Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte rechtspersoon [verdachte rechtspersoon] . tot een geldboete van € 165.826,00.
4.Waardering van het bewijs
‘requested by’de eindgebruiker op papier is en dat het tweede bedrijf in dezelfde kolom, in onderhavig geval steeds een Russisch bedrijf, de daadwerkelijke eindgebruiker van deze goederen is. Dit verweer, dat ook slecht te rijmen valt met de verklaring van de vertegenwoordiger van [afkorting naam verdachte rechtspersoon] dat hij heeft ‘ingestemd’ met een aantal leveringen aan bedrijven in Rusland, wordt verworpen.
(met productcode [codenummer 7] );
5.Strafbaarheid feiten
het medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
het medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid [verdachte rechtspersoon] .
7.Motivering straf
legaleafzetmarkten. Zij deed het tegenovergestelde. Uit het dossier, met name uit chats tussen de feitelijk leidinggevende van de verdachte en medewerkers van het bedrijf, rijst het beeld op dat alles in het werk werd gesteld om de sancties te omzeilen door steeds nieuwe routes te zoeken waarlangs vliegtuigonderdelen op slinkse wijze alsnog aan de Russische afnemers konden worden geleverd. Daartoe werden bedrijven in Tadzjikistan, Servië, Turkije en Kirgizië gebruikt of zelfs opgezet als tussenschakels. Op papier deed men het voorkomen dat die bedrijven de
end userswaren, maar in werkelijkheid was Rusland de eindbestemming. De verdachte, haar bestuurder en haar medewerkers hadden hierbij slechts één doel: zo veel mogelijk geld verdienen. De zwarte markt die na de sancties ontstond, bood immers hogere winstmarges dan voorheen gebruikelijk. Een WhatsApp-gesprek van 8 juni 2022 spreekt in dit opzicht boekdelen. Een ‘agent’ van het bedrijf schrijft: “We gaan net zo lang laden totdat we worden opgepakt ”. De bestuurder van de verdachte antwoordt: “Mee eens. ”. Uit deze en dergelijke gesprekken blijkt duidelijk dat men in het bedrijf lak had aan de regels en puur uit eigenbelang handelde. Door dit handelen zijn doel en strekking van de sancties in ernstige mate ondergraven.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
geldboete van € 165.826,- (honderdvijfenzestigduizend achthonderdzesentwintig euro).