Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[veroordeelde],
Feiten
Procedure
Bezwaar
Standpunt van de reclassering
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Beoordeling
Beslissing
75 (vijfenzeventig);
12 (twaalf)maanden na heden moet worden voltooid.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 23 augustus 2024 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de omzetting van een taakstraf. De veroordeelde had eerder een taakstraf van 80 uren opgelegd gekregen, met de waarschuwing dat bij niet-naleving vervangende hechtenis van 40 dagen zou worden toegepast. Het Openbaar Ministerie had op 26 april 2024 besloten om vervangende hechtenis van 38 dagen toe te passen, maar deze beslissing was niet ondertekend door een officier van justitie, wat leidde tot het indienen van het bezwaar op 19 juli 2024.
Tijdens de zitting op 23 augustus 2024 werd de veroordeelde gehoord, evenals zijn advocaat en de officier van justitie. De verdediging voerde aan dat de veroordeelde door miscommunicatie een aantal werkdagen van zijn taakstraf had gemist en vroeg om een nieuwe kans. De officier van justitie erkende het gebrek aan handtekening en stelde dat de omzettingsbeslissing mondeling was bevestigd tijdens de zitting.
De rechtbank oordeelde dat het bezwaar tijdig was ingediend en dat de veroordeelde ontvankelijk was in zijn bezwaar. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde verwijtbaar de taakstraf niet had verricht, maar dat zijn persoonlijke omstandigheden voldoende zwaarwegend waren om hem nog een kans te geven. De rechtbank verklaarde het bezwaar gegrond, hevelde de beslissing tot vervangende hechtenis van 38 dagen op en verlengde de termijn voor het verrichten van de taakstraf met 12 maanden.