Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
HARTMAN SEATRADE C.V.,
[persoon A],
[persoon B],
[persoon C],
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 maart 2023 tevens incidentele vordering tot het verkrijgen van een voorlopige voorziening (artikel 223 Rv);
- de akte van Amasus c.s. houdende overlegging producties 1 tot en met 7;
- de akte vermindering van eis, waarbij Amasus c.s. de vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 223 Rv) hebben ingetrokken;
- de incidentele conclusie van Getra houdende exceptie van onbevoegdheid, tevens incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkheid, althans afwijzing van vordering (i) in de hoofdzaak vanwege verjaring, met producties 1 tot en met 3;
- de incidentele conclusie van antwoord van Amasus c.s., met producties 8 en 9;
- de beslissing van de rolrechter van 1 november 2023;
- de oproepingsbrief van 27 november 2023 voor een mondelinge behandeling;
- de zittingsagenda van 1 februari 2024;
- de akte van Getra ten behoeve van de mondelinge behandeling, tevens houdende overlegging productie 4;
- de akte overlegging producties van Amasus c.s., met producties 10 tot en met 12;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 maart 2024;
- de spreekaantekeningen van Getra;
- de spreekaantekeningen van Amasus c.s.
2.De vorderingen in de hoofdzaak
- i) Deze zaak betreft het zeevervoer van twee transformatoren aan boord van het zeeschip [naam schip] van Napels, in Italië, naar Schiedam respectievelijk Västerås, in Zweden. Dit vervoer vond plaats in de periode oktober-november 2020.
- ii) De [naam schip] is (economisch) eigendom van Deo Volente Seatrade CV, welke vennootschap ten tijde van het vervoer Hartman Seatrade C.V. heette en waarvan [persoon A] , [persoon B] en [persoon C] destijds de beherende vennoten waren. Tegenwoordig is Deo Volente Seatrade BV de enige beherend vennoot van Deo Volente Seatrade CV. Amasus Shipping en Amasus Fleet maken onderdeel uit van de scheepvaartonderneming Amasus, die als commercieel manager bij de exploitatie van de [naam schip] is betrokken.
- iii) Het vervoer is in oktober 2020 bij Amasus Fleet geboekt door de Italiaanse vennootschap SHL s.r.l. (hierna: Sodimax). Amasus Fleet heeft daarbij Deo Volente Seatrade CV vertegenwoordigd. De partijen bij deze vervoerovereenkomst zijn dus Sodimax enerzijds en Deo Volente Seatrade CV (voorheen Hartman Seatrade CV) anderzijds. Deze vervoerovereenkomst is vastgelegd in een
- iv) Getra is geen partij bij de
- v) Voor het vervoer van ieder van de twee transformatoren is een cognossement op naam afgegeven, de cognossementen met kenmerken NAPROT-01 en NAPVAS-02 (hierna: de cognossementen).
- vi) Getra staat op de cognossementen vermeld als “
Carrier’s name/principal place of business:
- vii) De cognossementen zijn gedateerd 22 oktober 2020 en ondertekend door de kapitein van de DEO VOLENTE.
- viii) Op 30 oktober 2020 is de onder cognossement NAPROT-01 vervoerde transformator in Rotterdam/Schiedam uit de [naam schip] gelost. Op 4 november 2020 is de onder cognossement NAPVAS-02 uit de [naam schip] gelost in Västerås.
- ix) Volgens Getra zijn de transformatoren tijdens het zeevervoer beschadigd geraakt. Getra houdt Amasus c.s. aansprakelijk voor de door haar gestelde schade van ruim € 1.600.000,-.
- x) In februari 2023 heeft Getra ter verzekering van haar vordering tot schadevergoeding beslag laten leggen op de [naam schip] in de haven van Imperia, Italië. Ter opheffing van dit beslag is een garantie gesteld door de P&I (her)verzekeraar van de [naam schip] , NorthStandard.
- xi) Amasus c.s. zijn niet aansprakelijk voor de door Getra gestelde schade. Amasus c.s. betwisten dat de transformatoren zijn beschadigd geurende de periode dat zij (of een of meer van hen) voor het vervoer verantwoordelijk waren (was). De richtlijnen voor het vervoer van de transformatoren waren niet aan (een van) Amasus c.s. verstrekt en maken dus geen deel uit van de vervoerovereenkomst die zij zijn aangegaan. De transformatoren waren niet geschikt (gemaakt) voor het vervoer. Getra, de afzender heeft niet tijdig opgave gedaan van al hetgeen voor Amasus c.s. van belang was ten aanzien van de transformatoren en de behandeling daarvan tijdens het vervoer.
- xii) In de cognossementsvoorwaarden is een forumkeuze opgenomen voor de “
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
4. Law and Jurisdiction
Carrier’s name/principal place of business:
received on board”. Het lijkt er daarom op dat de toezending van de cognossementen veeleer geschiedde ter informatie dat de transformatoren inderdaad aan boord waren verscheept, dan dat de instemming van Getra met het forumkeuzebeding werd gevraagd.
voor de verstrekking van diensten, de plaats in een lidstaat waar de diensten volgens de overeenkomst verstrekt werden of verstrekt hadden moeten worden;
Handlungsort, als de plaats waar de schade is ingetreden, het zogenaamde
Erfolgsort. De eisende partij heeft de keuze of zij de verweerder oproept voor het gerecht van het
Handlungsortdan wel voor die van het
Erfolgsort. Vgl. HvJEG 30 november 1976, nr. 21/76, ECLI:EU:C:1976:166 - Bier/Mines de potasse d’Alsace.
Handlungsortals het
Erfolgsortgelegen binnen het rechtsgebied van de rechtbank Rotterdam. Getra betwist dat.
Handlungsort), levert artikel 7 aanhef en onder 2 geen bevoegdheid op van de rechtbank Rotterdam omdat die kantoren buiten het arrondissement Rotterdam liggen (want in Urk of Delfzijl). Voor zover het gaat om gedragingen toen het schip op volle zee zwaar weer tegen kwam (het
Handlungsortis dan op volle zee), levert artikel 7 aanhef en onder 2 evenmin bevoegdheid van de rechtbank Rotterdam op, nu immers gesteld noch gebleken is dat de schadebrengende gedragingen binnen het arrondissement Rotterdam hebben plaatsgevonden. De omstandigheid dat de schade aan de transformatoren is ontstaan aan boord van de [naam schip] die onder Nederlandse vlag vaart, maakt dat niet anders.
Erfolgsortin de zin van artikel 7 aanhef en onder 2 Brussel I bis-Vo kan de rechtbank Rotterdam geen bevoegdheid verschaffen, omdat de schade geleden wordt door Getra in Italië.
Erfolgsortbinnen het arrondissement Rotterdam is gelegen. Evenmin leidt de omstandigheid dat dit zeeschip Rotterdam als bestemming had tot bevoegdheid van de rechtbank Rotterdam op grond artikel 7 aanhef en onder 2; vgl. HvJEU 11 juli 2018, zaak C-88/17, ECLI:EU:C:2018:558 – Zürich/Abnormal Load Service.
(i) dat de rechtbank Rotterdam internationale bevoegdheid heeft ten aanzien van de vorderingen tot verklaringen voor recht van Amasus Fleet, Deo Volente Seatrade CV, Deo Volente Seatrade BV en de rechtsvoorgangers Hartman Seatrade CV, [persoon A] , [persoon B] en [persoon C] voor zover het betreft aansprakelijkheid gegrond op een overeenkomst tot het vervoer van de transformator die in Rotterdam/Schiedam moest worden afgeleverd, dus de transformator die onder cognossement NAPROT-01 is vervoerd;
(ii) dat de Nederlandse rechter, in het bijzonder de rechtbank Rotterdam geen bevoegdheid heeft voor de betreffende vordering van Amasus Shipping;
en
(iii) dat de Nederlandse rechter, in het bijzonder de rechtbank Rotterdam geen bevoegdheid heeft voor zover de vorderingen van Amasus c.s. betreffen het vervoer van de transformator die in Västerås afgeleverd moest worden.
shall not affect) de verdragen waarbij de lidstaten partij zijn en die voor bijzondere onderwerpen de rechterlijke bevoegdheid regelen. Deze uitzondering heeft tot doel de in bijzondere verdragen neergelegde bevoegdheidsregels in acht te doen nemen, omdat bij de vaststelling van deze regels rekening is gehouden met de bijzondere kenmerken van de onderwerpen waarop zij betrekking hebben. Het Beslagverdrag is zodanig bijzonder verdrag.
travaux préparatoires’) van dat verdrag.
5.De beslissing
a) van de vordering van Amasus Shipping;
b) van de vorderingen van Amasus c.s. betreffende het vervoer van de transformator die in Västerås afgeleverd moest worden;
en
c) van de vorderingen van Amasus Fleet, Deo Volente Seatrade CV, Deo Volente Seatrade BV en de rechtsvoorgangers Hartman Seatrade CV, [persoon A] , [persoon B] en [persoon C] voor zover het betreft aansprakelijkheid
anders dangegrond op een overeenkomst tot het vervoer van de transformator die in Rotterdam/Schiedam moest worden afgeleverd (de transformator die onder cognossement NAPROT-01 is vervoerd);
27 november 2024voor het nemen van de conclusie van antwoord;