ECLI:NL:RBROT:2024:9770

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2024
Publicatiedatum
8 oktober 2024
Zaaknummer
11224155 VZ VERZ 24-7044
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor na ongeval tussen scooters

In deze zaak heeft verzoeker, woonachtig in Berkel en Rodenrijs, een verzoek ingediend voor een voorlopig getuigenverhoor naar aanleiding van een ongeval dat plaatsvond op 7 maart 2024. Verzoeker stelt dat hij op een scooter reed over de Jonker Fransstraat in Rotterdam, terwijl ook verweerder sub 2 op een scooter in dezelfde straat reed. Verzoeker beweert dat verweerder sub 2 tijdens een inhaalmanoeuvre zijn weg heeft afgesneden, wat resulteerde in een aanrijding waarbij verzoeker letsel heeft opgelopen. Verzoeker heeft Achmea, de verzekeraar van verweerder sub 2, aansprakelijk gesteld voor de schade, maar Achmea heeft de aansprakelijkheid afgewezen en stelt dat verzoeker het ongeval heeft veroorzaakt.

Om de toedracht van het ongeval te verduidelijken, heeft verzoeker verzocht om een voorlopig getuigenverhoor, zoals bedoeld in artikel 186 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Zowel Achmea als verweerder sub 2 hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verzoek. De kantonrechter heeft het verzoek toegewezen en bepaald dat het voorlopig getuigenverhoor zal plaatsvinden op maandag 2 december 2024 om 13.30 uur in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam. De kantonrechter heeft tevens aangegeven dat partijen zelf verantwoordelijk zijn voor het oproepen van de getuigen, met de aanbeveling om dit met tussenpauzes van 45 minuten te doen, zodat de getuigen buiten elkaars aanwezigheid kunnen worden gehoord.

Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11224155 VZ VERZ 24-7044
datum uitspraak: 4 oktober 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoeker],
woonplaats: Berkel en Rodenrijs,
verzoeker,
gemachtigde: mr. M. Ciftci,
tegen

1.Achmea Schadeverzekeringen N.V.,

vestigingsplaats: Apeldoorn,
verweerster,
gemachtigde: mr. A.J. Schoonen,
2. [verweerder sub 2],
woonplaats: Rotterdam,
verweerder,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘ [verzoeker] ’, ‘Achmea’ en ‘ [verweerder sub 2] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift (ontvangen op 22 juli 2024), met bijlagen;
  • de e-mail van [verweerder sub 2] van 23 augustus 2024;
  • de e-mails van Achmea van 3 september 2024 en 9 september 2024.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[verzoeker] en [verweerder sub 2] zijn op 7 maart 2024 betrokken geraakt bij een ongeval. [verzoeker] stelt dat hij op een scooter over de Jonker Fransstraat in Rotterdam reed en dat ook [verweerder sub 2] op een scooter in diezelfde straat reed. Volgens [verzoeker] wilde [verweerder sub 2] een voorligger op de weghelft van [verzoeker] inhalen maar heeft hij bij de inhaalmanoeuvre de weg van [verzoeker] afgesneden, waardoor [verweerder sub 2] [verzoeker] heeft aangereden. [verzoeker] heeft als gevolg van het ongeval letsel opgelopen. [verzoeker] is er van overtuigd dat [verweerder sub 2] het ongeval heeft veroorzaakt en heeft Achmea, de verzekeraar van [verweerder sub 2] , aansprakelijk gesteld voor de geleden en nog te lijden schade. Achmea heeft de aansprakelijkheid afgewezen en stelt dat juist [verzoeker] het ongeval zou hebben veroorzaakt.
2.2.
Om duidelijkheid te krijgen over de toedracht van het ongeval heeft [verzoeker] verzocht om een voorlopig getuigenverhoor als bedoeld in artikel 186 Rv te houden, waarbij dan in elk geval [verzoeker] en [verweerder sub 2] gehoord kunnen worden.
De kantonrechter wijst het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toe
2.3.
Zowel Achmea als [verweerder sub 2] hebben te kennen gegeven dat zij geen bezwaar hebben tegen het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Om die reden en omdat het verzoek van [verzoeker] voor het overige aan de wettelijke eisen voor toewijzing voldoet, wijst de kantonrechter het verzoek toe en bepaalt hij dat het voorlopig getuigenverhoor zal plaatsvinden op
maandag 2 december 2024 om 13.30 uur.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst het verzoek toe;
3.2.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op
maandag 2 december 2024 om 13.30 uurin het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam, ten overstaan van de hierna te noemen kantonrechter;
3.3.
bepaalt dat partijen zelf moeten zorgen voor het deugdelijk oproepen van de te horen getuigen, waarbij het aanbeveling verdient dat de getuigen worden opgeroepen met tussenpauzes van 45 minuten, aangezien de wet voorschrijft dat de kantonrechter de getuigen buiten elkaars aanwezigheid hoort en de kantonrechter gemiddeld genomen 30 tot 45 minuten bezig is met het horen van elke getuige.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
44487