ECLI:NL:RBROT:2024:9708
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van compensatieverzoek op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen met betrekking tot kinderopvangtoeslag
Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken ROT 22/5544, ROT 23/1204 en ROT 23/1205, waarbij eiseres, een inwoner van [plaatsnaam], in beroep ging tegen besluiten van de Dienst Toeslagen. Eiseres had geen recht op een forfaitair bedrag van € 30.000,- op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van institutionele vooringenomenheid of hardheid van het stelsel. De wijzigingen in de hoogte van de kinderopvangtoeslag waren het gevolg van door eiseres zelf doorgegeven wijzigingen in het toetsingsinkomen en het aantal opvanguren.
Eiseres had in 2013, 2014 en 2015 kinderopvangtoeslag aangevraagd en was geregistreerd in de Fraude Signalering Voorziening (FSV). Eiseres betoogde dat zij onterecht in de FSV was opgenomen, wat haar privacyrechten zou schenden en dat zij gediscrimineerd was op basis van haar afkomst. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit van registratie in de FSV niet voldoende was om te concluderen dat de Dienst Toeslagen vooringenomen had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de Dienst Toeslagen de aanvraag van eiseres om compensatie terecht had afgewezen.
De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en veroordeelde de Dienst Toeslagen tot vergoeding van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 437,50, en het betaalde griffierecht van € 100,-. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.