In deze zaak heeft de Ondernemingsraad van PPD (Netherlands) B.V. een verzoek ingediend bij de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam. De Ondernemingsraad betwistte de wijziging van de bonusregeling na de overname van PPD door het Amerikaanse bedrijf Thermo Fisher Scientific Inc. De oude bonusregeling, het Long-Term Incentive Program (LTI), werd ingetrokken en vervangen door het Thermo Fisher Equity Award Program (EAP). De Ondernemingsraad stelde dat PPD instemming had moeten vragen voor deze wijziging, aangezien het een wijziging van het beloningssysteem betreft, zoals bedoeld in artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). De kantonrechter oordeelde dat het besluit om de LTI te vervangen door de EAP inderdaad instemmingsplichtig was. De rechter benadrukte dat het besluit aan PPD moet worden toegerekend, ondanks dat het door de moedermaatschappij is genomen. De kantonrechter verklaarde het besluit nietig, omdat PPD geen instemming had gevraagd van de Ondernemingsraad. Tevens werd PPD verboden om uitvoering te geven aan het besluit en werd de verplichting opgelegd om met de Ondernemingsraad een nieuwe bonusregeling te treffen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.