ECLI:NL:RBROT:2024:9703
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om voorlopige voorzieningen in bestuursrechtelijke zaak betreffende persoonsgebonden budgetten en kwaliteitseisen van zorgaanbieder
Op 7 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot verzoeken om voorlopige voorzieningen. De zaak betreft vier verzoeken van verschillende verzoekers, die allen een persoonsgebonden budget (pgb) ontvangen en zorg inkopen bij een stichting. De stichting biedt ondersteuning aan kwetsbare jongeren en heeft met de verzoekers huur- en zorgovereenkomsten gesloten. De gemeente Rotterdam had eerder besloten dat de stichting niet voldeed aan de kwaliteitseisen van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), waardoor de verzoekers hun pgb niet meer bij de stichting konden besteden.
De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de gemeente en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat zij vrezen dakloos te raken als zij hun zorg niet meer bij de stichting kunnen inkopen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de stichting inmiddels weer voldoet aan de kwaliteitseisen, waardoor de eerdere besluiten van de gemeente zijn ingetrokken. De verzoekers hebben aangegeven dat zij hun verzoeken om voorlopige voorzieningen niet willen intrekken, ondanks dat er geen spoedeisend belang meer is.
Tijdens de zitting op 23 september 2024 hebben partijen besloten niet te verschijnen. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang meer is, aangezien de verzoekers hun pgb voorlopig bij de stichting kunnen blijven besteden. Daarom heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.