Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 331 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 300 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met de bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad);
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west (hierna: de jeugdreclassering) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1. met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
2. met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
3. met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
4. met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
voor de duur van 182 (honderdtweeëntachtig dagen);
groot 150 (honderdvijftig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
werkstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;