In deze zaak heeft eiseres, Jonathan Beheer B.V., een kort geding aangespannen tegen gedaagden, die de nalatenschap van hun overleden vader beneficiair hebben aanvaard. Eiseres vordert de levering van aandelen in een vennootschap, welke aandelen zijn overeengekomen in een koopovereenkomst uit 2013. Gedaagden weigeren de aandelen te leveren, wat heeft geleid tot deze rechtszaak. De rechtbank heeft op 3 oktober 2024 geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is bij de vordering tot nakoming van de koopovereenkomst. Eiseres heeft niet voldoende onderbouwd dat er een risico bestaat dat gedaagden de aandelen zouden verkopen of bezwaren. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aandeelhoudersovereenkomst al sinds 2013 bestaat en dat erflater of zijn erfgenamen de aandelen nooit hebben bezwaard of verkocht. Eiseres heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangedragen die de vrees voor vervreemding of bezwaring onderbouwen. De rechtbank heeft ook de vordering tot betaling van een voorschot op een contractuele boete afgewezen, omdat eiseres niet heeft aangetoond dat er een spoedeisend belang is bij deze vordering. Eiseres is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 1.605,00.