ECLI:NL:RBROT:2024:9616

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
10-088441-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een automatisch machinepistool en drugs

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juni 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een automatisch machinepistool en het aanwezig hebben van MDMA en cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 12 maart 2024 in Rotterdam een automatisch machinepistool van het merk CZ VZ 61 Scorpion, kaliber 7.65 mm, en 21 kogelpatronen voorhanden had. Daarnaast had hij opzettelijk ongeveer 2304,8 gram MDMA en 152,7 gram cocaïne aanwezig. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en de reclassering schatte het recidiverisico als laag in. De rechtbank heeft de verdachte ook de teruggave gelast van inbeslaggenomen geldbedragen ter waarde van € 7.746,27.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10-088441-24
Datum zitting en uitspraak: 19 juni 2024
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren in [geboorteplaats], op [geboortedatum], ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres], raadsvrouw T. Altindag, advocaat in Rotterdam.
Officier van justitie: M.A. van Rijswijk

Beschuldiging

De verdachte wordt beschuldigd van het voorhanden hebben van een automatisch machinepistool met patronen en het aanwezig hebben van MDMA en cocaïne. De volledige tenlastelegging houdt in dat de verdachte:
1.
op of omstreeks 12 maart 2024 te [plaatsnaam], een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een automatisch machinepistool van het merk/type CZ VZ 61 Scorpion, kaliber 7.65 mm, zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren en/of (bijbehorende) munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van de Wet wapens munitie, van de Categorie III te weten 21 kogelpatronen van het merk/type S&B 7.65 mm, voorhanden heeft gehad.
2.
op of omstreeks 12 maart 2024 te Rotterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2304,8 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of ongeveer 152,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Bewijs

Vordering officier van justitie
De officier van justitie vindt dat de ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden.
Oordeel rechtbank
Bewezenverklaring
Bewezen is dat de verdachte:
1.
op 12 maart 2024 te [plaatsnaam], een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een automatisch machinepistool van het merk/type CZ VZ 61 Scorpion, kaliber 7.65 mm, zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren en in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van de Wet wapens munitie, van de Categorie III te weten 21 kogelpatronen van het merk/type S&B 7.65 mm, voorhanden heeft gehad.
2.
op 12 maart 2024 te [plaatsnaam], opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2.293 gram MDMA en 152,7 gram cocaïne, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Bewijsmotivering
De bewezenverklaring steunt op de inhoud van de hieronder opgenomen bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 19 juni 2024
Ik wist dat de in mijn woning aan de [adres] aangetroffen en inbeslaggenomen vuurwapen een vuurwapen was en dat de aangetroffen en de inbeslaggenomen drugs drugs waren, omdat mij dat was verteld.
2. Proces-verbaal van de politie [1]
Op 12 maart 2024 vond een doorzoeking plaats in de woning aan de [adres]. In de gangkast op de begane grond werd een tas met diverse tabletten aangetroffen in verschillende kleuren. In de meterkast van de woning werd een vuurwapen aangetroffen en twee zakjes met wit poeder. Op de eettafel in de woonkamer lag nog een klein zakje met tabletten in verschillende kleuren.
3. Proces-verbaal van de politie [2]
Op 12 maart 2024 werd aan de [adres] een machinepistool kaliber 7.65 mm, van of het merk CZ Scorpion Vz 61 en kogelpatronen van het merk S&B, kaliber 7.65 mm in beslag genomen.
4. Het proces-verbaal van de politie [3]
Op 12 maart 2024 zijn goederen inbeslaggenomen. Na onderzoek van deze goederen is het volgende naar voren gekomen:
Object : Vuurwapen (Auto. Vuurwapen)
Merk/type : CZ VZ 61 Scorpion
Spoor identificatienr. : [nummer 1]
Kaliber : 7.65mm
Het inbeslaggenomen voorwerp is een pistool geschikt om projectielen door een loop af
te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing of een andere scheikundige reactie. Met betrekking tot dit vuurwapen is een ander onderzoek ingesteld daaruit blijkt dat het inbeslaggenomen vuurwapen geschikt is om automatisch te vuren.
Object : Munitie (Kogelpatroon)
Aantal/eenheid : 21 stuks
Merk/type : S&B 7.65mm
Spoor identificatienr. : [nummer 2]
Kaliber : 7.65mm
Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de WWM.
5. Kennisgevingen van inbeslagneming [4]
Inbeslagneming: [adres] op 12 maart 2024
Goednummers: 6732468, 6732380, 6732375, 6732780, 6732778, 6732775, 6732372
6. Het proces-verbaal van de politie [5]
Goednummer : 6732468
SIN van monster : [nummer 3]
Omschrijving : wit poeder en brokjes
Gewicht netto : 152,7 gram
Goednummer : 6732380
SIN van monster : [nummer 4]
Omschrijving : Oranje tabletten
Gewicht netto : 564,7 gram
Goednummer : 6732775
SIN van monster : [nummer 5]
Omschrijving : Blauwe tabletten
Gewicht netto : 76,7 gram
Goednummer : 6732780
SIN van monster : [nummer 6]
Omschrijving : Blauwe tabletten
Gewicht netto : 46,0 gram
Goednummer : 6732778
SIN van monster : [nummer 7]
Omschrijving : Groene tabletten
Gewicht netto : 210,2 gram
Goednummer : 6732375
SIN van monster : [nummer 8]
Omschrijving : Gele tabletten
Gewicht netto : 526,4 gram
Goednummer : 6732372
SIN van monster : [nummer 9]
Omschrijving : Groene tabletten
Gewicht netto : 869,0 gram
7. Onderzoeken van het NFI [6]
kenmerk
omschrijving FO
conclusie
[nummer 3]
poeder en brokjes, wit, uit 152,7 gram
bevat cocaïne
[nummer 4]
gleuftablet, oranje, uit 564,7 gram
bevat MDMA
[nummer 5]
tablet, blauw, uit 76,7 gram
bevat MDMA
[nummer 6]
tablet, blauw, uit 46,0 gram
bevat MDMA
[nummer 7]
tablet, groen, uit 210,2 gram
bevat MDMA
[nummer 8]
tablet, geel, uit 526,4 gram
bevat MDMA
[nummer 9]
tablet, groen, uit 869,0 gram
bevat MDMA

Verboden gedraging en strafbaarheid

Kwalificatie
1.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie II en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
2.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid feit en verdachte
De feiten en de verdachte zijn strafbaar.

Straf

Vooraf
Voor de bewezenverklaarde feiten wordt aan de verdachte een straf opgelegd. In deze strafmotivering zullen de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte worden besproken die bij de strafoplegging een rol spelen.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden met aftrek van voorarrest en de teruggave te gelasten het inbeslaggenomen geldbedrag van € 7.746,27.
Oordeel rechtbank
Gepleegde feiten
De verdachte heeft een automatisch vuurwapen met bijbehorende munitie en drugs voorhanden gehad. Naar eigen zeggen had hij deze goederen kort voor het aantreffen ervan voor een ander in bewaring genomen in de context van een conflict van die ander met een derde om daarin te bemiddelen. De rechtbank heeft geen redenen om aan dat scenario te twijfelen.
Het is algemeen bekend dat drugs, mede vanwege de verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. Verder leidt het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie veelal tot het plegen van ernstige geweldsdelicten en voedt het gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Gelet op het voorgaande worden substantiële gevangenisstraffen opgelegd bij het (onbevoegd) voorhanden hebben van wapens, munitie en drugs.
Persoon verdachte
Uit het strafblad van 14 mei 2024 blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 25 april 2024. Dit rapport houdt - kort gezegd - in dat de verdachte zijn leven voor de aanhouding op orde had en dat het risico op recidive als laag wordt ingeschat. De verdachte had een woning, werk en een partner. Gelet hierop ziet de reclassering geen meerwaarde in een toezicht en andere bijzondere voorwaarden. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Straf
De ernst van de feiten rechtvaardigt een substantiële onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dat wordt onderstreept door uitspraken in soortgelijke zaken. Gelet hierop zal de rechtbank aan de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van zestien maanden met aftrek van voorarrest opleggen. Daarvan legt de rechtbank een deel - tien maanden - voorwaardelijk op met een proeftijd van twee jaren. Daarbij heeft de rechtbank rekening gehouden met zowel de rol van de verdachte bij het bewezenverklaarde feit en de context waarin zich dat afspeelde, zijn open en bekennende houding op de zitting en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Wettelijke voorschriften
Bij de strafoplegging is gelet op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

Beslissingen

De rechtbank:
1. verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan;
2. stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
3. verklaart de verdachte strafbaar;
4. veroordeelt de verdachte tot een g
evangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) maanden, waarvan
10 (tien) maandenvoorwaardelijk, met een proeftijd van
2 (twee) jaren;
4.1
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
5. beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan de veroordeelde van vier geldbedragen, te weten € 3.950,00,
€ 50,00, € 93,41, en € 3.652,86 (met een totale waarde van € 7.746,27).
Dit vonnis is gewezen door
J.H. Janssen, voorzitter,
H.I. Kernkamp-Maathuis en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van E.S. Roman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 3 juli 2024.

Voetnoten

1.Proces-verbaal met nummer [proces-verbaalnummer 1], doorgenummerde pag. 7 van het procesdossier.
2.Proces-verbaal met nummer [proces-verbaalnummer 2], doorgenummerde pag. 23-24 van het procesdossier.
3.Proces-verbaal met nummer [proces-verbaalnummer 3], doorgenummerde pag. 57 van het procesdossier.
4.Kennisgeving van inbeslagneming met nummer [proces-verbaalnummer 4] en kennisgeving van inbeslagneming met nummer [proces-verbaalnummer 5], doorgenummerde pag. 19-22 van het procesdossier.
5.Het proces-verbaal met nummer [proces-verbaalnummer 6], doorgenummerde pag. 64-74 van het procesdossier.
6.NFI-rapporten van 18 maart en 26 maart 2024.