ECLI:NL:RBROT:2024:9624

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 augustus 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
10/091791-24, 10/076503-24, 10/134078-24, 10/140961-24 (gevoegd t.t.z.)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige verdachte voor meerdere geweldsmisdrijven en diefstal met geweld

Op 27 augustus 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2008, die zich schuldig heeft gemaakt aan zes geweldsmisdrijven, waaronder mishandeling, openlijke geweldpleging tegen personen, diefstal met geweld in vereniging en afpersing in vereniging. De verdachte was ten tijde van de feiten 15 jaar oud en was preventief gedetineerd in een justitiële jeugdinrichting. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een deels voorwaardelijke jeugddetentie van 150 dagen, waarvan 52 dagen onvoorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder deelname aan een behandelprogramma en een contactverbod met medeverdachten. Daarnaast is een werkstraf van 30 uren opgelegd. De rechtbank heeft de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij schadevergoedingen zijn vastgesteld voor de slachtoffers van de geweldsmisdrijven. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte meegewogen. De verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan meerdere geweldsmisdrijven, wat heeft geleid tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De rechtbank heeft benadrukt dat dergelijk gedrag onaanvaardbaar is en dat de verdachte moet beseffen dat zijn daden gevolgen hebben.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummers: 10/091791-24, 10/076503-24, 10/134078-24, 10/140961-24 (gevoegd t.t.z.)
Datum uitspraak: 27 augustus 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 1] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum 1] 2008,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Rijks justitiële jeugdinrichting [naam PI] te [plaats] ,
raadsman mr. P.H.A. de Boer, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 13 augustus 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.H.A. de Bruijne heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/076503-24, 10/134078-24 onder 1 en onder 2 primair, 10/140961-24 en 10/091791-24 onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 150 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 52 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) en een contactverbod met 8 medeverdachten;
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: de jeugdreclassering) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende jeugddetentie.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder parketnummer 10/076503-24, 10/134078-24 onder 2 primair, 10/140961-24 en 10/091791-24 onder 1 primair en onder 2 subsidiair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering parketnummer 10/134078-24 feit 1
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van de openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer 1] . De rechtbank acht, gelet op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen opgenomen in bijlage II, dat het onder parketnummer 10/134078-24 onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/134078-24 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/076503-24, 10/134078-24 onder 2 primair, 10/140961-24 en 10/091791-24 onder 1 primair en onder 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10/076503-24:
hij op 17 december 2023 te Rotterdam,
[slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem tegen het gezicht te slaan.
Parketnummer 10/134078-24:
1.
hij op 8 februari 2024 te Rotterdam,
openlijk, te weten, op het Zuiderterras voor de Dirk,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 1] , door
- zijn arm vast te houden en
- hem tegen het gezicht te slaan;
2. primair:
hij op 8 februari 2024 te Rotterdam,
openlijk, te weten, de Carnissesingel, in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 3] , door
- hem vast te pakken,
- hem te duwen,
- op zijn rug te springen,
- tegen zijn hoofd en op zijn lichaam te slaan en
- tegen zijn been, te schoppen.
Parketnummer 10/140961-24:
hij op 15 februari 2024 te Rotterdam,
openlijk, te weten, aan Zuidplein Hoog, in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen
een persoon, te weten [slachtoffer 4] , door
die [slachtoffer 4] meermalen,
- te trappen tegen de rug, en
- te slaan in het gezicht, en
- met een broekriem, tegen het gezicht te slaan.
Parketnummer 10/091791-24:
1. primair:
hij op 15 maart 2024 te Rotterdam op, de
Beurstraverse,
tezamen en in vereniging met anderen, een horloge (Breitling), dat geheel aan [slachtoffer 5]
, toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan
envergezeld van
geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te
maken, door
- die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] te omsingelen en in te sluiten en
- aan die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] een mes te tonen en
- ( aan) die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] te trekken en te duwen en vast te pakken
en
- die [slachtoffer 6] meermalen, te trappen en
- die [slachtoffer 5] op te tillen en
- die [slachtoffer 5] op de grond te gooien en
- aan de pols van die [slachtoffer 5] te trekken en voornoemde horloge los te
trekken;
2. subsidiair:
hij op 15 maart 2024 te Rotterdam op, de
Beurstraverse,
tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en bedreiging met geweld
[slachtoffer 6] heeft gedwongen tot de afgifte van een muts (Louis Vuitton), die geheel aan die [slachtoffer 6] toebehoorde
door
- die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] te omsingelen en/of in te sluiten en
- aan die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] een mes te tonen en
- ( aan) die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] te trekken en te duwen en vast te pakken
- die [slachtoffer 6] meermalen, te trappen en
- die [slachtoffer 5] op te tillen en
- die [slachtoffer 5] op de grond te gooien.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/076503-24:
mishandeling
Parketnummer 10/134078-24:
1. openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen

2.primair:

openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen

Parketnummer 10/140961-24:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
Parketnummer 10/091791-24:
1. primair:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen

2.2. subsidiair:

afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich in zeer korte tijd schuldig gemaakt aan meerdere geweldsmisdrijven. De verdachte was toen 15 jaar oud.
Allereerst heeft de verdachte op 17 december 2023 de tramconducteur [slachtoffer 2] , die op dat moment aan het werk was, met een vlakke hand in het gezicht geslagen. Vervolgens heeft de verdachte op 8 februari 2024 twee keer openlijk geweld gepleegd tegen twee slachtoffers. Het slachtoffer [slachtoffer 1] is door de verdachte vastgehouden en is door de medeverdachte in het gezicht geslagen. Op een later moment op die dag heeft de verdachte het slachtoffer [slachtoffer 3] samen met anderen geduwd, besprongen, in het gezicht geslagen en tegen het lichaam geschopt.
Een paar dagen later, op 15 februari 2024, heeft de verdachte opnieuw openlijk geweld gepleegd tegen het slachtoffer [slachtoffer 4] door samen met anderen het slachtoffer te slaan en te trappen. Hierbij heeft de verdachte het slachtoffer ook met zijn broekriem tegen het gezicht geslagen.
Tot slot heeft de verdachte op 15 maart 2024 ’s avonds laat op de openbare weg samen met medeverdachten twee slachtoffers met geweld en onder bedreiging met een mes beroofd van een horloge en een muts (Louis Vuitton). De slachtoffers zijn omsingeld, er is een mes getoond, ze zijn geduwd en getrapt en de spullen zijn afgepakt. De spullen zijn een dag later bij de verdachte aangetroffen.
De slachtoffers van de mishandeling en openlijke geweldplegingen hebben pijn ondervonden en letsel opgelopen. Dit soort zinloos geweld heeft grote impact op de slachtoffers, maar ook op anderen die hiervan getuige zijn. Ook brengen zulke geweldshandelingen in het openbaar gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving met zich mee. Omdat sprake is van het openlijk en in vereniging plegen van geweld, is de verdachte ook strafrechtelijk aansprakelijk voor het niet door hemzelf gepleegde, maar wel in de tenlastelegging vermelde, geweld.
Daarnaast zijn straatroven ernstige feiten die een grote impact hebben op het leven van slachtoffers en hun gevoel van veiligheid. De verdachte heeft met zijn gedrag laten zien dat hij geen respect heeft voor andermans eigendommen. Bovendien leveren straatroven gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving op.
Deze zes misdrijven, waar de verdachte zich schuldig aan heeft gemaakt, gingen allemaal gepaard met geweld. De verdachte loopt met zijn vrienden mee, vindt het deels gaaf wat hij doet en bagatelliseert zijn eigen aandeel. De verdachte heeft onvoldoende stilgestaan bij de gevolgen van zijn handelen. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan en spreekt uit dat de verdachte moet gaan beseffen dat dit gedrag volstrekt onaanvaardbaar is.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 12 juli 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage en verklaring van deskundige op de terechtzitting
De Raadheeft twee rapporten over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 juni 2024 en 8 augustus 2024. Deze rapporten houden onder meer het volgende in.
Het gaat om geweldsincidenten. De verdachte verblijft momenteel in de [naam PI] . De ouders waren de grip op hun zoon kwijt geraakt, maar doen erg hun best. Met behulp van de betrokken jeugdreclasseerder en de inzet van MDFT wordt toegewerkt naar een veilige en stabiele thuisbasis voor de verdachte. De ouders hopen zo de grip beetje bij beetje terug te krijgen. Er waren veel zorgen over de schoolgang vanwege de vele incidenten en schoolverzuim. Tijdens de schorsingsperiode lijkt de verdachte zich beter aan de afspraken te houden. Daarnaast zijn er zorgen over de vriendengroep van de verdachte. Hij lijkt zeer beïnvloedbaar voor de negatieve impulsen uit zijn omgeving.
De verdachte is een jongen met een impulsief karakter, waardoor het risico bestaat dat hij zich snel laat meeslepen in negatief gedrag. Het delictgedrag heeft alle grenzen van het toelaatbare overschreden. De Raad is van mening dat de verdachte veel structuur nodig heeft om recidive te voorkomen. In dit kader is de Raad van mening dat een voorwaardelijke detentiestraf rechtvaardig is. Het voorwaardelijke deel wordt gezien als stok achter de deur. Ook is toezicht en begeleiding van de jeugdreclassering noodzakelijk om de verdachte te blijven begeleiden en ondersteunen. Voorts is het uitvoeren van een onvoorwaardelijke werkstraf passend, zodat de verdachte voelt dat zijn gedrag ongewenst is en dat hij de gevolgen zal moeten aanvaarden. Daarnaast is de Raad van mening dat de verdachte zal moeten worden aangemeld bij Perspectief Herstelbemiddeling om na te gaan of hij een passend excuus kan maken aan de slachtoffers als zij daartoe open staan.
De Raad adviseert een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, onder de bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
• deelneemt aan de MDFT;
• onderwijs volgt,
• zich houdt aan de avondklok (18:00 uur tot 07:00 uur);
waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten de William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden. Daarnaast adviseert de Raad een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf op te leggen.
De jeugdreclasseerder heeft ter zitting toegelicht dat het de verdachte niet lukte om zich aan de afspraken te houden, waardoor de schorsing van de voorlopige hechtenis is opgeheven en de verdachte weer gedetineerd zit. Er staat op 21 augustus 2024 een intake gepland bij Fivoor voor een MDFT-behandeling. De ouders, zus en mentor zijn erg betrokken. De familie van de verdachte maakt zich ernstig zorgen over het handelen van de verdachte. De jeugdreclassering staat achter het advies van de Raad en adviseert daarbij ook een contactverbod met de vriendengroep van de verdachte als bijzondere voorwaarde op te nemen.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten en hetgeen door de jeugdreclasseerder ter zitting naar voren is gebracht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien het ongewoon hoge aantal feiten en de ernst daarvan kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie, ondanks het feit dat verdachte een ‘first offender’ is. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke jeugddetentie tot aan de dag van de uitspraak passend is, omdat de verdachte in korte tijd meerdere ernstige geweldsmisdrijven heeft gepleegd. Ook is tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis gebleken dat de verdachte moeite heeft om de juiste keuzes te maken.
De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding om daarnaast een aanzienlijk deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk op te leggen en daarbij de voorwaarden op te leggen, zoals geadviseerd door de Raad. Ook zal een contactverbod worden opgelegd met acht (mede)verdachten en vrienden van de verdachte en moet de verdachte zich laten begeleiden door een jongerencoach. Het is belangrijk dat de verdachte zich niet meer laat beïnvloeden door het negatieve gedrag van zijn vrienden. Een jongerencoach kan de verdachte helpen om de juiste keuzes op dat gebied te gaan maken. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Daarnaast zal de rechtbank een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, van na te noemen duur opleggen. De rechtbank acht het passend dat de verdachte merkt dat zijn negatieve gedrag ook op die wijze gevolgen voor hem heeft.
Hoewel de verdachte jong is, acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, zoals door de officier van justitie is geëist, passend en geboden.

8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

8.1.
Parketnummer 10/076503-24: [slachtoffer 2]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [slachtoffer 2] , ter zake van het onder parketnummer 10/076503-24 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 446,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel toewijsbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft ter zitting naar voren gebracht dat de gevorderde schade niet onredelijk is, maar niet in verhouding staat met het strafbare feit. De verdediging verzoekt de rechtbank om een redelijk bedrag voor de schade vast te stellen.
8.1.3.
Beoordeling
De vordering zal worden toegewezen, omdat is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Gelet op wat het slachtoffer allemaal is overkomen, acht de rechtbank het gevorderde bedrag van € 446,- passend, nog los van de uitspraak uit de smartengeldgids die is bijgevoegd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 17 december 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
8.1.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 446,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
8.2.
Parketnummer 10/091791-24: [slachtoffer 5]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [slachtoffer 5] ter zake van het onder parketnummer 10/091791-24 onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en met veroordeling in de proceskosten.
8.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel toewijsbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ook heeft de officier van justitie gevorderd te bepalen dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is.
8.2.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.2.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De gevorderde schadevergoeding komt de rechtbank niet onrechtmatig voor en is niet weersproken door de verdachte. De schade zal worden vastgesteld op € 500,-.
Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partij betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 15 maart 2024.
Proceskostenveroordeling
De benadeelde partij is bijgestaan door zijn advocaat. De advocaat heeft een veroordeling in de proceskosten gevorderd.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 164,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. De rechtbank heeft de kosten van de advocaat berekend op basis van het liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven per 1 februari 2024. Voor het indienen van de vordering wordt 1 punt toegekend en voor het bijwonen van de zitting 1 punt, beide à € 82,- per punt.
8.2.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 500,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
8.3.
Parketnummer 10/091791-24: [slachtoffer 6]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [slachtoffer 6] , ter zake van het onder parketnummer 10/091791-24 onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel toewijsbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ook heeft de officier van justitie gevorderd te bepalen dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is.
8.3.2.
Standpunt verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De gevorderde schadevergoeding komt de rechtbank niet onrechtmatig voor en is niet weersproken door de verdachte. De schade zal worden vastgesteld op € 500,-.
Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partij betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 15 maart 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
8.3.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 500,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 141, 300, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/091791-24 onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/076503-24, 10/134078-24 onder 1 en onder 2 primair, 10/140961-24 en 10/091791-24 onder 1 primair en onder 2 subsidiair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 150 (honderdvijftig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie
groot 52 (tweeënvijftig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op twee jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- meewerkt aan de hulpverlening, zoals MDFT-therapie bij Fivoor of een soortgelijke instelling, te bepalen door de jeugdreclassering;
- naar school gaat volgens het rooster en zich houdt aan de regels;
- zal meewerken aan de inzet van een jongerencoach, zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
* [naam 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2010 te [geboorteplaats 2] ;
* [naam 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2007 te [geboorteplaats 2] ;
* [naam 3] , geboren op [geboortedatum 4] 2010 te [geboorteplaats 2] ;
* [naam 4] , geboren op [geboortedatum 5] 2010 te [geboorteplaats 3] ;
* [naam 5] , geboren op [geboortedatum 6] 2007 te [geboorteplaats 3] ;
* [naam 6] , geboren op [geboortedatum 7] 2008;
* [naam 7] , geboren op [geboortedatum 8] 2008;
* [naam 8] , geboren op [geboortedatum 9] 2008 te [geboorteplaats 3] ;
zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- zich zal houden aan een avondklok voor de maximale duur van zes maanden of zoveel korter als de jeugdreclassering noodzakelijk acht. Deze avondklok houdt in dat de veroordeelde dagelijks om 19:00 uur thuis zal zijn en thuis zal blijven tot de volgende ochtend 07:00 uur. Deze tijdstippen van de avondklok kunnen worden gewijzigd door de jeugdreclassering, in die zin dat de veroordeelde in dat geval ’s avonds later thuis mag komen en ’s ochtends eerder van huis mag;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren,waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 15 (vijftien) dagen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde jeugddetentie, waarbij de rechtbank ervan uitgaat dat die dag samenvalt met de dag van de uitspraak;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
de benadeelde partij [slachtoffer 2] ,te betalen een bedrag van
€ 446,-(zegge:
vierhonderdzesenveertig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening (parketnummer 10/076503-24);
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de
benadeelde partij [slachtoffer 2]te betalen
€ 446,-(hoofdsom,
zegge: vierhonderdzesenveertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededader(s), om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[slachtoffer 5], te betalen een bedrag van
€ 500,- (zegge: vijfhonderd euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening (parketnummer 10/091791-24);
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader(s) van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [slachtoffer 5] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op € 164,-, aan salaris voor de advocaat en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte hoofdelijk samen met zijn mededader(s)
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 5] te betalen
€ 500,-(hoofdsom,
zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededader(s), om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
benadeelde partij [slachtoffer 6], te betalen een bedrag
van € 500,- (zegge: vijfhonderd euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader(s) van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte hoofdelijk samen met zijn mededader(s)
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 6] te betalen
€ 500,-(hoofdsom,
zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M. van Kuilenburg, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. J.S. van den Berge en A. Wolthuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 augustus 2024.
De oudste en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/076503-24:hij op of omstreeks 17 december 2023 te Rotterdam,
[slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem tegen het gezicht te slaan.
Parketnummer 10/134078-24:1.
hij op of omstreeks 8 februari 2024 te Rotterdam,
openlijk, te weten, op het Zuiderterras voor de Dirk, in elk geval op of aan de
openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 1] , door
- zijn arm vast te houden en/of
- hem in/op/tegen het gezicht te slaan;
2.
hij op of omstreeks 8 februari 2024 te Rotterdam,
openlijk, te weten, de Carnissesingel, in elk geval op of aan de openbare weg en/of
op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 3] , door
- hem vast te pakken,
- hem te duwen,
- op zijn rug te springen,
- op/tegen zijn hoofd en/of op/tegen zijn lichaam te slaan en/of
- op/tegen zijn been, althans zijn lichaam te schoppen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 februari 2024 te Rotterdam,
[slachtoffer 3] heeft mishandeld door
- hem vast te pakken,
- hem te duwen,
- op zijn rug te springen,
- op/tegen zijn hoofd en/of op/tegen zijn lichaam te slaan en/of
- op/tegen zijn been, althans zijn lichaam te schoppen.
Parketnummer 10/140961-24:
hij op of omstreeks 15 februari 2024 te Rotterdam,
openlijk, te weten, aan Zuidplein Hoog, in elk geval op of aan de openbare weg
en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen
een persoon, te weten [slachtoffer 4] , door
die [slachtoffer 4] meermalen, althans eenmaal
- te trappen op/tegen de rug, althans tegen het lichaam en/of
- te slaan in/op/tegen het gezicht, althans tegen het lichaam en/of
- met een broekriem, althans een hard voorwerp, in/op/tegen het gezicht te slaan.
Parketnummer 10/091791-24:1.
hij op of omstreeks 15 maart 2024 te Rotterdam op/aan de openbare weg, de
Beurstraverse, in elk geval op/aan de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een horloge (Breitling), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5]
[slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te
maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan
het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, door
- die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] te omsingelen en/of in te sluiten en/of
- aan die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] een of meer messen te tonen en/of
- (aan) die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] te trekken en/of te duwen en/of vast te pakken
en/of
- die [slachtoffer 6] meermalen, althans eenmaal, te trappen en/of
- die [slachtoffer 5] op te tillen en/of
- die [slachtoffer 5] op/naar de grond te gooien en/of te duwen en/of
- aan de pols van die [slachtoffer 5] te trekken en/of (daarbij) voornoemde horloge los te
trekken en/of te rukken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 maart 2024 te Rotterdam op/aan de openbare weg, de
Beurstraverse, in elk geval op/aan de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een horloge (Breitling), in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 5] en/of een derde
toebehoorde(n)
door
- die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] te omsingelen en/of in te sluiten en/of
- aan die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] een of meer messen te tonen en/of
- (aan) die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] te trekken en/of te duwen en/of vast te pakken
en/of
- die [slachtoffer 6] meermalen, althans eenmaal, te trappen en/of
- die [slachtoffer 5] op te tillen en/of
- die [slachtoffer 5] op/naar de grond te gooien en/of te duwen;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 15 maart 2024 tot en met 16 maart 2024 te
Rotterdam, althans in Nederland
een horloge (Breitling), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof
2.
hij op of omstreeks 15 maart 2024 te Rotterdam op/aan de openbare weg, de
Beurstraverse, in elk geval op/aan de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een muts (Louis Vuitton), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan S.
[slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 5] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te
maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan
het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, door
- die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] te omsingelen en/of in te sluiten en/of
- aan die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] een of meer messen te tonen en/of
- (aan) die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] te trekken en/of te duwen en/of vast te pakken
en/of
- die [slachtoffer 6] meermalen, althans eenmaal, te trappen en/of
- die [slachtoffer 5] op te tillen en/of
- die [slachtoffer 5] op/naar de grond te gooien en/of te duwen en/of
- voornoemde muts van het hoofd van die [slachtoffer 6] te trekken en/of te rukken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 maart 2024 te Rotterdam op/aan de openbare weg, de
Beurstraverse, in elk geval op/aan de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 6] heeft gedwongen tot de afgifte van een muts (Louis Vuitton), in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 6] en/of een derde toebehoorde(n)
door
- die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] te omsingelen en/of in te sluiten en/of
- aan die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] een of meer messen te tonen en/of
- (aan) die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] te trekken en/of te duwen en/of vast te pakken
- die [slachtoffer 6] meermalen, althans eenmaal, te trappen en/of
- die [slachtoffer 5] op te tillen en/of
- die [slachtoffer 5] op/naar de grond te gooien en/of te duwen;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 15 maart 2024 tot en met 16 maart 2024 te
Rotterdam, althans in Nederland
een muts (Louis Vuitton), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft
gehad, en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof.