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 788,70 en buitengerechtelijke kosten van € 107,99.
3.2.
[eiser01] baseert de eis op het volgende.
FL Reizen is tekortgeschoten in de nakoming van haar betalingsverplichting tegenover [eiser01] door de factuur van 11 november 2022 onbetaald te laten en door het bedrag van € 55,00 dat [eiser01] bij FL Reizen in rekening heeft gebracht voor de mediabox niet te betalen. In totaal is FL Reizen aan [eiser01] een bedrag van € 788,70 verschuldigd aan hoofdsom. [eiser01] heeft een ingebrekestelling en aanmaningen aan FL Reizen verstuurd, maar tevergeefs. FL Reizen is een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van
€ 107,99 verschuldigd geworden aan [eiser01] . Verder maakt [eiser01] aanspraak op de wettelijke rente
3.3.
FL Reizen is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. De factuur van
11 november 2022 is niet juist, omdat daarin ook reiskosten zijn opgenomen, terwijl dat niet de bedoeling was. Partijen hebben niet met elkaar afgesproken dat FL Reizen die kosten zou vergoeden. Daarnaast wil FL Reizen kunnen controleren of de gegevens over de ritten kloppen. Zij wil daarom tachograaf gegevens van [eiser01] ontvangen. FL Reizen is bereid om tot betaling over te gaan, als zij een gecorrigeerde factuur en de digitale tachograaf gegevens ontvangt.

4.De beoordeling

de hoofdsom

4.1.
Tijdens de mondelinge behandeling van 5 december 2023 heeft [eiser01] gereageerd op het verweer van FL Reizen. Hij heeft daarbij over de reiskosten gesteld dat partijen wel met elkaar hebben afgesproken dat FL Reizen deze kosten aan [eiser01] zou vergoeden. [eiser01] heeft tijdens de zitting ter onderbouwing van dit standpunt facturen overgelegd die volgens [eiser01] wel zijn betaald door FL Reizen. In die facturen waren volgens [eiser01] ook reiskosten opgenomen. In die facturen is als kostenpost ‘Brandstof’ opgenomen. In de factuur waar het in deze zaak over gaat is een kilometervergoeding opgenomen onder de naam ‘Kruispost’. [eiser01] heeft op de zitting gezegd, althans zo begrijpt de kantonrechter, dat hij onder deze verschillende benamingen conform afspraak reiskosten voor woon-werkverkeer in rekening brengt bij FL Reizen. Verder heeft [eiser01] gezegd dat hij inmiddels de tachograaf gegevens digitaal aan FL Reizen heeft gestuurd.
4.2.
Door niet op de mondelinge behandeling te verschijnen heeft FL Reizen de kans onbenut gelaten om deze stellingen en uitleg van [eiser01] te weerspreken. Daarom wordt in rechte uitgegaan van de juistheid van deze stellingen van [eiser01] en wordt ervan uitgegaan dat FL Reizen het factuurbedrag van € 733,70 volledig aan [eiser01] verschuldigd is.
4.3.
FL Reizen heeft geen verweer gevoerd met betrekking tot het bij haar in rekening gebrachte bedrag van € 55,00 voor de mediabox. Daarom wordt ervan uitgegaan dat zij ook dat bedrag nog aan [eiser01] moet betalen.
4.4.
De conclusie is dan ook dat de hoofdsom van in totaal € 788,70 wordt toegewezen.
buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.5.
FL Reizen heeft niets aangevoerd met betrekking tot de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en de gevorderde wettelijke rente. Deze worden dan ook toegewezen.
proceskosten
4.6.
FL Reizen krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiser01] tot vandaag vast op € 112,04 aan dagvaardingskosten, € 214,00 aan griffierecht, € 135,00 aan salaris voor de gemachtigde (1 punt) en € 67,50 aan nakosten (1/2 punt x € 135,00). Dit is totaal € 528,54. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt FL Reizen om aan [eiser01] te betalen € 896,69 met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 788,70 vanaf
11 december 2022 tot de dag dat volledig is betaald;
5.2.
veroordeelt FL Reizen in de proceskosten, die aan de kant van [eiser01] tot vandaag worden vastgesteld op € 528,54;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en in het openbaar uitgesproken.
757