In deze zaak heeft verzoeker, woonachtig in Berkel en Rodenrijs, een verzoek ingediend voor een voorlopig getuigenverhoor naar aanleiding van een ongeval dat plaatsvond op 7 maart 2024. Verzoeker stelt dat hij op een scooter reed over de Jonker Fransstraat in Rotterdam, terwijl ook verweerder sub 2 op een scooter in dezelfde straat reed. Verzoeker beweert dat verweerder sub 2 tijdens een inhaalmanoeuvre zijn weg heeft afgesneden, wat resulteerde in een aanrijding waarbij verzoeker letsel heeft opgelopen. Verzoeker heeft Achmea, de verzekeraar van verweerder sub 2, aansprakelijk gesteld voor de schade, maar Achmea heeft de aansprakelijkheid afgewezen en stelt dat verzoeker het ongeval heeft veroorzaakt.
Om de toedracht van het ongeval te verduidelijken, heeft verzoeker verzocht om een voorlopig getuigenverhoor, zoals bedoeld in artikel 186 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Zowel Achmea als verweerder sub 2 hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verzoek. De kantonrechter heeft het verzoek toegewezen en bepaald dat het voorlopig getuigenverhoor zal plaatsvinden op maandag 2 december 2024 om 13.30 uur in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam. De kantonrechter heeft tevens aangegeven dat partijen zelf verantwoordelijk zijn voor het oproepen van de getuigen, met de aanbeveling om dit met tussenpauzes van 45 minuten te doen, zodat de getuigen buiten elkaars aanwezigheid kunnen worden gehoord.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter en in het openbaar uitgesproken.