ECLI:NL:RBROT:2024:9796
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en veroordeling tot betaling huurachterstand en verstrekking gegevens onderhuurders
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 september 2024 uitspraak gedaan in een huurovereenkomst tussen een verhuurder en een huurder. De huurder, die de woning had gehuurd met het oog op onderverhuur, had een aanzienlijke huurachterstand opgebouwd van € 14.721,41. De verhuurder eiste ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van de achterstand. De huurder had eerder een regeling getroffen om de achterstand in te lopen, maar deze was niet nagekomen. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand ernstig genoeg was om de huurovereenkomst te ontbinden, conform artikel 6:265 BW. Daarnaast werd de huurder veroordeeld om de contactgegevens en huurovereenkomsten van de onderhuurders aan de verhuurder te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 200,- per dag, met een maximum van € 20.000,-. De kantonrechter kende ook incassokosten van € 922,21 en rente toe aan de verhuurder. De proceskosten werden begroot op € 1.383,72, die voor rekening van de huurder kwamen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de verhuurder het vonnis direct kan uitvoeren, ook als de huurder in hoger beroep gaat.